Organisatie | Appingedam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene subsidieverordening gemeente Appingedam 2008 |
Citeertitel | Algemene subsidieverordening gemeente Appingedam 2008 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-10-2008 | 19-05-2011 | Nieuwe regeling | 18-09-2008 De Eemslander, 08-10-2008 | Geen | |
09-10-2008 | Nieuwe regeling | 18-09-2008 De Eemslander, 08-10-2008 | Geen |
De raad der gemeente Appingedam;gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 september 2008gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en afdeling 4.2.1 van de Algemene wet bestuursrecht;B E S L U I T :vast te stellen de Algemene subsidieverordening gemeente Appingedam 2008
Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Uitvoeringsovereenkomst: de overeenkomst die in de zin van artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht tussen de subsidieontvanger en het gemeentebestuur kan worden gesloten ter uitwerking van de subsidiebeschikking. In een uitvoeringsovereenkomst worden in ieder geval aangegeven: de looptijd van de subsidie, de maximale hoogte van het subsidiebedrag, de uit te voeren activiteiten, de beoogde prestaties, de doelgroep(en) met betrekking tot de te ontwikkelen activiteiten en de te verrichten prestaties;
Beleidsregel: een bij besluit vastgestelde algemene regel, niet zijnde een algemeen verbindend voorschrift omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid van een bestuursorgaan . Dit zijn regelingen ter invulling van een zekere beleids- of beoordelingsvrijheid.
Artikel 3 Te subsidiëren activiteiten
De gemeenteraad legt in de begroting en/of in nota’s vast welke beleidsvelden voor subsidie in aanmerking komen, welke beleidsdoelstellingen moeten worden bereikt en met welke middelen.
Het college kan, voorzover daarin door de gemeenteraad niet is voorzien, bij een beleidsregel de activiteiten waarvoor subsidie wordt verstrekt nader bepalen, alsmede andere criteria die voor de verstrekking gelden.
Het college is bevoegd in uitzonderlijke gevallen in afwijking van het bepaalde in lid 2 subsidie te verlenen ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd. Hierbij geldt het begrotingsvoorbehoud zoals genoemd in artikel 4:34 van de wet. Van deze voorwaarde wordt melding gemaakt bij de subsidieverlening of bij de directe vaststelling.
Deze verordening maakt een onderscheid in de volgende subsidies:
Waarderingssubsidie/ basissubsidie, zijnde een subsidie ter stimulering van activiteiten dan wel ter erkenning en waardering hiervan, waarbij in beginsel geen verband bestaat tussen de kosten die de subsidieontvanger maakt en de subsidie die zij ontvangt. Een waarderingssubsidie wordt tot maximaal € 750,- verstrekt en wordt gelijktijdig bij subsidieverlening vastgesteld.
Hoofdstuk 2 DE SUBSIDIEAANVRAAG
Artikel 11 Vereisten aanvraag om incidentele subsidie
Een aanvraag om een incidentele subsidie bevat naast de onder artikel 14van deze verordening genoemde gegevens:a. samenstelling van het bestuur b de statuten zoals deze laatstelijk zijn gewijzigd;c. een activiteitenplan;d. een begroting van de met de in het activiteitenplan vermelde activiteiten samenhangende inkomsten en uitgaven;e. gegevens over de aard en omvang van het eigen vermogen van de aanvrager enf. een opgave van de subsidiemogelijkheden die de aanvrager bij het college of bij derden heeft openstaan en van de mate waarin hiervan gebruik is of zal worden gemaakt;
Artikel 12 Vereisten aanvraag om structurele subsidie
Een aanvraag om een structurele subsidie bevat naast de onder artikel 14 van deze verordening genoemde gegevens:a. eventuele wijzigingen in de samenstelling van het bestuur ten opzichte van de vorige subsidieaanvraag;b. een activiteitenplan;c. een begroting van de met de in het activiteitenplan vermelde activiteiten samenhangende inkomsten en uitgaven;d. een inhoudelijk en financieel verslag van het boekjaar voorafgaand aan het jaar waarin de aanvraag wordt ingediend;e. gegevens over de aard en omvang van het eigen vermogen van de aanvrager;f. een opgave van de subsidiemogelijkheden die de aanvrager bij het college of bij derden heeft openstaan en van de mate waarin hiervan gebruik is of zal worden gemaakt eng. een opgave van lopende aanvragen bij het college of bij derden voor andere subsidies dan waarvoor deze aanvraag is bedoeld.
Artikel 13 Aanvullende vereisten aanvraag om budgetsubsidie
Naast de in artikel 12 genoemde gegevens bevat een aanvraag om een budgetsubsidie tevens:
Subsidieverstrekking aan een aanvrager die niet gevestigd of woonachtig is in de gemeente kan geschieden als:a. het activiteiten betreft die aantoonbaar aan inwoners van de gemeente ten goede zullen komen;b. de activiteiten niet al (toereikend) worden gesubsidieerd door een ander overheidsorgaan dan wel,c. de activiteiten zijn gericht op uitwerking van gemeentelijke beleidsdoelstellingen die een regionaal draagvlak vereisen.
a. Naar het oordeel van het college mag worden verwacht dat de met de subsidiëring beoogde doelstellingen zullen worden bereikt enb. de aanvrager:1. naar het oordeel van het college de behoefte aan subsidie heeft aangetoond en2. aannemelijk heeft gemaakt dat de financiële middelen, met inbegrip van de subsidie voldoende zullen zijn om de voorgenomen activiteiten uit te voeren.
