Organisatie | Appingedam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Klachtenregeling ongewenste omgangsvormen in de werksituatie |
Citeertitel | Klachtenregeling ongewenst omgangsvormen in de werksituatie |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
Ambtenarenwet, artikel 125 quarter, artikel 125 quinquies, lid 2
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-07-2002 | Nieuwe regeling | 15-07-2002
| Geen |
Artikel 2 Bereik van de regeling
Deze regeling is van toepassing op een ieder, die werkzaamheden verricht voor de instelling/ organisatie of anderszins deel uitmaakt van de gemeenschap van de instelling/organisatie en geconfronteerd wordt met ongewenste omgangsvormen.
Een telefonisch meldpunt bij Arbo Noord (tel: 050 524 28 54) dat door iedere medewerker van de organisatie, die een vraag, een melding of een klacht heeft over ongewenste omgangsvormen, gebeld kan worden.Degene, die de telefoon opneemt regelt dat er een antwoord komt op de vraag door een vertrouwenspersoon in te schakelen. De mensen van het meldpunt vervullen ook de functie van secretariaat van de klachtencommissie.
Artikel 5 De vertrouwenspersoon, algemeen
De vertrouwenspersoon is verplicht tot geheimhouding van alle zaken, die hij in zijn hoedanigheid van vertrouwenspersoon verneemt. De plicht tot geheimhouding geldt niet t.a.v. de klachtencommissie en het bevoegd gezag, artsen en de aangeklaagde, tenzij de klager anders wenst. De plicht tot geheimhouding geldt ook niet indien de vertrouwenspersoon sterke vermoedens c.q. aanwijzingen heeft dat er gevaar dreigt voor derden. In dat geval zal de vertrouwenspersoon in overleg treden met het bevoegd gezag. De geheimhoudingsplicht vervalt niet nadat betrokkene zijn taak als vertrouwenspersoon heeft beëindigd.
Artikel 6 De vertrouwenspersoon, taken en bevoegdheden
De vertrouwenspersoon heeft tot taak:a) degene, die meent slachtoffer te zijn van ongewenste omgangsvormen bij te staan en van advies te dienen;b) na te gaan of er door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt;c) in overleg met de klager te bekijken of gebeurtenissen aanleiding geven tot het indienen van een klacht bij de klachtencommissie;d) de persoon op diens verzoek te ondersteunen bij het indienen van een klacht bij de klachtencommissie;e) contact onderhouden met de klager om te bezien of het indienen van een klacht niet leidt tot repercussies voor de klager en te bezien of verwijzing naar een andere instantie, gespecialiseerd in hulpverlening en nazorg noodzakelijk en wenselijk is
De vertrouwenspersoon rapporteert problemen bij de afhandeling van klachten aan de persoon van de instelling/organisatie, die daarvoor is aangewezen.De vertrouwenspersoon is bevoegd informatie in te winnen inzake ongewenste omgangsvormen bij betrokkenen, na toestemming van degene die om advies komt en voor zover de uitvoering van de taken dat noodzakelijk maakt. De vertrouwenspersoon neemt, ter bescherming van de belangen van alle direct betrokkenen, de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht bij de uitoefening van zijn taak.
Artikel 8 Klachtencommissie, taken en bevoegdheden
De klachtencommissie is belast met het onderzoeken van ingediende klachten over ongewenste omgangsvormen en geeft gevraagd of ongevraagd advies aan het bevoegd gezag over: a) de (on-)gegrondheid van een klacht;b) het nemen van maatregelen ten aanzien van de aangeklaagde;c) overige door het bevoegd gezag te nemen besluiten.
De klachtencommissie neemt, ter bescherming van alle direct betrokkenen, de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht bij de behandeling van een klacht.De leden van de klachtencommissie zijn verplicht tot geheimhouding van alle zaken die zij in hun hoedanigheid vernemen. De plicht tot geheimhouding geldt niet indien de klachtencommissie sterke vermoedens c.q. aanwijzingen heeft dat er gevaar dreigt voor derden. In dat geval zal de klachtencommissie in overleg treden met het bevoegd gezag. De plicht tot geheimhouding vervalt niet na beëindiging van de functie van lid van de klachtencommissie.
Artikel 9 Het indienen van een klacht
Klachten over ongewenste omgangsvormen kunnen, al dan niet met behulp van de vertrouwenspersoon, worden ingediend bij het secretariaat van de klachtencommissie of het bevoegd gezag.
Artikel 10 De klachtenprocedure
De voorzitter nodigt klager en beklaagde uit voor een hoorzitting en vermeldt in de uitnodiging welke leden van de klachtencommissie zitting hebben, en dat klager en aangeklaagde zich tijdens de hoorzitting kunnen laten bijstaan door een raadsman/-vrouw of een vertrouwenspersoon. Beiden kunnen de klachtencommissie verzoeken getuigen en deskundigen te horen. Ook de klachtencommissie is bevoegd getuigen of deskundigen uit te nodigen voor een hoorzitting.
De klachtencommissie stuurt de klager en de aangeklaagde bericht van het feit dat het advies aan het bevoegd gezag is verzonden. De werkgever zal het advies aan de klager en de aangeklaagde toesturen en hen in de gelegenheid stellen binnen tien werkdagen te reageren alvorens tot besluitvorming over te gaan (zie ook besluitvorming van het bevoegd gezag - Pag. 6).
Binnen vier weken na ontvangst van het advies van de klachtencommissie neemt het bevoegd gezag een gemotiveerd besluit ter zake en deelt hij de klager, de aangeklaagde en de voorzitter van de klachtencommissie gemotiveerd mee of hij het oordeel over de gegrondheid van de klacht deelt en of hij naar aanleiding van dat oordeel maatregelen neemt en zo ja welke. Tevens geeft hij een kopie van het advies van de commissie mee aan klager een aangeklaagde.