Organisatie | Druten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid gemeente Druten 1998 |
Citeertitel | Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid gemeente Druten 1998 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-02-1998 | Nieuwe regeling | 05-02-1998 De Waalkanter | n.v.t. |
De raad van de gemeente Druten,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Druten van 26 november 1997;
gezien het advies van de commissie onderwijs van 14 januari 1998;
gezien het resultaat van het gevoerde overleg met de vertegenwoordigers van de schoolbesturen d.d. 19 januari 1998;
overwegende dat het noodzakelijk is een regeling vast te stellen voor het voeren van op overeenstemming gericht overleg met de door de schoolbesturen aangewezen vertegenwoordigers over het lokaal onderwijsbeleid, waaronder onder andere het te voeren onderwijs huisvestingsbeleid valt;
gelet op de bepalingen over het op overeenstemming gericht overleg in de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs;
besluit vast te stellen de volgende: Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid.
schoolbestuur: het bevoegd gezag van een volgens de Wet op het basis onderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs bekostigde openbare of bijzondere school voor basisonderwijs, voor speciaal onderwijs, voor voortgezet speciaal onderwijs, voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs en voor algemeen voortgezet onderwijs die gelegen is op het grondgebied van de gemeente;
Paragraaf 2.1 Overlegorgaan lokaal onderwijsbeleid
Artikel 2 Functie overlegorgaan
In het overlegorgaan komen aan de orde:
a de onderwerpen waarop het op overeenstemming gericht overleg van toepassing is als bedoeld in de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs;
b overige onderwerpen van overleg aangaande het lokaal onderwijsbeleid.
Paragraaf 2.2 Voorbereiding overleg
Het overleg in het overlegorgaan kan worden voorafgegaan door een voorbereidend overleg tussen vertegenwoordigers van de schoolbesturen en burgemeester en wethouders. Dit voorbereidend overleg wordt afgerond met een inventarisatie van de onderwerpen waarover wel en waarover geen overeenstemming is bereikt. Per onderwerp wordt aangegeven of het gaat om een onderwerp als bedoeld in artikel 2, tweede lid onder a.
Paragraaf 2.3 Uitvoering overleg
Artikel 9 Advies Onderwijsraad
Indien één of meer schoolbesturen of burgemeester en wethouders een advies wensen over een onderwerp waarop het op overeenstemming gericht overleg van toepassing is, maken ze dit uiterlijk kenbaar in het overleg waarin het onderwerp in finale zin aan de orde is. Dit gebeurt aan de hand van een schriftelijk gemotiveerde omschrijving van het onderwerp waarover het advies wordt verwacht. Hierbij wordt tevens het verband aangegeven tussen het onderwerp en de vrijheid van richting en de vrijheid van inrichting van het onderwijs.
De wettelijke termijn voor het uitbrengen van het advies wordt opgeschort met ingang van de dag waarop de Onderwijsraad burgemeester en wethouders uitnodigt het verzoek voor het uitbrengen van het advies aan te vullen met de gegevens die hij nodig heeft voor een goede vervulling van zijn taak, tot de dag waarop het verzoek is aangevuld.
Burgemeester en wethouders zenden zo spoedig mogelijk een afschrift van het uitgebrachte advies toe aan alle schoolbesturen. Indien het geheel of gedeeltelijk opvolgen van het advies zou leiden tot een of meer inhoudelijke bijstellingen van het voorstel over een onderwerp waarover advies is gevraagd, worden de schoolbesturen bij de toezending van het afschrift van het advies uitgenodigd voor nader overleg.In alle andere gevallen beoordelen burgemeester en wethouders of nader overleg over het advies wenselijk is. Zij geven dit aan bij de toezending van het afschrift van het advies.
Artikel 10 Verslaglegging; informeren raad
Het verslag bevat een overzicht van de besproken onderwerpen, waarbij per onderwerp wordt aangegeven:
a of het bepaalde in artikel 2, tweede lid, onder a of b van toepassing is;
b of volledige, geen volledige of geen overeenstemming is bereikt;
c de in het overleg door de deelnemers naar voren gebrachte zienswijzen en - indien van toepassing - de zienswijzen als bedoeld in artikel 5, derde lid;
d de door de portefeuillehouder onderwijs in het overleg toegezegde wijzigingen in het oorspronkelijke voorstel. Indien artikel 9, eerste lid van toepassing is, wordt hiervan eveneens een weergave opgenomen in het verslag.
Burgemeester en wethouders zenden het concept van het verslag ter commentaar toe aan de schoolbesturen die hebben deelgenomen aan het bestuurlijk overleg. De schoolbesturen die niet hebben deelgenomen aan het bestuurlijk overleg ontvangen het concept van het verslag ter kennisneming. Binnen twee weken na de dag waarop het concept van het eindverslag is' toegezonden, maken de schoolbesturen die deel hebben genomen aan het bestuurlijk overleg schriftelijk hun opmerkingen over het concept van het verslag kenbaar. Vervolgens stellen burgemeester en wethouders, met inachtneming van de opmerkingen, het verslag definitief vast.
Burgemeester en wethouders brengen het verslag gelijktijdig met het voorstel over het onderwerp ter kennis van de raad. Voorzover burgemeester en wethouders afwijken van de tijdens het overleg naar voren gebrachte zienswijzen, wordt dit gemeld in het voorstel aan de raad. Daarbij geven zij de redenen aan van het niet of niet geheel overnemen van deze zienswijzen.
Indien uit het oordeel van de betrokken raadscommissie over het voorgenomen voorstel aan de raad over een onderwerp blijkt dat de meerderheid van de raadscommissie of een deel van de raadscommissie dat volgens burgemeester en wethouders geacht wordt een meerderheid in de raad te vertegenwoordigen, van oordeel is dat het voorstel inhoudelijk bijstelling behoeft, dan kan een heropening van het overleg plaatsvinden. Burgemeester en wethouders beslissen daarover. Zij heropenen het overleg in ieder geval indien de inhoudelijke bijstelling betrekking heeft op een onderwerp als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder a, waarover overeenstemming in het overlegorgaan was bereikt.
Indien burgemeester en wethouders het overleg heropenen, dan roepen zij het overlegorgaan zo spoedig mogelijk bijeen, doch uiterlijk vóór het moment waarop de raad een definitief besluit neemt over het onderwerp. In dit overleg hebben de vertegenwoordigers de gelegenheid om hun zienswijze te geven op het oordeel van de raadscommissie. Burgemeester en wethouders informeren de raad over het resultaat van dit overleg in de vorm van een aanvulling op het verslag als bedoeld in artikel 10. De raad betrekt de in dit aanvullend verslag neergelegde zienswijzen bij zijn definitieve besluitvorming over het onderwerp.
Artikel 12 Minimum aantal schoolbesturen
Het besturenoverleg kan alleen doorgang vinden als er minimaal vertegenwoordigers van drie schoolbesturen aanwezig zijn.
Artikel 14 Beslissing burgemeester en wethouders in gevallen waarin de verordening niet voorziet
In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders, gehoord de vertegenwoordigers van de schoolbesturen in het overleg.