Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Druten

Beheersverordening algemene begraafplaats gemeente Druten 2001

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDruten
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeheersverordening algemene begraafplaats gemeente Druten 2001
CiteertitelBeheersverordening algemene begraafplaats Druten 2001
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpGeen.

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 149
  2. Algemene plaatselijke verordening
  3. Besluit op de lijkbezorging
  4. Wet op de lijkbezorging, art. 35
  5. Wet op de lijkbezorging, art. 90

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-10-200101-01-2011nieuwe regeling

20-09-2001

De Waalkanter

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Beheersverordening algemene begraafplaats gemeente Druten 2001

BEHEERSVERORDENING ALGEMENE BEGRAAFPLAATS DRUTEN 2001

 

DE RAAD DER GEMEENTE DRUTEN;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Druten d.d. 15 juni 2001;

overwegende dat het gewenst is om de op 13 februari 1992 vastgestelde “Beheersverordening algemene begraafplaats gemeente Druten 1992” te wijzigen;

gelet op het bepaalde in de artikelen 35 en 90 van de Wet op de lijkbezorging, het Besluit op de lijkbezorging, de Algemene Plaatselijke Verordening en artikel 149 van de Gemeentewet;

BESLUIT:

1. De “Beheersverordening algemene begraafplaats gemeente Druten 1992” in te trekken,

2. De volgende gewijzigde “Beheersverordening algemene begraafplaats gemeente Druten2001” vast te stellen.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1

    algemeen graf:een graf, uitgegeven voor de periode van 10 jaar, bij de gemeente in beheer, waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken. Sinds 14 februari 1992 worden deze graven niet meer uitgegeven;

    algemene begraafplaats: in de wet bedoelde gemeentelijke begraafplaats der gemeente Druten, gelegen aan de Koningstraat 93 te Druten, kadastraal bekend onder DTN03 D 1143;

    asbus:een bus ter berging van de as van een overledene;

    asverstrooiing:verstrooiing van as op een daartoe aangewezen plaats;

    asverstrooingsveld: gedeelte van de algemene begraafplaats waar de as van de overledene kan worden uitgestrooid;

    beheer begraafplaats:het beheer van de begraafplaats valt uiteen in administratief, financieel en technisch beheer;

    belanghebbende:diegene die is aangewezen om als belangenbehartiger op te treden;

    besluit:Besluit op de lijkbezorging;

    bijplaatsen:het plaatsen van een asbus in een (urnen)graf of in een urnennis of het plaatsen van een urn in of op een (urnen)graf of in een urnennis;

    burgemeester en wethouders:burgemeester en wethouders van de gemeente Druten;

    columbariumurnenmuur met urnennissen, bedoeld om asbussen en urnen in te plaatsen en geplaatst te houden.

    gedenkteken:voorwerp voor het aanbrengen van opschriften ter nagedachtenis;

    graf:een graf, zijnde een eigen graf, kindergraf, graf voor niet-geïdentificeerden, graf voor kelder en/of graftombe en urnengraf, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven en begraven houden van één stoffelijk overschot voor de periode van 30 jaar;

    grafbedekking:gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf of gedenkplaats;

    grafbeplanting:éénjarige en/of winterharde beplanting, welke door de rechthebbende en/of de gemeente op een graf wordt aangebracht;

    grafkelder:gemetselde of geplaatste kelder, waarbij afgeweken kan worden van de afmetingen die gelden voor graven, met dien verstande dat steeds wordt uitgegaan van een veelvoud van de afmetingen van één graf. Toestemming voor het (doen) plaatsen van grafkelders wordt slechts gegeven voor het daartoe aangewezen gedeelte van de begraafplaats;

    grafrecht of recht:het uitsluitend recht om gedurende een bepaalde periode een lijk in het graf te doen begraven of begraven te houden, danwel de stoffelijke resten in een asbus of urn te doen plaatsen en geplaatst te houden;

    grafruimte:de ruimte bedoelt voor een graf en plaatsing van grafbedekking;

    graftombe:een liggend gedenkteken ter grootte van het graf. Toestemming voor het (doen) plaatsen van graftombes wordt slechts gegeven voor het daartoe aangewezen gedeelte van de begraafplaats;

    herinneringszuil:zuil bij het asverstrooiingsveld, bedoeld voor het aanbrengen van gedenkplaatjes voor overledenen waarvan de as alhier verstrooid is;

