Organisatie | Druten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening aansluitrecht gemeentelijke riolering |
Citeertitel | Verordening aansluitrecht gemeentelijke riolering 2004 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, art. 229
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-12-2003 | Nieuwe regeling | 11-12-2003 De Waalkanter | Onbekend |
Afdeling I Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. Aansluitleiding: het particulier riool, het aansluitpunt en de perceelaansluitleiding tezamen.
1. bij gemengde en gescheiden rioolstelsels het punt, gelegen op of binnen 0,5 meter afstand van de kadastrale eigendomsgrens van het aan te sluiten perceel, waar het particulier riool op de perceelaansluitleiding wordt aangesloten.
2. bij een drukriool het punt waar het particulier riool wordt aangesloten op de pompput.
c. Bronneringswater: grondwater, onttrokken ten behoeve van tijdelijke verlaging van de grondwaterstand.
d. Rioolaansluitvergunning: geeft toestemming op het hebben van een aansluiting op het hoofdriool.
e. Drainagewater: grondwater, ingezameld door een ingegraven doorlatend buizensysteem.
f. Drukriool: het openbaar riool, voor de afvoer van afvalwater, exclusief hemelwater, waarbij het transport door het riool plaats vindt door middel van met pompinstallaties veroorzaakte druk.
g. Gemeente: de gemeente Druten
h. Gemengd stelsel: het openbaar riool voor de afvoer van afvalwater, inclusief hemelwater.
i. Gescheiden stelsel: het openbaar riool met een buizenstelsel voor de afvoer van hemelwater en een buizenstelsel voor de afvoer van het overige afvalwater.
j. Openbaar riool: het gedeelte van de riolering dat bij de gemeente in eigendom en beheer is voor inzameling en transport van afvalwater, met inbegrip van de daartoe behorende rioolgemalen, persleidingen en werken en installaties van overeenkomstige aard, met uitzondering van de aansluitleidingen.
k. Particulier riool: de binnen de kadastrale eigendomsgrenzen van het aan te sluiten perceel gelegen binnen, buiten- of terreinrioolleidingen tot aan het aansluitpunt.
l. Perceel aansluitleiding: het riool en voorzieningen die deel uit maken van dit riool, tussen het openbaar riool en het aansluitpunt, in beheer bij de gemeente.
1. de eigenaar of zakelijk gerechtigde van het perceel ten behoeve waarvan de aansluiting op het openbaar riool wordt gerealiseerd en in stand gehouden.
2. de rechtverkrijgende onder algemene of bijzondere titel van de onder m 1. bedoelde personen.
n. Het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Druten.
Het college verleent een aansluitvergunning alleen voor het tot stand brengen en in stand houden van een aansluiting tussen het particulier riool en de perceelaansluiting:
a. voor de afvoer van afvalwater inclusief hemelwater indien ter plaatse een gemengd stelsel aanwezig is;
b. voor de afvoer van afvalwater zonder hemelwater naar het daarvoor bedoelde buizenstelsel, indien ter plaatse een gescheiden stelsel aanwezig is;
c. voor de afvoer van hemelwater naar het daarvoor bedoelde buizenstelsel, indien ter plaatse een gescheiden stelsel aanwezig is;
d. voor de afvoer van afvalwater zonder hemelwater indien ter plaatse riolering onder over- en/of onderdruk aanwezig is.
In de vergunning kunnen voorschriften worden opgenomen met betrekking tot:
a. het tot stand brengen van de aansluiting;
b. het onderhoud, de renovatie en de vervanging van de perceelaansluitleiding;
c. sloopwerkzaamheden op het perceel van de rechthebbende;
d. de periode waarvoor de vergunning wordt verleend indien de aansluiting is bedoeld voor de afvoer van bronneringswater.
Artikel 3 De vergunningaanvraag
Bij de aanvraag van een aansluitvergunning dienen de volgende gegevens door de rechthebbende te worden verstrekt:
a. de naam en het adres van de rechthebbende;
c. de aanduiding dat het een verzoek om een aansluitvergunning betreft;
d. de ligging van het aan te sluiten perceel:
1. aan de hand van straat en huisnummer of, indien nog geen huisnummer is toegekend, aan de hand van het kadastraal nummer van het betreffende perceel
2. aangegeven op een situatieschets 1:1000 of grotere schaal;
e. voor zover het lozing van bedrijfsafvalwater betreft, de aard en de hoeveelheid van de af te voeren vloeistoffen, waarbij dient te worden aangegeven of niet verontreinigd water, zoals regen- of koelwater, en/of verontreinigd water, zoals huishoudelijk of industrieel afvalwater, zal worden afgevoerd;
f. voor zover het enkel lozing van huishoudelijk afvalwater betreft, of er huishoudelijk afvalwater of hemelwater zal worden afgevoerd;
g. van het aan te sluiten of te wijzigen particulier riool ten minste de volgende gegevens:
1. het leidingverloop en de dimensionering;
2. de hoogteligging en het materiaal ter plaatse van het aansluitpunt;
3. een duidelijk verschil in kleur of symbolen tussen de droogweer- en hemelwaterafvoerleidingen;
4. de wijze waarop de functies van de verschillende leidingen van het particulier riool ter plaatse van het aansluitpunt zullen wordengemarkeerd.
Indien de gegevens bedoeld in het tweede lid, reeds zijn vastgelegd in de voor het perceel afgegeven bouwvergunning of een vergunning op grond van de Wet milieubeheer, kan bij de aanvraag van een aansluitvergunning voor dit perceel worden volstaan met het overleggen van een kopie van de gegevens uit deze vergunning.
