Organisatie | Steenwijkerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Hondenpoepbeleid gemeente Steenwijkerland |
Citeertitel | Hondenpoepbeleid gemeente Steenwijkerland |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
De gemeenteraad heeft het Hondenpoepbeleid gemeente Steenwijkerland vastgesteld.
Het college heeft het Aanwijsbesluit hondenspeelweides vastgesteld. Dit besluit bevat ook de aanwijzing bebouwde kom als plaats waar honden zich niet van uitwerpselen mogen ontdoen.
Het Aanwijzingsbesluit hondenuitlaatroutes van 10 december 2002 is door het college ingetrokken.
Algemene Plaatselijke Verordening, art. 2.4.17, lid 2, art. 2.4.18, lid 1, sub c
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-08-2003 | 01-01-2011 | nieuwe regeling | 04-03-2003 Gemeenteblad, 2003, 12a en 12b | 2003/29 |
Het is de bedoeling dat voor de gehele gemeente Steenwijkerland het hondenpoepbeleid door de raad wordt vastgesteld.
De juridische onderbouwing van dit beleid wat betreft de handhaving en aanwijzing van de locaties vindt de grondslag in de Apv van Steenwijkerland. Hiertoe heeft het college de bevoegdheid een aantal besluiten te nemen.
Op grond van artikel 2.4.18 lid 3 Apv mag het college de bebouwde kom als gebied aanwijzen waar honden zich niet van uitwerpselen mogen ontdoen. Buiten de bebouwde kom mag een hond zich wel van uitwerpselen ontdoen, zij het dat er een uitzondering blijft bestaan voor
De strafbaarheid wordt opgeheven indien de uitwerpselen opgeruimd worden. ( artikel 2.4.18 lid 4). Deze bepaling geeft voor bevoegde handhavers de mogelijkheid om strafrechtelijk op te treden.
Op grond van de artikelen 2.4.17 lid 2 en 2.4.18 lid 2 Apv kan het college hondenspeelweides, die tevens hondentoiletten zijn, aanwijzen. Door de aanwijzing van deze gebieden, zoals weergegeven in de bij dit besluit behorende kaart, zijn in de diverse kernen mogelijkheden gecreëerd waar honden uitgelaten kunnen worden zonder aangelijnd te zijn.
Op de kaart is vastgelegd waar bakken geplaatst worden waar hondenbezitters een zakje kunnen halen. Deze aanwijzing heeft geen wettelijke basis, maar wordt beleidsmatig door de raad vastgesteld.
Een en ander houdt dus in dat binnen de bebouwde kom honden alleen op de aangewezen locaties zich van uitwerpselen mogen ontdoen. Hondeneigenaren zullen uitwerpselen buiten die gebieden meteen op moeten ruimen in de bebouwde kom.
Buiten de bebouwde kom mogen de honden dus wel loslopen en zich van uitwerpselen ontdoen.
de volgende gebieden aan te wijzen:
Het besluit “Aanwijzingsbesluit hondenuitlaatroutes op basis van artikel 2.4.18 lid 2 Algemeen plaatselijke verordening 2001”, vastgesteld in de vergadering van het college van 10 december 2002.
En aan de raad ter vaststelling voor te leggen:
Het hondenpoepbeleid van de gemeente Steenwijkerland.
Burgemeester en wethouders van de gemeente Steenwijkerland;
gelet op artikel 2. 4. 17 lid 2 en artikel 2.4.18 van de Algemene plaatselijke verordening (Apv);
burgemeester en wethouders van Steenwijkerland,
de secretaris, drs. A.W. van der Spek
de burgemeester, drs. H.H. Apotheker
Aan de raad van de gemeente Steenwijkerland wordt voorgesteld
De raad van de gemeente Steenwijkerland;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 april 2003,
In te stemmen met het voorstel hondenpoepbeleid en uitvoering gestoeld op de gedachte dat de hondeneigenaar, met uitzondering van de aangewezen locaties, zelf de hondenpoep dient op te ruimen. De gemeente locaties aanwijst waarop de hondenpoep mag blijven liggen. De gemeente beperkte middelen beschikbaar stelt om het opruimen makkelijker te maken.
Onderwerp: Hondenpoepbeleid in Steenwijkerland.
