Organisatie | Albrandswaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Recht van onderzoek 2003 |
Citeertitel | Verordening regelende het recht van onderzoek 2003 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-01-2003 | 28-06-2016 | Recht van onderzoek 2003 | 16-12-2002 De Schakel Albrandswaard | 2002/2170 |
Van wijzigingen in de omschrijving van het onderwerp van onderzoek en van beëindiging van het onderzoek wordt op gelijke wijze kennis gegeven.
Vanaf het tijdstip van de eerste bekendmaking zijn leden en gewezen leden van de raad, de burgemeester en gewezen burgemeesters, wethouders en gewezen wethouders, leden en gewezen leden van een door de raad, het college of de burgemeester ingestelde commissie, ambtenaren en gewezen ambtenaren, door of vanwege het gemeentebestuur aangesteld of daaraan ondergeschikt, verplicht te voldoen aan een vordering van de onderzoekscommissie tot het verschaffen van inzage in, het nemen van afschrift van of het anderszins laten kennisnemen van alle bescheiden waarover zij beschikken en waarvan naar het redelijk oordeel van de onderzoekscommissie inzage, afschrift of kennisneming anderszins voor het doen van een onderzoek als bedoeld in artikel 1 nodig is.
Indien een vordering als bedoeld in het eerste lid betrekking heeft op bescheiden die afkomstig zijn van een instelling van de Europese Unie of van het Rijk en kennisneming van die bescheiden door de onderzoekscommissie het belang van de Europese Unie of de Staat kan schaden, wordt niet dan met toestemming van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan de vordering voldaan.
De onderzoekscommissie kan bevelen dat getuigen en deskundigen die, hoewel opgeroepen in overeenstemming met het eerste lid, niet zijn verschenen, door de openbare macht voor hen worden gebracht om aan hun verplichting te voldoen. De onderzoekscommissie stelt de getuige of deskundige hiervan schriftelijk in kennis op de wijze, bedoeld in het eerste lid. In de beschikking wordt een termijn gesteld waarbinnen de belanghebbende de tenuitvoerlegging kan voorkomen door alsnog aan zijn verplichting te voldoen.
De getuigen of deskundigen dienen de oproeping als bedoeld in artikel 5, lid 1, tenminste drie dagen voor de dag van het verhoor te ontvangen.
Indien de behoorlijk opgeroepen getuige of deskundige niet verschijnt, wordt daarvan een proces-verbaal opgemaakt, hetwelk een nauwkeurige omschrijving van de oproeping behelst en door de aanwezige leden der commissie wordt ondertekend.
Wanneer een getuige of deskundige, hetzij vrijwillig, hetzij op de oproeping verschenen of door de openbare macht gebracht zijnde, weigert te antwoorden, of de eed of de belofte af te leggen, wordt daarvan proces-verbaal opgemaakt, hetwelk de redenen van die weigering, zo die gegeven zijn, inhoudt, en door de aanwezige leden van de commissie wordt ondertekend.
Zij die uit hoofde van hun ambt, beroep of betrekking tot geheimhouding verplicht zijn, kunnen zich verschonen getuigenis af te leggen, doch uitsluitend met betrekking tot hetgeen waarvan de wetenschap aan hen als zodanig is toevertrouwd. Zij kunnen inzage, afschrift of kennisneming anderszins weigeren van bescheiden of gedeelten daarvan tot welke hun plicht tot geheimhouding zich uitstrekt.
Leden en gewezen leden van de raad, de burgemeester en gewezen burgemeesters, wethouders en gewezen wethouders, leden en gewezen leden van een door de raad, het college of de burgemeester ingestelde commissie, ambtenaren en gewezen ambtenaren, door of vanwege het gemeentebestuur aangesteld of daaraan ondergeschikt, zijn niet verplicht aan artikel 3, eerste en derde lid, en artikel 4, derde lid, te voldoen, indien het verstrekken van de inlichtingen in strijd is met het openbaar belang.
Een commissie kan in een besloten vergadering, op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in die vergadering met gesloten deuren behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan de commissie worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Geheimhouding omtrent het in een besloten vergadering behandelde wordt tijdens die vergadering opgelegd. De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen totdat de commissie haar opheft.
De getuigen en deskundigen ontvangen op hun daartoe strekkend verzoek schadeloosstelling, door de commissie op vertoon van de schriftelijke oproeping of de akte van dagvaarding, te begroten overeenkomstig het bepaalde omtrent getuigen en deskundigen krachtens artikel 57 van de Wet tarieven in burgerlijke zaken.
De bevoegdheid en de werkzaamheden van een commissie van onderzoek worden door de ontbinding van de gemeenteraad niet geschorst.
De gemeenteraad stelt een raming vast van de kosten, welke naar zijn oordeel voor het onderzoek in een bepaald jaar vereist zijn. Hij brengt deze ter kennis van het college. Het college bereidt vervolgens een voorstel tot wijziging van de gemeentebegroting voor.
De secretaris van de commissie is op basis van een mandaatbesluit van de griffier eindverantwoordelijk voor alle inhoudelijke en organisatorische activiteiten van de ondersteuning van de commissie en is (indien van toepassing) daartoe belast met het beheer van de gelden, toegestaan in de goedgekeurde begroting.
Zo spoedig mogelijk na instelling van de commissie c.q. vaststelling van de onderzoeksopdracht stellen de voorzitter en de secretaris van de commissie, in overleg met de griffier en gemeentesecretaris, voor zover een beroep wordt gedaan op zijn ambtelijk apparaat, een concept plan van aanpak op waarin zij in ieder geval aandacht besteden aan:- de uitvoering van de onderzoeksopdracht;- de eerste planning van de uit te voeren taken;- de taakverdeling;- de taak en rol van de voorzitter;- de nadere invulling van de wenselijke ondersteuning, waarbij aandacht wordt besteed aan de wettelijke aansprakelijkheid;- de plaats en de omvang van de werkruimten;- de noodzaak van een informatieprotocol;- de archivering en classificering;- de geheimhoudings- en beveiligingsaspecten;- de vertrouwelijkheid van de informatie in de verschillende fasen van het onderzoek;- de contacten met de pers.Dit plan van aanpak wordt in de eerste vergadering van de onderzoekscommissie besproken en, na eventuele wijzigingen, vastgesteld.