    kindergraf:een graf bedoeld voor het begraven van doodgeborenen of kinderen tot de leeftijd van 12 jaar;

    losse beplanting:potplanten, bloemen in vazen, losse bloemen en kransen;

    lijkbezorgingsrechten:de ingevolge de “Verordening Lijkbezorgingsrechten” en de daarbij behorende tarieventabel verschuldigde rechten;

    onderhoud:het onderhoud valt uiteen in:- algemeen onderhoud: het onderhouden van paden, hagen, bomen, al het overige plantsoen en van gemeentewege aangebracht gazon op graven;- bijzonder onderhoud: het onderhouden van grafmonumenten en grafbeplanting;

    rechthebbende:de houder van het grafrecht;

    stoffelijk overschot:lijk als bedoeld in de wet;

    uitvoeringsbesluit:het Uitvoeringsbesluit Algemene Begraafplaats Druten 2001;

    urn:een voorwerp ter berging van een asbus;

    urnengraf:een graf waarvoor, na een daartoe strekkende aanvraag, aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijplaatsen en het bijgeplaatst houden van een urn in of op het graf of een asbus in een graf;

    urnenkelder:grafkelder ten behoeve van de plaatsing van urnen;

    urnennis:een nis in een urnenmuur waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijplaatsen en bijgeplaatst houden van asbussen en urnen. Een urnennis wordt uitgegeven voor de duur van 20 jaar;

    wet:de Wet op de lijkbezorging.

  • 2

    Voor de toepassing van deze verordening worden met zondagen gelijkgesteld de Tweede Paas- en Pinksterdag, de Hemelvaartsdag, de beide Kerstdagen en de Nieuwjaarsdag.

Artikel 2 Bestemming begraafplaats

De begraafplaats is bestemd voor het begraven van stoffelijke overschotten, het bijplaatsen van asbussen en urnen en het verstrooien van as van overledenen.

Artikel 3 Indeling van de begraafplaats in vakken

  • 1

    1. De begraafplaats is ingedeeld met vakken voor:a. graven;b. kindergraven;c. urnengraven;d. graven voor niet-geïdentificeerden;e. graven voor voormalige bewoners van Stichting Waalborg (voorheen Huize Boldershof);f. graven met grafkelders en graftombes;en:g. een asverstrooiingsveld;h. een columbariumi. een afscheidsplaats;j. bergingsplaatsen voor de overblijfselen van stoffelijke overschotten na ruiming van graven.

  • 2

    De aanduiding van de vakken en gedeelten geschiedt door burgemeester en wethouders.

Artikel 4 Beheer en toezicht

  • 1

    De begraafplaats, met hetgeen er toe behoort, wordt onder toezicht en verantwoordelijkheidvan burgemeester en wethouders beheerd door burgemeester en wethouders.

  • 2

    Burgemeester en wethouders wijzen voor het beheer ambtenaren aan die deze taak namens hen regelen.

  • 3

    De in het tweede lid genoemde ambtenaren kunnen zich laten bijstaan door de onder hen gestelde ambtenaren of daartoe krachtens overeenkomst aangewezen persoon of personen c.q. bedrijf of bedrijven.

  • 4

    Burgemeester en wethouders bepalen met inachtneming van het bepaalde in artikel 27 van de wet en het uitvoeringsbesluit, welke registers, kaarten, plattegronden enz. voor een doelmatige (geautomatiseerde) administratie betreffende de begraafplaats en de graven zullen worden bijgehouden en geven voorschriften omtrent de inrichting daarvan.

Artikel 5 Openstelling begraafplaats

  • 1

    De begraafplaats is dagelijks kosteloos opengesteld voor bezoekers tussen zonsopgang en zonsondergang.

  • 2

    Voor het begraven van stoffelijke overschotten, het bijplaatsen van asbussen en/of urnen en het verstrooien van as is de begraafplaats opengesteld van maandag tot en met zaterdag van 8.30 uur tot 16.00 uur.

  • 3

    Voor het verrichten van overige werkzaamheden is de begraafplaats, in overleg met de betreffende beheerder, op werkdagen opengesteld van 07.00 uur tot 17.00 uur.

  • 4

    Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen afwijking van het bepaalde in de vorige leden toestaan.

  • 5

    Ter handhaving van de orde en rust en andere bijzondere gevallen kan door of namens burgemeester en wethouders de toegang tot de begraafplaats tijdelijk worden afgesloten.

