Organisatie | Appingedam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening participatiefonds |
Citeertitel | Verordening participatiefonds |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Onbekend
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2004 | Nieuwe regeling | 23-09-2004 De Eemslander, 29-09-2004 | Geen |
Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN
In deze verordening wordt verstaan onder:a. rechthebbende: de inwoner van Appingedam van 18 jaar en ouder, nederlander of hiermee gelijkgesteld als bedoeld in artikel 11 WWB, die een inkomen heeft dat gelijk is aan of minder dan 110 % van de voor hem geldende bijstandsnorm en geen vermogen heeft boven het voor hem of haar geldende vrij te laten vermogen ingevolge de WWB;b. Burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders.c. student: sturende van 18 jaar en ouder die recht heeft op studiefinanciering op grond van de WSF en de Wtos;d. gezin: als bedoeld in artikel 4 WWB;e. alleenstaande ouder: als bedoeld in artkel 4 WWB;f. alleenstaande: als bedoeld in artikel 4 WWB.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met instemming van de aanvrager zonodig aan derden inlichtingen te vragen, welke rechtstreeks verband houden met de aanvraag.
Burgemeester en wethouders nemen binnen 8 weken na de datum van ontvangst van de aanvraag een beslissing.
Een aanvraag wordt behalve op grond van hetgeen uit voorgaande artikelen voortvloeit afgewezen indien de aanvrager een beroep kan doen op een voorliggende voorziening of de aanvrager in het desbetreffende kalenderjaar reeds een beroep op het fonds heeft gedaan, waarbij de maximale bijdrage is verstrekt.
Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen ten gunste van de rechthebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van de uitvoering van deze verordening nadere regels stellen.