Organisatie | De Wolden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012 |
Citeertitel | Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-01-2015 | Wijziging regeling | 22-12-2011 | 2011 - XX 11c | |
01-01-2005 | Nieuwe regeling | 23-12-2004 Wolder Courant | 2004 - XXIII/9 |
TOESLAGENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2012
De Raad van de gemeente De Wolden;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van gemeente De Wolden d.d. 28 november 2011;
gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet en de artikelen 8, eerste lid, onderdeel c en 30 van de Wet werk en bijstand;
overwegende dat het noodzakelijk is het verstrekken van toeslagen en het verlagen van uitkeringen van bijstandsgerechtigden van 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar bij verordening te regelen;
vast te stellen de volgende Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012.
Afdeling 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:a. de wet: de Wet werk en bijstandb. gezinsnorm: de norm als bedoeld in artikel 21, eerste lid van de wet;c. netto minimumloon: het minimumloon per maand, genoemd in artikel 37 van de wet;d. zorgbehoevende: het meerderjarig lid van een gezin dat voldoet aan de voorwaarden zoals gesteld in artikel 4, lid 5 van de wet;
Afdeling 2 Criteria voor het verhogen van de bijstandsnorm
Artikel 3 Toeslagen voor alleenstaanden van 21 jaar of ouder en alleenstaande ouders van 21 jaar of ouder
De toeslag als bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de wet bedraagt:a. 20 procent van de gezinsnorm voor de alleenstaande en alleenstaande ouder in wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft; (of: het in artikel 25, lid 2 van de wet bedoelde maximumbedrag)b. 10 procent van de gezinsnorm voor de alleenstaande en alleenstaande ouder in wiens woning een ander zijn hoofdverblijf heeft; (of: de helft van het in artikel 25, lid 2 van de wet bedoelde maximumbedrag)
Voor de toepassing van dit artikel worden de volgende bij de ouder inwonende meerderjarige kinderen niet in aanmerking genomen als een ander die in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft:- met recht op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000;dan wel een tegemoetkoming op grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;en over een inkomen beschikt dat niet hoger is dan het bedrag zoals genoemd in artikel 20, lid 1, sub b van de wet.
Voor de toepassing van dit artikel worden de volgende bij de ouder inwonende bloedverwanten niet in aanmerking genomen als een ander die in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft:- bloedverwanten in de eerste of de tweede graad waarbij sprake is van zorg als bedoeld in artikel 4, lid 5, van de wet tussen deze bloedverwant en de alleenstaande of de alleenstaande ouder.
Afdeling 3 Criteria voor het verlagen van de bijstandsnorm
Artikel 6 Alleenstaande van 21 of 22 jaar
De verlaging van de toeslag zoals bedoeld in artikel 29 van de wet bedraagt 15% van de gezinsnorm indien de belanghebbende de leeftijd heeft van 21 of 22 jaar.
Artikel 7 Anti-cumulatiebepaling
De toepassing van de artikelen 3 tot en met 5 geschiedt zodanig, dat de bijstandsnorm voor belanghebbende tenminste bedraagt:
a. 50 procent van de gezinsnorm voor een alleenstaande van 21 jaar en ouder,
b. 70 procent van de gezinsnorm voor een alleenstaande ouder,