Organisatie | Steenwijkerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening voorzieningen gehandicapten Steenwijk 2002 |
Citeertitel | Verordening voorzieningen gehandicapten Steenwijk 2002 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze verordening is vervangen door de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Steenwijkerland 2007.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2008 | 01-01-2008 | intrekking | 11-09-2007 Gemeenteblad, 2007, 21 | Onbekend. | |
01-01-2005 | tweede wijziging | 09-11-2004 Gemeenteblad, 2004, 33 | 2004/126 | ||
01-01-2003 | eerste wijziging | 17-11-2002 Gemeenteblad, 2002, 58 | 2002/185 | ||
01-01-2002 | nieuwe regeling | 13-11-2001 Gemeenteblad, 2001, 44 | 2001/133 |
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
In deze verordening wordt verstaan onder:
Paragraaf 2 Het recht op een woonvoorziening
Artikel 2.3 Het primaat van de verhuizing
Een tegemoetkoming in de kosten van verhuizen wordt niet verstrekt indien de woning adequaat kan worden aangepast voor een bedrag lager dan € 2.722,68.
Indien de kosten van woningaanpassing worden begroot op minimaal € 2.722,68 en maximaal € 5.445,36 kan de gehandicapte kiezen tussen een tegemoetkoming in de kosten van verhuizing ad € 2.722,68 of een tegemoetkoming voor de kosten van de woningaanpassing tot maximaal € 5.445,36 . Indien de kosten van woningaanpassing worden begroot op een bedrag hoger dan € 5.445,36 dient de gehandicapte te verhuizen naar een reeds aangepaste woning, indien een dergelijke woning ten minste binnen een periode van zes maanden - te rekenen vanaf de dag na de verzenddatum van de beschikking met de voorlopige toekenning van de verhuiskostenvergoeding - beschikbaar komt. De gemeente beoordeelt of een woning geschikt is.
Artikel 2.4 Beperking op het recht op een woonvoorziening
Een woonvoorziening als bedoeld in artikel 2.1 wordt niet verleend indien en voor zover:
Artikel 2.5 Woon- en verblijfsruimten waarvoor geen woonvoorzieningen worden verstrekt
De bepalingen van hoofdstuk 2 zijn niet van toepassing op het treffen van voorzieningen aan hotels/pensions, woon- en leefgemeenschappen, communes, trekkerswoonwagens, bejaardenoorden of daarmee vergelijkbare tehuizen, vakantiewoningen, tweede woningen, kamerverhuur en onzelfstandige woonruimten.
Artikel 2.6 Beperking zeer dure woonvoorzieningen
Woonvoorzieningen waarvan de kosten gelijk zijn aan of meer bedragen dan het bedrag genoemd in artikel 5, eerste lid onder a van de wet worden niet verleend tenzij weigering van die voorziening, gelet op het belang dat de wet beoogt te beschermen, zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.
Artikel 2.7 Frequentie van woningaanpassingen
De aanvraag voor een woonvoorziening als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder b en c wordt geweigerd indien de noodzaak tot het treffen van deze woonvoorziening het gevolg is van een verhuizing, waartoe op grond van belemmeringen bij het normale gebruik van de woning ten gevolge van ziekte of gebrek, geen aanleiding bestond en er geen andere belangrijke reden aanwezig was;
Paragraaf 3 Voorwaarden bij verlening van woonvoorzieningen
Artikel 2.9 Aanvang werkzaamheden en inzicht in woning
Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming indien:
Artikel 2.10 Gereedmelding woningaanpassing
Na de voltooiing van de werkzaamheden in het kader van de voorziening als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder b maar uiterlijk binnen twaalf maanden na het verlenen van de financiële tegemoetkoming, verklaart de woningeigenaar aan burgemeester en wethouders dat de bedoelde werkzaamheden zijn voltooid.