Artikel 6 Eén teraardebestelling op hetzelfde tijdstip

  • 1

    Op hetzelfde tijdstip mag slechts één begraving, plaatsing van een urn of asbus of asverstrooiing geschieden. De volgorde wordt geregeld door burgemeester en wethouders.

  • 2

    Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen afwijking van het bepaalde in het vorige lid toestaan.

Artikel 7 Verbod werkzaamheden kort voor en tijdens begraving

Het is aan anderen dan het dienstdoende personeel der begraafplaats verboden vanaf een half uur voor tot een half uur na het begraven of het bijplaatsen op de begraafplaats werkzaamheden te verrichten of materialen e.d. te vervoeren.

Artikel 8 Ordemaatregelen

  • 1

    Het is aan uitvaartverzorgers, steenhouwers, hoveniers en daarmee gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van burgemeester en wethouders, werkzaamheden voor derden aan grafbedekkingen op de begraafplaats te verrichten.

  • 2

    Het is verboden op de begraafplaats:a. of bij de begraafplaats nodeloos rumoer te maken of zich anderszins onbetamelijk te gedragenb. met motorrijtuigen te rijden:- elders dan op het hoofdpad en anders dan voor werkzaamheden;- sneller dan 10 kilometer per uur;c. zich rijdend voort te bewegen op een fiets, bromfiets of snorfiets;d. op de grasperken te zitten, te liggen of -anders dan voor een bezoek aan een bepaald graf- te lopen, de beplantingen te beschadigen of te vernielen;e. zich buiten het moment van asverstrooiing te bevinden op de strooivelden;f. de zitbanken op enigerlei wijze te beschadigen of te verontreinigen;g. dieren mee te nemen;h. verwelkte bloemen, onkruid e.d. anders dan in de daarvoor bestemde bakken te deponeren;

  • 3

    Een ieder is verplicht de aanwijzingen op te volgen, die door of namens burgemeester en wethouders op de begraafplaats gegeven worden met betrekking tot het uitvoeren van werkzaamheden of in het belang van de orde en rust ter plaatse.

Artikel 9 Verbod van handel en reclame

  • 1

    Het is verboden op of nabij de begraafplaats bloemen of andere waren te koop aan te bieden of aanbiedingen te doen met betrekking tot gedenktekenen, dan wel op enigerlei wijze reclame te maken voor handel of voor een bedrijf.

  • 2

    Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen afwijking van het bepaalde in het vorige lid toestaan.

Artikel 10 Uitgifte graven

  • 1

    Het grafrecht wordt, op schriftelijk verzoek, uitgegeven voor het begraven van één stoffelijk overschot, dan wel voor het reserveren van een grafruimte, voor het (doen) begraven van één stoffelijk overschot binnen de uitgiftetermijn.

  • 2

    Na het verstrijken van de uitgiftetermijn bestaat de mogelijkheid het grafrecht te verlengen met telkens 10 jaar.

  • 3

    Van de uitgifte van een graf wordt een schriftelijk bewijs opgemaakt en aan de rechthebbende uitgereikt. In het bewijs van uitgifte wordt van het bepaalde in het vijfde lid melding gemaakt.

  • 4

    Indien blijkt dat de uitgiftetermijn van het grafrecht op het moment van de verlenging, als bedoeld in het tweede lid, niet overeenstemt met de in de wet voorgeschreven minimale grafrust, dienen de grafrechten minimaal verlengd te worden tot de termijn van minimale grafrust.

  • 5

    De vergunning voor de verlening van de grafrechten kan slechts ten name staan van één rechthebbende of belanghebbende.

Artikel 11 Niet-geïdentificeerden

  • 1

    Van gemeentewege wordt een kruis geplaatst bij het graf met daarop vermelding van de datum van begraving.

  • 2

    Over de graven van niet-geïdentificeerden wordt geen recht geheven.

  • 3

    In het geval de identiteit van een overledene later alsnog bekend wordt, dan kunnen de gemaakte kosten worden verhaald op de erfgenamen.

Artikel 12 Grafkelders

Burgemeester en wethouders kunnen onder door hen te stellen voorwaarden en overeenkomstig een door hen vooraf goed te keuren ontwerptekening, toestaan, dat in graven grafkelders worden gebouwd of geplaatst, in het vak genoemd in artikel 3, onder f.