In 1992 is (volgens het archief) in Steenwijk gestart met een oplossing voor de hondenpoep-problematiek. In 1993 was de gedachte dat de oplossing in 3 delen gescheiden kon worden nl.: 1. loslooproutes zonder opruimplicht 2. poeproutes waar de gemeente met machines de poep periodiek verwijderd en 3. de aanleg van poepbakken. Voor de binnenstad golden eigen regels, zo ook om de beide zwemplassen. In 1993 werden als voorbeeldplaatsen genoemd, Heerenveen, Hoogeveen, Huizen, Zwolle en Deventer. Het waren de kosten voor het opruimen en van toezicht (handhaving) die de uitvoering van de voorgenomen werkzaamheden op de lange baan schoven. In de begrotingsraad van 18 november 1997 werden door de raad gelden beschikbaar gesteld voor de ontwikkeling van een hondenpoepbeleid.
Belangrijk was toen de ambtelijke gedachte, een zeer breed draagvlak te verkrijgen onder de bevolking, met een zeer uitgebreide inspraakprocedure. Uiteraard zou ook een zeer uitgebreide publiciteit gegeven moeten worden aan het beleid, waarbij de invoering per wijk gefaseerd zou dienen te geschieden. Op 9 november 1998 werd door de gemeenteraad een bedrag van ƒ 117.600,- beschikbaar gesteld voor een gedeeltelijke uitvoering van het ontwikkelde beleid.
Het was oorspronkelijk de bedoeling geweest het nieuwe beleid in een keer in te voeren maar daar ontbraken de middelen voor. Het nieuwe beleid week af van dat van 1993 op de volgende punten: l. De hondeneigenaar kreeg een opruimplicht. 2. De al aanwezige aanlijnplicht
binnen de bebouwde kom moest nader worden benadrukt. 3. Kinderspeelplaatsen en begraafplaatsen werden verboden voor honden. Handhaving wordt als essentieel aangemerkt. Op 8 december 1999 besloot de raad akkoord te gaan niet de start van het "project bestrijding hondenpoep" en van het eerder genoemde krediet ƒ 37.000,- beschikbaar te stellen voor Steenwijk West. Op 19 april 1999 werd gestart met het pilot project Steenwijk West. Op 25 april 2000 werd door de raad een krediet van ƒ 80.600,- beschikbaar gesteld voor de invoering van hondenpoepmaatregelen in de wijken Oostermeenthe en Nieuwe Gagels. Ook de APV werd aangepast t.a.v. loslopende honden en hun verontreiniging. In mei 2000 is een evaluatie gehouden en middels een enquête gepoogd een beeld te krijgen van de werking van de diverse maatregelen. De uitslag hiervan was: l. te weinig controle, 2. hondentoiletten zijn niet hygiënisch, 3. de frequentie van gebruik is redelijk tot goed, 4. meer afvalbakken, 5. meer doen aan de mentaliteitsverandering van de hondenbezitter, 6. meer bekendheid geven aan het geldende beleid. Op 26 oktober 2000 werd de invoering van het beleid tegen overlast hondenpoep ingevoerd in de wijken Oostermeenthe en Nieuwe Gagels.
Ter stimulering ontvingen de hondeneigenaren een folder met spelregels, een kaartje met de uitlaatplaatsen, een voedingsadvies van de Dierenartsen Combinatie Steenwijk e.o. en een kluif voor de hond zelf. In december werd medegedeeld dat na een halfjaar de maatregelen geëvalueerd zullen worden. Dit zou gebeuren in april/mei 2001 maar is tot nu toe niet uitgevoerd. Daarbij speelde de herindeling een cruciale rol. Van een aantal inwoners van de Oostercluft en Herenslagen werden suggesties ontvangen waaruit bleek dat er nog veel op te merken viel op het ingevoerde systeem ter bestrijding van overlast. Daaruit bleek ook dat met name de gemeente fors aan zet is in het verwijderen van de hondenpoep en met hoge kosten opgezadeld kan worden.
Voorstel tot aanpak hondenpoep overlast
Uit bovenstaande blijkt dat de invoering van maatregelen kennelijk niet zo eenvoudig was ofonvoldoende serieus werd genomen. Met name de middelen die gemoeid waren met eengoede degelijke invoering alsmede een adequaat toezicht ontbraken.
De raad van Steenwijkerland heeft aangegeven sterk te hechten aan een algeheel beleid tervoorkoming van hondenpoepoverlast en vraagt om een beleid in deze.