Paragraaf 4 Beperking in de verlening van woonvoorzieningen
Artikel 2.11 Het verwerven van grond
Voor zover het treffen van voorzieningen, als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid onder b betreft het uitbreiden van bestaande woningen, dan wel het groter bouwen van een nieuw te bouwen woning dan zonder de voorzieningen nodig zou zijn, kunnen burgemeester en wethouders een bijdrage verlenen voor de extra te verwerven grond die ten hoogste overeenkomt van de bijdrage voor het aantal vierkante meters per vertrek en een gedeelte van de buitenruimte bij de woning, zoals vermeld in bijlage I van het Besluit financiële tegemoetkomingen voorzieningen gehandicapten Steenwijkerland.
Artikel 2.12 Woningaanpassingen van gemeenschappelijke ruimten
Geen financiële tegemoetkoming voor het treffen van voorzieningen in of aan een gemeenschappelijke ruimte kan worden verleend voor gebouwen en wooncomplexen, die bestemd zijn voor de huisvesting van ouderen of gehandicapten, welke na 1 januari 1995 zijn gebouwd of gerenoveerd, aangezien de in het 1e lid genoemde voorzieningen voor deze gebouwen en wooncomplexen als algemeen gebruikelijk beschouwd worden
Paragraaf 5 Aanpassingen van woonwagens, woonschepen en binnenschepen
Artikel 2.13 Aanpassing woonwagen
Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming in de aanpassingskosten van een woonwagen indien:
Artikel 2.14 Aanpassing woonschip
Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming in de aanpassingskosten van een woonschip indien:
Artikel 2.15 Beperking in verband met levensduur woonwagen en woonschip
Indien de technische levensduur van de woonwagen of het woonschip minder dan vijf jaar is of de standplaats van de woonwagen binnen vijf jaar voor opheffing in aanmerking komt of het woonschip niet ten minste nog vijf jaar op de ligplaats mag liggen, bedragen de maximale aanpassingskosten € 907,56.
Artikel 2.16 Aanpassing binnenschip
Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming in de aanpassingskosten van een binnenschip indien de aanpassing betrekking heeft op het voor de schipper, de bemanning en hun gezinsleden bestemde gedeelte van het verblijf als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel V van het Binnenschepenbesluit (Stb. 1987, nummer 466) van een binnenschip dat:
Paragraaf 6 Verhuis- en (her)inrichtingskosten
Artikel 2.17 Tegemoetkoming verhuis- en (her)inrichtingskosten
Paragraaf 7 Overige woonvoorzieningen
Artikel 2.18 Kosten in verband met onderhoud, keuring en reparatie
Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming in de kosten van onderhoud, keuring en reparatie als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid onder d, indien:
In geval van huurbeëindiging van een aangepaste woonruimte, die voor meer dan € 2.722,68 is aangepast, kunnen burgemeester en wethouders een financiële tegemoetkoming verlenen aan de eigenaar van de woning in verband met derving van huurinkomsten voor de duur van maximaal zes maanden, waarbij de eerste maand huurderving niet voor een financiële tegemoetkoming in aanmerking komt.
HOOFDSTUK 3 VERVOERSVOORZIENINGEN
Artikel 3.1 Algemene omschrijving
De door burgemeester en wethouders te verstrekken vervoersvoorziening kan bestaan uit:
Artikel 3.2 Het recht op een vervoersvoorziening
Voor een vervoersvoorziening komen gehandicapten in aanmerking, die ten gevolge van ziekte of gebrek aantoonbare beperkingen van langdurige aard hebben, waardoor zij in redelijkheid niet in staat zijn zelfstandig een afstand van meer dan 800 meter binnen een redelijke tijd te overbruggen en geen gebruik kunnen maken van het reguliere openbaar vervoer, niet zijnde deur tot deur vervoer.
De hoogte van de financiële tegemoetkoming voor vervoerskosten als bedoeld in artikel 3.1, onder b sub 1 tot en met 5 wordt vastgesteld aan de hand van de individuele vervoersbehoefte van de gehandicapte, voor zover de kosten hiervan beneden een door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen maximumbedrag per jaar blijven.
Ten einde de individuele vervoersbehoefte te bepalen dient de gehandicapte per kwartaal aan het college van burgemeester en wethouders een opgave te verstrekken van het aantal door hem/haar afgelegde kilometers en/of betalingsbewijzen over te leggen van de gemaakte vervoerskosten met het collectief vraagafhankelijk vervoer en/of taxi.