Artikel 13 Bijplaatsen van asbussen en urnen

  • 1

    1. Na ontvangst van een daartoe strekkende aanvraag kunnen burgemeester en wethouders vergunning verlenen tot het bijplaatsen van:- maximaal één asbus in een graf;- maximaal één urn op of in een graf;- maximaal twee asbussen in een urnengraf; - maximaal twee urnen in of op een urnengraf;- maximaal twee asbussen in een urnennis. De mogelijkheid wordt geboden om naast de toegewezen urnennis een extra urnennis te reserveren;- maximaal één urn in een urnennis. De mogelijkheid wordt geboden om naast de toegewezen urnennis een extra urnennis te reserveren;

  • 2

    Bijplaatsing vindt slechts plaats na verkregen toestemming van de rechthebbende op het in het eerste lid genoemde graf.

  • 3

    Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van het gestelde in deze verordening eisen stellen aan het bijplaatsen van asbussen en urnen. De urn wordt geplaatst bij het hoofdeinde van het graf en wordt door en vanwege de rechthebbende verankerd.

  • 4

    In een urnengraf wordt door of vanwege de gemeente een urnenkelder geplaatst.

Artikel 14 Asverstrooiing

  • 1

    Asverstrooiing geschiedt op een door burgemeester en wethouders aangewezen plaats.

  • 2

    Op hetzelfde tijdstip mag slechts één asverstrooiing plaatsvinden.

  • 3

    Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen afwijking van het bepaalde in het vorige lid toestaan.

  • 4

    Verstrooiing geschiedt door of vanwege de nabestaanden c.q. de rechthebbende(n), in het bijzijn van een nader door burgemeester en wethouders aan te wijzen ambtenaar.

  • 5

    Mogelijkheid wordt geboden tot plaatsing van een gedenkplaatje op de daarvoor bestemde herinneringszuil.

  • 6

    Op het verstrooien van as buiten de algemene begraafplaats is de Algemene Plaatselijke Verordening van toepassing.

Artikel 15 Bijzondere begravingen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere richtlijnen geven ten aanzien van bijzondere begravingen.

Artikel 16 Verlening vergunning, c.q. toestemming

Vergunning of toestemming wordt schriftelijk verleend ten behoeve van:a. de uitgifte van een graf;b. plaatsing van grafbedekking;c. de overschrijving van grafrechten;d. het plaatsen van een urn of asbus;e. verstrooiing van as;f. bouwen van een grafkelder.

Artikel 17 Overschrijving van verleende rechten

  • 1

    Het recht op een graf kan op schriftelijk verzoek van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner, dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 2

    Na het overlijden van de rechthebbende kan het graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of de levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits een verzoek hiertoe schriftelijk wordt gedaan binnen een jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 3

    Indien het verzoek tot overschrijving als bedoeld in het tweede lid niet binnen de in dat lid genoemde termijn is gedaan, zijn burgemeester en wethouders bevoegd het recht op het graf te doen vervallen.

  • 4

    Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van een jaar kunnen burgemeester en wethouders het graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een graf dat inmiddels is geruimd.

Artikel 18 Voorwaarden bij vergunningen en ontheffingen

Aan krachtens deze verordening te verlenen vergunningen, toestemmingen en ontheffingen kunnen voorwaarden worden verbonden. Bij niet-nakoming van de opgelegde voorwaarden wordt geacht zonder vergunning, toestemming of ontheffing te zijn gehandeld. Bij niet-nakoming wordt door burgemeester en wethouders opgetreden conform hetgeen is bepaald in het uitvoeringsbesluit.

Artikel 19 Lijkbezorgingsrechten

Op alle handelingen en verrichtingen ingevolge deze verordening is de “Verordening lijkbezorgingsrechten” van toepassing.

Artikel 20 Afstand doen van een graf

De rechthebbende kan schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

Artikel 21 Vervallen rechten

Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen om een rechthebbende op een graf van zijn rechten op dat graf vervallen te verklaren.

Artikel 22 Toestemming en nadere eisen gedenktekens, grafkelders, andere voorwerpen en/of beplanting op graven

  • 1

    Burgemeester en wethouders kunnen op schriftelijk verzoek van rechthebbenden en onder overlegging van een door hen goed te keuren ontwerptekening, toestaan grafbedekking en/of andere voorwerpen op de graven aan te brengen.