Subsidieverlening kan naast de in de artikelen 4:25 en 4:35 van de wet genoemde gronden geweigerd worden, indien gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat:
de aanvrager naar het oordeel van het college, met inachtneming van het bepaalde in artikel 20 lid 2 van deze verordening, ook zonder de gevraagde subsidie over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden kan of heeft kunnen beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken.
Hoofdstuk 5 VERPLICHTINGEN VAN DE SUBSIDIEONTVANGER
Voor de subsidieontvanger geldt in ieder geval als verplichting, bedoeld in artikel 4:37 van de wet, om aan het college of de door hen aangewezen personen desgevraagd inzage te verstrekken in de administratie en inlichtingen te verschaffen welke van belang kunnen zijn voor de beoordeling van de doelmatigheid en de rechtmatigheid van de besteding van de subsidie of voor het naleven van de voorschriften die aan de subsidieverlening zijn verbonden.
Hoofdstuk 6 VASTSTELLING VAN DE SUBSIDIE
Artikel 21 Termijn en eisen aanvraag tot vaststelling subsidie
Met toepassing van de artikelen 4:37, eerste lid sub f en 4:44 lid 2 van de wet, dient de aanvraag voor het vaststellen van een subsidie binnen de hierna genoemde termijn te worden ingediend en aan de hierna genoemde eisen te voldoen:a. subsidieontvangers die een incidentele subsidie ontvangen, dienen binnen 13 weken na afloop van de activiteit een aanvraag tot vaststelling in bij het college, voorzien van een financieel en inhoudelijk verslag;b. subsidieontvangers die een structurele subsidie ontvangen, dienen vóór 1 april volgend op het boekjaar een aanvraag tot vaststelling in bij het college, voorzien van een financieel- en inhoudelijk verslag;c. subsidieontvangers die een budgetsubsidie ontvangen dienen vóór 1 april volgend op het (laatste) boekjaar een aanvraag tot vaststelling in bij het college, voorzien van een financieel- en inhoudelijk verslag.
Het in het eerste lid genoemde financieel verslag bevat:a. een exploitatierekening die betrekking heeft op de gehele instelling;b. een balans die betrekking heeft op de gehele instelling enc. bij een subsidieverstrekking van meer dan € 50.000 verlangt het college een accountantsverslag naar aanleiding van diens onderzoek van de jaarstukken en van de administratie. In dit verslag wordt expliciet vermeld of de verleende subsidie is besteed overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens deze Verordening, de eventuele van toepassing zijnde bijzondere subsidieverordening en de aan de subsidieverlening verbonden voorschriften. Tevens wordt in het verslag aandacht besteed aan de rechtmatigheid en doelmatigheid van de besteding van de middelen in relatie tot de uitgevoerde activiteiten en geleverde producten.
In afwijking van lid 3 tot en met lid 6 kan het college eisen dat de accountant bij budgetsubsidies bij het financieel verslag een verslag uitbrengt naar aanleiding van diens onderzoek van de jaarstukken en van de administratie van de subsidieontvanger, waarvan expliciet is vermeld of de verleende subsidie is besteed overeenkomstig het bepaalde in of krachtens deze verordening en waarin aandacht wordt besteed aan de rechtmatigheid en doelmatigheid van de besteding van de middelen in relatie tot de uitgevoerde activiteiten en geleverde producten.
Indien de aanvraag tot subsidievaststelling niet voldoet aan de vereisten zoals gesteld in de Wet en in artikel 21 van deze verordening, dan wordt de aanvrager een door het college nader te bepalen termijn gegeven om de aanvraag aan te vullen.
Artikel 23 Vaststelling subsidie bij onvolledige aanvraag
Indien na afloop van de termijn zoals genoemd in artikel 22 de aanvraag tot subsidievaststelling nog steeds niet aangevraagd is dan wel onvolledig is, kan het college besluiten tot een ambtshalve vaststelling van de subsidie, overeenkomstig artikel 4:47 van de wet.
De subsidie wordt overeenkomstig de subsidievaststelling betaald onder verrekening van de betaalde voorschotten. Indien feiten of omstandigheden aanleiding geven tot een lagere vaststelling van de subsidie over het betreffende jaar, kan verrekening plaatsvinden door inhouding op de nog uit te betalen subsidie in hetzelfde jaar of bij vaststelling van de subsidie over het volgend subsidiejaar.
Het college kan in bijzondere, individuele gevallen één of meer bepalingen uit deze verordening, dan wel uit een bijzondere subsidieverordening niet van toepassing verklaren, voor zover toepassing leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Artikel 29 Bijzondere gevallen
In gevallen waarin deze verordening, dan wel een bijzondere subsidieverordening niet of niet voldoende voorziet, beslist het college.