Organisatie | Appingedam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Drank- en Horecaverordening |
Citeertitel | Drank- en Horecaverordening |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen.
Drank- en Horecawet, artikel 1, eerste lid
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-01-2004 | 01-01-2014 | Nieuwe regeling | 20-11-2003 De Eemslander, 3-12-2003 | Drank- en Horecaverordening |
De raad der gemeente Appingedam;
overwegende, dat het wenselijk is om regels te stellen ten behoeve van het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende en alcoholvrije drank in de gemeente Appingedam;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 27 oktober 2003;
gelet op de desbetreffende bepalingen van de Drank- en Horecawet en de Gemeentewet;
gehoord de bevoegde inspecteur van het Staatstoezicht op de volksgezondheid, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet;
Hoofdstuk 3 Het verstrekken van alcoholvrije drank
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder alcoholvrije drank mede verstaan drank, die bij een temperatuur van 20°C voor minder dan 0,5 volumeprocent uit alcohol bestaat.
Dit verbod geldt niet:a. indien wordt gehandeld krachtens een ingevolge de wet verleende vergunning tot het uitoefenen van een horecabedrijf;b. voor legerplaatsen en aan het militair gezag onderworpen lokaliteiten;c. voor vervoermiddelen die bestemd zijn voor het vervoer van personen, tijdens hun gebruik als zodanig.
Hij trekt de vergunning in, indien:a. niet langer wordt voldaan aan de in artikel 8, tweede lid, aanhef en letters a en b en derde lid van de wet gestelde eisen;b. gedurende een jaar anders dan wegens overmacht geen handelingen zijn verricht met gebruikmaking van de vergunning;c. zich in het betrokken bedrijf feiten hebben voorgedaan, die de vrees wettigen dat het van kracht blijven van de vergunning gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid.
Hoofdstuk 5 Straf- en slotbepalingen
Overtreding van de in de hoofdstukken 3 en 4 van deze Verordening opgenomen artikelen, of overtreding van de krachtens deze hoofdstukken gegeven voorschriften of beperkingen, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie. Artikel 45 van de wet is van overeenkomstige toepassing.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere regels te stellen in het belang van een goede uitvoering van de in deze verordening geregelde onderwerpen.