  • 2

    2. Voor het aanbrengen van losse beplanting is geen vergunning vereist. Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van het gestelde in deze verordening nadere eisen stellen ten aanzien van:a. de aard en soort van de voor de gedenktekens, grafkelder en andere voorwerpen te gebruiken materialen, alsmede de afmetingen daarvan;b. de aard en omvang van de beplantingen.

  • 3

    Graven waarop geen of een gedeeltelijke grafbedekking is aangebracht, zullen één jaar nadat daarin een ter aarde bestelling heeft plaatsgevonden, van gemeentewege als gazon worden ingericht en wel vanaf het pad tot 70 centimeter vóór de staande steen.

  • 4

    Op verzoek kunnen graven waarop geen of een gedeeltelijke grafbedekking is aangebracht van gemeentewege worden ingezaaid met gras.

Artikel 23 Verwijderen grafbedekking

  • 1

    De rechthebbende draagt zorg voor het, met toestemming van burgemeester en wethouders, (doen) verwijderen van de grafbedekking in verband met werkzaamheden in of om het graf.

  • 2

    De rechthebbende is aansprakelijk voor eventuele schade die voortvloeit uit werkzaamheden als bedoeld in het eerste lid.

  • 3

    De rechthebbende dient te gedogen, dat grafbedekking tijdelijk door of vanwege de gemeente wordt weggenomen of verplaatst voor zolang dit ter begraving in de nabijheid of om andere redenen noodzakelijk is. Eventuele schade hierdoor ontstaan komt ten laste van de gemeente.

Artikel 24 Verantwoordelijkheid voor verwijdering grafbedekking en voorwerpen na vervallen van de vergunning

  • 1

    De nabestaande die geen verzoek tot overschrijving der vergunning tot het uitsluitend gebruik van een grafruimte op grond van het bepaalde in artikel 10 vijfde lid heeft gedaan, of de rechthebbende of belanghebbende die van bedoelde vergunning ten behoeve van de gemeente afstand doet, is verplicht de op die grafruimte geplaatste grafbedekking en/of voorwerpen binnen 3 maanden na het vervallen van de vergunning te (doen) verwijderen.

  • 2

    Indien binnen de in het vorige lid gestelde termijn de grafbedekking niet is weggenomen, geschiedt zulks, na daartoe door burgemeester en wethouders gedane waarschuwing aan de nabestaande, vanwege de gemeente. Bij niet-verwijdering door of vanwege de nabestaande, wordt deze geacht afstand te hebben gedaan van alle voorwerpen en/of beplanting, welke zich op het graf bevinden.

  • 3

    In geval van overschrijving van een graf ten name van een andere rechthebbende, wordt de vergunning tot het hebben van voorwerpen en/of beplanting op dat graf van de datum van overschrijving af geacht te zijn verleend aan de nieuwe rechthebbende, die van dat tijdstip af aansprakelijk is voor de nakoming der uit bedoelde vergunning voortvloeiende verplichtingen.

Artikel 25 Verantwoordelijkheid voor verwijdering grafbedekking en voorwerpen na

  • 1

    De op de graven geplaatste grafbedekking en/of voorwerpen moeten op eerste aanzegging van burgemeester en wethouders en binnen 3 maanden door en voor rekening van de vergunninghouder worden verwijderd, indien:a. zij zijn aangebracht in strijd met de bepalingen van deze verordening of de verleende vergunning;b. de vergunninghouder, na door burgemeester en wethouders schriftelijk te zijn gewaarschuwd, in gebreke blijft in het onderhoud overeenkomstig de bepalingen van deze verordening te voorzien. De vergunninghouder wordt geacht in gebreke te zijn, indien hij niet binnen 3 maanden aan de waarschuwing van burgemeester en wethouders heeft voldaan.

  • 2

    Bij nalatigheid vindt verwijdering van gemeentewege plaats. De grafbedekking en/of voorwerpen vervallen in dit geval aan de gemeente.

  • 3

    Losse beplanting, kransen e.d. kunnen, indien zij verwelkt zijn en nog niet door of vanwege de rechthebbende verwijderd zijn, zonder voorafgaande waarschuwing van een graf worden verwijderd door of vanwege de gemeente.

Artikel 26 Verantwoordelijkheid voor grafbedekking en voorwerpen op of nabij graven of urnennis

  • 1

    De gemeente is niet verantwoordelijk voor de grafbedekking en/of voorwerpen die zich op of nabij de graven en/of urnennis bevinden, tenzij deze door de gemeente zelf zijn aangebracht.