Belangrijk daarbij is de vraag of de verantwoordelijkheid bij de gemeente wordt neergelegd ofbij de hondeneigenaar. De eigenaar betaalt tenslotte hondenbelasting en mag hij dan van deoverheid daarvoor wat terug verwachten? Dit is duidelijk niet het uitgangspunt (geendoeluitkering).
Dit voorstel gaat uit van het principe dat de hondeneigenaar zelfde uitwerpselen dient op te ruimen en te deponeren in een afvalbak. Alleen op plaatsen waar dit is toegestaan mag hij de uitwerpselen laten liggen. De gemeente zorgt voor de plaatsing van de afvalbakken alsmede voor de lediging en voor de verwijzing naar de aangewezen losloopgebieden. De gemeente zorgt op de locaties zoals aangegeven in het aanwijsbesluit van B en W van 12 februari 2003 voor de naleving van de regels door voldoende en adequate handhaving.
Het voorgestelde beleid wordt met succes in de gemeente Zwolle toegepast. Dit beleid is ook weer gebaseerd op jarenlang zoeken door de gemeenten Zwolle, Breda, Wijchen, Deventer e.a. naar de juiste formule. Het beleid is in breed overleg met de bewoners opgezet en per wijk ingevoerd.
Gezien de al brede ervaring met het principe dat de hondeneigenaar zelf gaat opruimen en de toepassing van een adequaat toezicht, (Zwolle heeft 1 fulltime controleur) is het niet nodig een breed draagvlak te verwerven en stapvoets dit beleid in te voeren. Wel dient een uitgebreide campagne gevoerd te worden voor de invoering van het beleid waarbij de Wijk verenigingen en Dorpsbelangen belangrijk zijn (communicatie en voorlichting). Invoering van uw beleid dient in een keer te geschieden waarbij opmerkingen en servicelijn de bron zijn om een evaluatie voor verbeteringen vorm te geven.
Concept hondenuitlaatbeleid in de gemeente Steenwijkerland.
Het probleem bij het hebben van een hond is dat het dier dagelijks l tot 3 keer per dag zijn ontlasting moet kwijtraken.
Vele hondenbezitters zijn gemakkelijk en maken voor de poepplaats gebruik van het gemeentelijke plantsoen. Dit kan zijn heesterbeplanting, bosplantsoen of in het meest voorkomende geval de grasstroken en grasvelden. De plaatsen waar kinderen plachten te spelen worden ook niet ontzien, waardoor de kinderen de hondenpoep onder hun schoenen weer meenemen in huis. Ook op begraafplaatsen komt hondenontlasting voor en dat is zeker geen plaats waar dit thuis hoort. Op de groenstroken ondervinden de maaiers van de NoordWestgroep veel last van stank door de veelheid van poep in het gras dat zij moeten maaien. De geur trekt in hun kleren en zij stinken zo een uur in de wind.
Het is een feit dat honden beweging nodig hebben en dat vaak de tuinen van de mensen te klein zijn om hun hond uit te laten. Honden worden daarom uitgelaten buiten het eigen erf in de openbare ruimte.
De oorzaak van het probleem is dat de hondeneigenaar de hondenpoep niet opruimt in de openbare ruimte. Hij laat dit over aan de gemeente of aan de natuurlijke afbraak door bacteriën. Op zich is dit niet zo erg als dit gebeurt op grote groengebieden waarin geen overlast wordt ondervonden van de poep. Het is vervelend als dit op grasvelden gebeurt die ook gebruikt worden voor spel en recreatieve doeleinden. Het wordt uitermate vervelend als dit gebeurt op verharding en in winkelcentra en stads- en dorpscentrum gebieden waar veelvuldig wordt gewandeld. (De hondeneigenaar in het algemeen, ruimt de poep niet op omdat hij belasting betaalt en hij van mening is dat de gemeenschap die poep dan maar op moet ruimen.)
Er zijn hondeneigenaren die de poep met een schepje in het plantsoen gooien, in de goot of in het water ( vrijwel schoon door de aanleg van riolering) maar dit is zeker geen afdoende oplossing. Het water raakt vervuild en de poep kan ziektes veroorzaken voor de watergebruiker.
We willen bereiken dat aan het probleem en de oorzaak een einde komt en gezorgd wordt voor een goede oplossing.
