Organisatie | Albrandswaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Brandbeveiligingsverordening Albrandswaard |
Citeertitel | Brandbeveiligingsverordening Albrandswaard |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-02-1995 | 01-04-2012 | Brandbeveiligingsverordening | 30-01-1995 De Schakel Albrandswaard | BZ 95/001 |
Onderwerp:Brandbeveiligings-verordening.
De raad der gemeente Albrandswaard,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 3 januari 1995 (voorstel nr. BZ 95/001);
gelet op artikel 12 van de Brandweerwet 1985, artikel 149 van de Gemeentewet, en de Algemene wet bestuursrecht;
overwegende dat het wenselijk is om regels te stellen omtrent de brandbeveiliging;
vast te stellen de Brandbeveiligingsverordening Albrandswaard.
Hoofdstuk 2 Brandveilig gebruik
Artikel 3 Vergunning gebruik inrichting
Indien het belang waarvoor de vergunning is verleend dit vereist op grond van een verandering van de inzichten of verandering van omstandigheden gelegen buiten de inrichting, opgetreden na het verlenen van de vergunning, kunnen burgemeester en wethouders aan de vergunning nieuwe voorschriften verbinden en gestelde voorschriften wijzigen of intrekken.
Artikel 5 Intrekken vergunning
Een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken:
indien op grond van een verandering in inzichten of verandering in omstandigheden gelegen buiten de inrichting, opgetreden na het verlenen van de vergunning/ontheffing moet worden aangenomen dat intrekking wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning/ontheffing is vereist, en het tevens niet mogelijk blijkt door het stellen of wijzigen van voorschriften dat belang voldoende te beschermen;
Paragraaf 2 Het voorkomen van brand en het beperken van brand en brandgevaar
Artikel 7 Gebruikseisen voor inrichtingen
Onverminderd het gestelde in het tweede lid, is het verboden een inrichting niet zijnde een woonschip, uitgezonderd een woonschip waarin sprake is van verminderde zelfredzaamheid van bewoners in combinatie met permanente aanwezigheid van personeel en begeleiding van bewoners, te gebruiken in strijd met de gebruikseisen zoals per onderwerp vermeld in de van overeenkomstige toepassing zijnde bijlage 4 van de Bouwverordening.
Paragraaf 3 Het bestrijden van brand en het voorkomen van ongevallen bij brand
Artikel 10 Gebruiksgereed houden bluswaterwinplaatsen
De rechthebbende op een inrichting, ten behoeve waarvan een bluswaterwinplaats aanwezig is, is verplicht deze zodanig te onderhouden, dat daaruit te allen tijde over voldoende bluswater kan worden beschikt.
Artikel 12 Verrichten van werkzaamheden
Bij het verrichten of doen verrichten van onderhouds-, herstellings-, wijzigings- of sloopwerkzaamheden waarbij stoffen als bedoeld in de Regeling tot wijziging, of gereedschappen worden gebruikt, waarvan het gebruik aanleiding kan geven tot het ontstaan van brand, moeten voldoende maatregelen zijn getroffen tegen het ontstaan van brand.
Artikel 15 Melden van brand en broei
Ieder die brand of broei ontdekt of deze vermoedt, is verplicht dit onmiddellijk aan de brandweer te melden.
Artikel 16 Bossen, heidevelden, venen
De eigenaar van een naaldhoutbos, een heideveld, een veen of een ander terrein, dat met brandbare gewassen is begroeid, is verplicht - na een van burgemeester en wethouders ontvangen aangetekende brief - de voorschriften op te volgen, die burgemeester en wethouders in die brief geven tot het voorkomen van brand en het beperken van de gevolgen van brand.
Hoofdstuk 3 Straf-, overgangs- en slotbepalingen
Artikel 17 Toezicht op de naleving
Het toezicht op de naleving van de bepalingen van deze verordening wordt opgedragen aan ambtenaren van de brandweer en daartoe door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren.
Overtreding van de artikelen 3, 7, 8, 11, 13 en 14 en de krachtens deze artikelen gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van het gerechtelijk vonnis.
Artikel 19 Overgangsbepaling (aanvragen om) gebruiksvergunning
Een aanvraag om gebruiksvergunning als bedoeld in artikel van de Brandbeveiligingsverordening vastgesteld bij raadsbesluit van 26 oktober 1976, alsmede enig beroep, ingesteld tegen een beslissing omtrent een dergelijke aanvraag, wordt afgedaan op grond van genoemde brandbeveiligingsverordening en alle daarin aangebrachte wijzigingen.
Een gebruiksvergunning als bedoeld in artikel van de Brandbeveiligingsverordening vastgesteld bij raadsbesluit van 26 oktober 1976 geldt als gebruiksvergunning als bedoeld in artikel 3, voorzover deze niet krachtens overgangsrecht van de bouwverordening geldt als gebruiksvergunning als bedoeld in artikel 6.1.1. van de Bouwverordening.