Organisatie | Appingedam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Erfgoedverordening gemeente Appingedam |
Citeertitel | Erfgoedverordening gemeente Appingedam |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-10-2009 | Nieuwe regeling | 17-09-2009 De Eemslander, 21-10-2009 | Onbekend |
Deze verordening verstaat onder:
gemeentelijk monument: een overeenkomstig deze verordening als beschermd gemeentelijk monument aangewezen:1. zaak, die van algemeen belang is wegens zijn schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische waarde;2. terrein dat van algemeen belang is wegens een daar aanwezige zaak bedoeld onder 1;
landelijke Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden: landelijke kaart met een schaal van 1:50.000, die op basis van geomorfologische gegevens, de kans weergeeft op de aanwezigheid van archeologische vindplaatsen, waarbij onder-scheid wordt gemaakt in hoge, middelhoge, lage en zeer lage trefkans;
Hoofdstuk 2 Aanwijzing gemeentelijke monumenten
Artikel 2 Het gebruik van het monument
Bij de toepassing van deze verordening wordt rekening gehouden met het gebruik van het monument.
Met ingang van de datum waarop de eigenaar van een monument de kennisgeving van het voornemen tot aanwijzing als beschermd gemeentelijk monument ontvangt tot het moment dat de aanwijzing en registratie als bedoeld in artikel 7 plaatsvindt, dan wel vaststaat dat het monument niet wordt geregistreerd, zijn de artikelen 10 tot en met 12 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 6 Mededeling aanwijzingsbesluit
De aanwijzing als bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt medegedeeld aan degenen die als zakelijk gerechtigden in de kadastrale legger bekend staan.
Hoofdstuk 3 Instandhouding van gemeentelijke monumentale zaken
Artikel 10 Instandhoudingbepaling
Het is verboden zonder vergunning van het college:a. een gemeentelijk monument, als bedoeld in artikel 1, onder a, sub 1, af te breken, te verstoren, te verplaatsen of in enig opzicht te wijzigen;b. een gemeentelijk monument, als bedoeld in artikel 1, onder a, sub 1, te herstellen, te gebruiken of te laten gebruiken op een dusdanige wijze, dat het wordt ontsierd of in gevaar gebracht.
Hoofdstuk 5 Instandhouding van archeologische terreinen
Artikel 14 Instandhoudingbepaling
Het verbod in lid 1 is niet van toepassing indien;a. het een verstoring betreft van een archeologisch monument of archeologisch verwachtingsgebied als aangegeven op de Archeologische verwachtingskaart, en waarbij die verstoring plaatsvindt:• in een gebied met lage archeologische verwachtingswaarde en het te verstoren gebied kleiner is dan 200m2, of;• in een gebied met een middelhoge archeologische verwachtingswaarde en het te verstoren gebied kleiner is dan 100 m2, of;• in een gebied met hoge archeologische verwachtingswaarde en het te versto-ren gebied kleiner is dan 15 m2.b. in het geldend bestemmingsplan bepalingen zijn opgenomen omtrent archeologische monumentenzorg.c. in een ontheffingbesluit als bedoeld in art. 3.6, 3.22 , 3.23 of projectbesluit als bedoeld in artikel 3.10 van de Wet ruimtelijke ordening voorschriften zijn opgenomen omtrent archeologische monumentenzorg.d. het college nadere regels stelt met betrekking tot de uitvoering van werkzaamheden die leiden tot een verstoring van een archeologisch monument of archeologisch verwachtingsgebied als aangegeven op gemeentelijke archeologische waardenkaart;e. een rapport is overlegd waarin de archeologische waarde van het te verstoren terrein naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld en waaruit blijkt dat:• het behoud van de archeologische waarden in voldoende mate kan worden ge-borgd; of• de archeologische waarden door de verstoring niet onevenredig worden geschaad; of• in het geheel geen archeologische waarden aanwezig zijn.
Artikel 15 Opgravingen en begeleiding
Indien binnen het grondgebied van de gemeente Appingedam onderzoek wordt uitgevoerd in het kader van het doen van opgravingen in de zin van artikel 1 sub h Monumentenwet 1988, dient, onverminderd de overige bepalingen van deze wet:a. het college een programma van eisen vast te stellen als bedoeld in artikel 1 onder o, waarbij nadere regels worden gesteld ten aanzien van het onderzoek.b. de verstoorder, voorafgaande aan het onderzoek, een plan van aanpak als bedoel in artikel 1 onder n van deze verordening ter goedkeuring aan het college te overleggen.
Hoofdstuk 6 Overige bepalingen
Indien en voor zover blijkt dat een belanghebbende schade lijdt of zal lijden, die redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven, kent het college hem op zijn aanvraag een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding toe, indien de schade in relatie staat tot:a. de weigering van het college een vergunning als bedoeld in artikel 10 te verlenen;b. de voorschriften door het college verbonden aan een vergunning als bedoeld in artikel 10;c. de door het college nader te stellen regels als bedoeld in artikel 10, derde lid;d. de door het college nader te stellen regels als bedoeld in artikel 14, tweede lid, onder d;e. een aanwijzing als bedoeld in artikel 15, tweede lid, tweede volzin.