De verantwoordelijkheid hiervoor dient neergelegd te worden bij zowel de hondeneigenaar alsbij de gemeente die belasting laat betalen voor het hebben van een hond.
De poep dient op ongewenste plaatsen te worden opgeruimd om vervuiling, overlast enziektes te voorkomen.
Door een goede voorlichting betreffende voeding van de dieren een aanzienlijke reductie te
verkrijgen van de totale hoeveelheid hondenpoep.
Wij stellen de volgende maatregelen voor:
De hondeneigenaar is verplicht binnen de bebouwde kom de hond aangelijnd te laten lopen en slechts op de toegestane plek(ken) de hond los te laten lopen. De plekken worden benoemd door een aanwijzingsbesluit en op tekening(en) aangegeven. Buiten de bebouwde kom is het toegestaan de hond vrij te laten lopen. Binnen de bebouwde kom dient de eigenaar te zorgen voor het direct opruimen van de poep als de hond zijn behoefte heeft gedaan (zie APV artikel 2.4.18 lid I sub c en het bijbehorende aanwijsbesluit.) Hiervoor krijgt de eigenaar van de gemeente een grijpertje waarin de poep opgeraapt kan worden. De poep dient vervolgens door de eigenaar meegenomen te worden naar de eigen afvalcontainer of naar containers die daarvoor op aangegeven plaatsen worden geplaatst. Buiten de bebouwde kom mag de poep blijven liggen in de berm.
De gemeente zorgt waar mogelijk voor de aanleg van hondenuitlaatterreinen waar niet gespeeld mag worden door kinderen. Deze terreinen dienen voldoende van omvang te zijn waarbij per kern de belasting van de honden zal worden bekeken alsmede de mogelijkheden voor deze aanleg. Op de terreinen worden een prullenbak en een container met papieren zakjes aangebracht. De prullenbak kan voor het inwerpen van de poep worden gebruikt en de papieren zakjes door eigenaren die de grijper zijn vergeten en voor eigenaren van honden die van buiten de gemeente komen.
De oplossingen die zijn genoemd kunnen alleen gerealiseerd worden als er ook gezorgd wordt dat de hondeneigenaren zich houden aan de door de raad vastgestelde regels ondersteund door de mogelijkheid van strafvervolging binnen de APV.
Hondeneigenaren zullen erop gewezen moeten worden dat afwijkend gedrag niet zal worden geaccepteerd met de mogelijkheid tot verbalisering.
Voor toezicht, vermaning en verbalisering is een buitengewone opsporingsambtenaar nodig (BOA). In de gemeente Zwolle is speciaal voor het toezicht op het hondenbeleid l BOA aangetrokken.
Gezien het inwonertal lijkt mij dat voor dit toezicht in Steenwijkerland 0,5 fte voldoende is.
Daarnaast zal ook de inzet van de stadswachten mee kunnen helpen daadwerkelijk werk te maken van handhaving (overleg dient hierover plaats te vinden).
Om het beleid breed bekend te maken aan de inwoners van de gemeente en speciaal aan de hondeneigenaren, dient veel zorg te worden besteed aan de voorlichting. Wij denken dat hiervoor de volgende acties dienen te worden ondernomen:
Huis-aan-huis verspreiding van een circulaire waarin het raadsbesluit is verwoord ten aanzien van het hondenpoepbeleid. Hierin wordt ook een voedingsadvies opgenomen ter voorkoming van onnodige hoeveelheden poep. Tevens zal daarin aangegeven worden dat een avond zal worden belegd voor belangstellenden waarop deskundigen deze adviezen mondeling gaan toelichten waarbij ook het Drenthe college (afdeling dierverzorging) een rol zal spelen. Met de circulaire zal ook een kaart worden verstrekt waarop de uitlaatplekken staan aangegeven waar honden vrij mogen lopen en waar geen opruimverplichting geldt. Tevens zal gewezen worden op hel feit dat er toezicht zal worden gehouden en er verbaliserend kan en zal worden opgetreden.
Door de verantwoordelijkheid grotendeels bij de hondeneigenaren te leggen zijn de kosten beperkt te noemen.
Daarbij worden de prullenbakken wekelijks geledigd door BOR of door derden. Waar mogelijk zal dit gebeuren in de bestaande routes. De vulling van de staanders met papieren zakjes wordt dan ook gedaan.