De aanvraag van een aansluitvergunning wordt slechts in behandeling genomen nadat bij de aanvraag alle in het tweede lid vermelde gegevens zijn verstrekt. Bij het ontbreken van gegevens wordt de rechthebbende daarover geïnformeerd en in de gelegenheid gesteld deze gegevens binnen vier weken na kennisgeving daarvan alsnog aan te vullen.
Artikel 4 Weigering van een aansluitvergunning
Aansluiting van het particulier riool op het openbaar riool of wijziging van die aansluiting is in ieder geval bezwaarlijk indien:
a. de hoogteligging van het aansluitpunt (binnenonderkant buis) lager ligt dan de bovenzijde van het openbaar riool , vermeerderd met 200 mm plus de benodigde hoogte voor het afschot van de aansluitleiding;
b. de bovenzijde van een lozingtoestel lager is gelegen dan 150 mm boven de kruin van de straat, tenzij via een pompinstallatie voorzien van terugslagklep wordt aangesloten;
c. de gevraagde aansluiting een samengevoegde voorziening betreft, terwijl een gescheiden openbaar riool aanwezig is;
d. de gevraagde aansluiting een lozing voor afvalwater en/of bronneringswater betreft, waarvoor krachtens de geldende milieuwetgeving een vergunning benodigd is, maar niet is verleend, of niet aan de geldende algemene regels is voldaan;
e. het openbaar riool ter plaatse van de aansluitleiding niet over voldoende capaciteit beschikt om de hoeveelheid te lozen vloeistoffen te kunnen afvoeren;
f. het de lozing van niet verontreinigd drainagewater betreft;
g. de gevraagde aansluiting een afvoerleiding voor niet verontreinigd bronneringswater betreft, die zonder bezwaar op het oppervlaktewater kan worden aangesloten of middels retourbemaling kan worden afgevoerd;
h. een bouwvergunning of een Wet milieubeheer-vergunning voor het aan te sluiten perceel is geweigerd.
Artikel 5 Verlening van de aansluitvergunning
In afwijking van het eerste lid houdt het college de beslissing omtrent een aanvraag van een aansluitvergunning aan indien er geen reden is de vergunning te weigeren:
a. terwijl voor het aan te sluiten perceel nog een aanvraag moet worden gedaan of in behandeling is voor een bouwvergunning krachtens artikel 40 Woningwet.
b. terwijl er voor het aan te sluiten perceel nog een aanvraag moet worden gedaan of in behandeling is voor een vergunning krachtens artikel 8.1 Wet milieubeheer.
Artikel 7 Het verzoek tot aanleg of wijziging perceelaansluitleiding
De rechthebbende aan wie ingevolge afdeling II een aansluitvergunning is verleend dient de gemeente te verzoeken de aansluiting of wijziging van de aansluiting waarop die vergunning betrekking heeft uit te voeren. De rechthebbende dient een daartoe strekkend schriftelijk verzoek in te dienen bij het college.
Bij het verzoek tot aansluiting dienen in ieder geval de volgende gegevens door de rechthebbende te worden vermeld:
a. de naam en het woonadres van de rechthebbende;
b. het nummer van de aansluitvergunning;c. de door rechthebbende gewenste datum van uitvoering.Het verzoek tot aansluiting wordt slechts in behandeling genomen indien deze gegevens volledig zijn vermeld.
Zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen vier weken na de ontvangst van het verzoek stelt het college zoveel mogelijk in overleg met rechthebbende een termijn vast voor uitvoering van de aansluiting.
Bij vaststelling van het tijdstip van uitvoering wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met het door de rechthebbende gewenste tijdstip.
Artikel 8 Kosten van de aansluiting
De gemeente kan in ieder geval niet worden gehouden tot feitelijke uitvoering over te gaan, voordat:a. de op grond van de legesverordening verschuldigde leges volledig zijn voldaan;b. en de kosten van aanleg en aansluiting en de over die kosten verschuldigde omzetbelasting door de rechthebbende aan de gemeente zijn voldaan.
De leges en de werkelijk te maken aansluitkosten worden geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving.
Artikel 10 Termijnen van betaling
De leges en de aansluitkosten moeten binnen 30 dagen worden betaald. Indien niet binnen een jaar na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving aan de betalingsverplichting wordt voldaan vervalt de vergunning.
Artikel 11 Uitvoering aanleg of wijziging van de perceelaansluitleiding
In afwijking van lid 1, kan het college na overleg met de rechthebbende in de aansluitvergunning vastleggen dat de rechthebbende zelf de aansluiting uitvoert. De rechthebbende onttrekt het aansluitpunt na melding aan het college dat de aansluiting is uitgevoerd, gedurende drie werkdagen niet aan het zicht.
Artikel 12 Onderhoud, renovatie en vervanging
Het onderhoud, de renovatie dan wel de vervanging van de perceelaansluitleiding wordt uitgevoerd door of namens de gemeente en voor rekening van de gemeente, tenzij het aannemelijk is dat de betreffende onderhouds- dan wel herstelwerkzaamheden dienen te worden uitgevoerd ten gevolge van een onjuist gebruik van het particulier riool, in welk geval de kosten voor rekening van de rechthebbende of veroorzaker komen.
Onder onjuist gebruik wordt in ieder geval begrepen:
a. het via deze aansluiting lozen van stoffen die, vanwege hun aard en samenstelling, verstoppingen in de aansluitleiding of hoofdriool veroorzaken;
b. het via deze aansluiting lozen van stoffen die, door hun aard of concentratie, de constructie van de aansluitleiding aantasten.