Artikel 3.4 Training gebruik vervoersvoorziening
Wanneer blijkt dat een gehandicapte onvoldoende in staat is aan het verkeer deel te nemen met een voorziening, als bedoeld in artikel 3.1, aanhef en onder a verlenen burgemeester en wethouders een financiële tegemoetkoming in de kosten van een training.
Artikel 4.1 Algemene omschrijving
De door burgemeester en wethouders te verstrekken rolstoelvoorziening kan bestaan uit:
Artikel 4.2 Het recht op een rolstoel
Een gehandicapte kan voor een rolstoel in aanmerking worden gebracht wanneer de aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek dagelijks zittend verplaatsen in of om de woning noodzakelijk maken en hulpmiddelen die verstrekt worden op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten een onvoldoende oplossing bieden.
HOOFDSTUK 6 HET VERKRIJGEN VAN EEN VOORZIENING
Een aanvraag voor een voorziening dient te worden ingediend door middel van een door burgemeester en wethouders beschikbaar gesteld formulier.
Artikel 6.2 Gronden voor weigering
Burgemeester en wethouders kunnen de gevraagde voorzieningen in ieder geval weigeren:
indien een middel als waarop de aanvraag betrekking heeft reeds eerder krachtens deze verordening is vergoed of verstrekt en de normale afschrijvingsduur voor dat middel nog niet is verstreken, tenzij het eerder vergoede of verstrekte middel geheel of gedeeltelijk verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de aanvrager zijn toe te rekenen;
HOOFDSTUK 7 VERPLICHTINGEN EN BEVOEGDHEDEN VAN RECHTHEBBENDE EN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS
Artikel 7.1 Inlichtingen, onderzoek, advies
Burgemeester en wethouders kunnen zonder advies van adviesinstanties tot een verstrekking of de verlening van een financiële tegemoetkoming overgaan wanneer zij naar hun oordeel beschikken over voldoende informatie om, rekening houdend met specifieke omstandigheden van het geval, op basis daarvan een verantwoorde beslissing kunnen nemen.
Artikel 7.2 Wijzigingen in de situatie
Degene aan wie krachtens deze verordening een voorziening in bruikleen is verstrekt of aan wie een financiële tegemoetkoming is verleend, is verplicht aan burgemeester en wethouders mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening.
Artikel 7.3 Intrekking van een besluit tot verlening van een voorziening
Een besluit tot verlening van een voorziening welke bestaat uit het verlenen van een financiële tegemoetkoming, dan wel een gemaximeerde vergoeding, kan worden ingetrokken, indien blijkt dat de tegemoetkoming binnen zes maanden na de uitbetaling niet is aangewend voor de bekostiging van het middel waarvoor deze was verleend.
Artikel 8.1 Afwijken van bepalingen/hardheidsclausule
Indien een bouwkundige woningaanpassing het bedrag van € 45.378,00 te boven gaat, het orgaan bedoeld in artikel 9a van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten de noodzaak van deze aanpassing heeft vastgesteld en weigering van deze voorziening, gelet op het belang dat de wet beoogt te beschermen, zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard, kunnen burgemeester en wethouders, ondanks het gestelde in artikel 1, eerste lid onder n besluiten tot verstrekking van deze voorziening.
Artikel 8.2 Beslissing burgemeester en wethouders in gevallen waarin de verordening niet voorziet
In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.
Burgemeester en wethouders kunnen jaarlijks de in het kader van deze verordening geldende bedragen verhogen of verlagen conform de ontwikkelingen van de prijsindex volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Artikel 8.4 Cliëntenparticipatie
De gemeente Steenwijkerland zal bevorderen dat gebruikers van Wvg-voorzieningen dan wel vertegenwoordigende organisaties van ouderen en gehandicapten inspraak hebben ten aanzien van het beleid ter uitvoering van de Wet voorzieningen gehandicapten en het gehandicaptenbeleid in het algemeen. De wijze waarop dit wordt vormgegeven wordt vastgelegd in de Verordening cliëntenparticipatie integraal gehandicaptenbeleid.