De uitlaatterreinen zijn allen van de gemeente en kunnen om niet worden ingebracht.
De loonkosten BOA zijn deels voorzien in de aanwezige functie van inspecteur openbare ruimte. Functioneel is deze functie ondergebracht bij de afdeling VROM.
De aanschaf van staanders, prullenbakken, grijpers etc. zijnde materialen die nodig zijn voor de bedrijfsvoering dienen uit de bedrijfsreserve te worden gedekt. Dit bedrag bedraagt € 47.045.- (zie bijlage 1). De kosten voor het jaarlijkse onderhoud, ledigen, schoonmaken van de bakken, papierzakjes bijvullen etc. zijn voorzien in de begroting en bedragen € 33.000 exclusief BTW
Bij de inventarisering van de mogelijke losloopterreinen of groenstroken is al wel gebleken dat deze terreinen niet liggen op de meest gewenste plaatsen. Op termijn zijn naar onze mening betere plaatsen mogelijk indien bij planontwikkeling in de kernen hiermee rekening wordt gehouden. Een voorstel hiertoe zal uw college gelijktijdig met de evaluatie bereiken zodat ook de mening van de gebruikers en de vereniging van dorpsbelangen en wijkverenigingen hierin verwerkt kan worden.
Om het effect van de maatregel te kunnen en willen meten dient binnen 2 jaar na de invoering een evaluatie te worden gehouden. Hiervoor kan een enquêteformulier worden gezonden naar de hondeneigenaren en kan met de verenigingen van stad en dorpsbelangen een evaluatiebespreking worden georganiseerd.
Bijgaand treft uw college ook het voorstel aan van de juridische aanpassingen op grond van de APV die het voorgestelde beleid moeten ondersteunen.
Hondenspeelweides in de gemeente Steenwijkerland
Deze omschrijving van hondenspeelweides behoort bij de kaart, die onderdeel uitmaakt van het aanwijzingsbesluit van het college om over te gaan tot het aanwijzen van hondenspeelweides die tevens dienst doen als hondentoilet.
De volgende woonkernen zijn op de kaart weergegeven, waarbij per kern aangegeven is in groen waar de hondenspeelweides aangewezen zijn en met blauwe stip waar de bakken met hondenpoepzakken geplaatst zijn.
- Het grasveld tussen de Rijsstraat en de Baltersstraat van de Cuperusstraat tot de Wintersstraat.
- De groenstrook langs de spoorsloot ten zuiden van de spoorlijn vanaf de Gagelsweg tot de dr. Dreesstraat.
* De Vendelweg en de Schansweg:
* Het Sangerland en de Paasweide.
- De groenstrook over de brug bij de Van Olphenstraat, ten zuiden van het fietspad door het Broekslagenbos.
- De groenstrook tussen de Kanaalstraat en het Balkengat (langs de rioolzuivering).
-De groenstrook tussen Achterslagen en Spitzen en het oud Novac-terrein.
- De Beulakerweg tussen het bosje en de Elzen.
- De bermen van de Bartus Warnersweg.
- De berm van de Frenzensteeg.
Het terrein achter de sportvelden (Bovenboerseweg/Wethouder Vosstraat).
De Bovenboerseweg vanaf de volkstuinen in noordelijke richting
Het bouwterrein bij de Burgermeester Pastoorstraat nabij de WOZOCO.
Geen losloopterreinen binnen de bebouwde kom.
Geen losloopterreinen binnen de bebouwde kom.
Het pad achter de sportvelden van Aan Boord tot en met het veldje achter het woonwagenkampje.
Het grasveldje van park Old Ruitenborgh tegenover de Groenestraat 27.
Het grasveldje van park Old Ruitenborgh tegenover de Groenestraat 33.
Geen losloopterreinen binnen de bebouwde kom.
De wal tussen de Noorderkade en de Kuinderstraat
De Puinweg tussen Zuiderpolderweg 23 en de Duinweg
Het Schelpenpad achter Hartkamp 1-13
·Het terrein naast de Burgemeester van der Veenweg en de Lageweg.
·Het terreintje langs ’t Strand en de grens met de N-O-Polder.
·Aan de padzijde nabij de brug van Kalenberg-Noord.
·De Binnenweg op het manifestatieterrein.
·Het terrein tussen de Kloosterhuisstraat en het Olde Meinenbos.