  • 2

    Schade aan deze grafbedekking en/of voorwerpen, door welke oorzaak ook ontstaan, wordt door de gemeente niet vergoed, tenzij de schade door de gemeente zelf is veroorzaakt.

  • 3

    Alle beschadigingen, welke bij het verrichten van de in deze verordening bedoelde werkzaam- heden mochten worden aangebracht aan de begraafplaats of de graftekenen, moeten door de aanbrenger onmiddellijk worden hersteld. Afval moet, zodra de werkzaamheden zijn beëindigd, worden verwijderd.

Artikel 27 Onderhoud der algemene begraafplaats

  • 1

    Het algemeen onderhoud van de graven geschiedt door of vanwege de gemeente.

  • 2

    Het bijzondere onderhoud der graven en urnennissen, waaronder te verstaan: het schoonhouden, onderhoud, herstel -zoals tengevolge van weersinvloeden of van toevallige of opzettelijke beschadiging- het ophalen van verzakkingen en vernieuwing van grafkelders, grafzerken, gedenktekens, alsmede het aanbrengen, onderhouden en vernieuwen van beplantingen en de verzorging van losse bloemen, moet door en voor rekening van de rechthebbende geschieden.

Artikel 28 Opgraven en herbegraven

Het verplaatsen van stoffelijke overschotten of asbussen geschiedt, met inachtneming van de bij of krachtens de wet gestelde regels, op schriftelijk verzoek van de rechthebbende of belanghebbende. Hiervoor wordt schriftelijk vergunning verleend.

Artikel 29 Ruimen

  • 1

    Het voornemen van burgemeester en wethouders om een graf te ruimen wordt gedurende tenminste een half jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden op een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje ter kennis van de belanghebbenden gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende op het graf aan hen bekend is. In dat geval stellen zij hem uiterlijk een jaar voorafgaande aan het bedoelde tijdstip per brief van hun voornemen in kennis.

  • 2

    De bij de ruiming van een graf nog aanwezige overblijfselen van stoffelijke overschotten worden begraven en de as wordt verstrooid op een daartoe bestemd gedeelte van de begraafplaats.

  • 3

    Rechthebbenden op een graf kunnen gedurende de in het eerste lid gestelde termijn burgemeester en wethouders schriftelijk verzoeken bij ruiming de overblijfselen, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor herbegraving elders.

  • 4

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen voor het ruimen van graven.

Artikel 30 Strafbepalingen

Overtreding van een der bij deze verordening vastgestelde verbodsbepalingen, niet-nakoming van een ingevolge deze verordening opgelegde verplichtingen en niet-naleving van een of meer voorschriften aan een ontheffing of toestemming verbonden, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste 2 maanden of een geldboete van ten hoogste de tweede categorie van het Wetboek van Strafrecht.

Artikel 31 Uitvoeringsbesluit Algemene Begraafplaats Druten 2001

Nadere regels die betrekking hebben op deze verordening zijn opgenomen in het Uitvoeringsbesluit.

Artikel 32 Overgangsbepalingen

  • 1

    De rechten en verplichtingen welke voortvloeien uit de ingevolge de in de aanhef ingetrokken verordening, worden geacht ingevolge deze verordening te zijn ontstaan.

  • 2

    a. Een rechthebbende van een urnengraf kan binnen één jaar na de inwerkingtreding van deze verordening op schriftelijk verzoek, onder het doen van afstand van het urnengraf, de asbus of urn van gemeentewege laten verplaatsen naar een urnennis.b. Verwijdering van de grafbedekking en/of urnenkelder geschiedt door of vanwege en op kosten van rechthebbende.c. De termijn van grafrechten voor een urnengraf wordt van gemeentewege ongewijzigd omgezet naar een termijn voor een urnennis.

Artikel 33 Inwerkingtreding en aanduiding verordening

  • 1

    Deze verordening treedt in werking op 1 oktober 2001, alsdan vervalt de “Beheersverordening algemene begraafplaats gemeente Druten 1992”, vastgesteld bij raadsbesluit van 13 februari 1992 en zoals sedertdien gewijzigd.

  • 2

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Beheersverordening algemene begraafplaats Druten 2001".

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 20 september 2001.

DE RAAD DER GEMEENTE DRUTEN,De secretaris, De voorzitter,

 

R.J.H.M. Huisman A.P.M. Aelberts