Organisatie | Albrandswaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Toeslagenverordening Wet werk en bijstand |
Citeertitel | Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2007 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-01-2007 | 01-01-2007 | Toeslagenverordening 2007 | 18-12-2006 De Schakel Albrandswaard d.d. 04-01-2007 | 2006/4823 |
Onderwerp: Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2007
De raad van de gemeente Albrandswaard
Gezien het voorstel van het college van de gemeente Albrandswaard d.d 21 november 2006;
Gelet op de artikelen 8, eerste lid, onderdeel c en 30 van de Wet werk en bijstand;
Overwegende dat het noodzakelijk is het verstrekken van toeslagen en het verlagen van uitkeringen; van bijstandsgerechtigden van 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar bij verordening te regelen;
De Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2007 vast te stellen.
Hoofdstuk 3 Criteria voor het verlagen van de bijstandsnorm of toeslag
Artikel 5 Verlaging woonsituatie
De verlaging van de gehuwdennorm of de toeslag voor een alleenstaande of alleenstaande ouder als bedoeld in artikel 27 van de wet bedraagt 10 procent van de gehuwdennorm indien een woning wordt bewoond waaraan voor belanghebbende geen kosten van huur of hypotheeklasten verbonden zijn of als geen woning wordt bewoond.
Artikel 6 Toeslag alleenstaanden van 21 of 22 jaar ( op grond van artikel 29 van de wet)
De toeslag voor een alleenstaande van 21 bedraagt 7,5 procent en voor een alleenstaande van 22 jaar 15 procent van de gehuwdennorm indien het een belanghebbende van 21 of 22 jaar betreft die de woonkosten niet kan delen met een ander en 0 procent voor een 21 jarige en 5 procent voor een 22 jarige van de gehuwdennorm indien het een belanghebbende van 21 of 22 jaar betreft die de woonkosten wel kan delen met een ander.
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Albrandswaard in zijn openbare vergadering van 18 december 2006.De griffier, De voorzitter,A. Aarssen mr. H.M. Bergmann
Artikel 1Er is voor gekozen om begrippen die reeds zijn omschreven in de WWB of Awb niet afzonderlijk te definiëren in de Verordening. Dit voorkomt dat in geval van wijziging van betreffende definities in de WWB of Awb ook de Verordening moet worden gewijzigd. Voor het gebruik van het begrip gehuwdennorm is gekozen, omdat de hoogte van deze norm in de WWB zelf wordt gegeven in artikel 21 onder c WWB. Dit bedrag is feitelijk gelijk aan het netto minimumloon.
Artikel 2De in het tweede lid opgenomen verplichting voor het college om -zo nodig in afwijking van de uit de Toeslagenverordening voortvloeiende hoogte van de bijstand- de bijstand anders vast stellen,als dat gelet op de omstandigheden, mogelijk en middelen van belanghebbende opportuun is, volgt uit artikel 30 lid 4 WWB. De individualiseringsplicht geldt evenzeer in situaties waarin de Toeslagenverordening niet voorziet.
Om hierover bij de uitvoering van de Toeslagenverordening geen misverstand te laten bestaan is er voor gekozen om deze plicht expliciet in de Toeslagenverordening op te nemen.
Artikel 3De hoogte van 20 procent van de gehuwdennorm als hoogte van de toeslag voor de alleenstaande of alleenstaande ouder in wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft is verplicht op grond van artikel 30 lid 2 onder a WWB. Ingeval in de woning een ander zijn hoofdverblijf heeft, wordt verondersteld dat er noodzakelijke kosten van het bestaan gedeeld kunnen worden (bijvoorbeeld huur en stookkosten). Daarbij is de mate waarin de kosten ook daadwerkelijk gedeeld worden niet van belang. Dat is een verantwoordelijkheid van belanghebbende zelf.
Zolang er geen sprake is van een gezamenlijke huishouding moet er echter van worden uitgegaan dat niet allekosten gedeeld kunnen worden. Een toeslag blijft op zijn plaats.
In de toeslagen verordening is daarom gekozen voor een toeslag van 10 procent van de gehuwdennorm in het geval één of meer anderen in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft.
In het derde lid wordt geregeld dat kinderen die niet (meer) in de norm begrepen zijn, maar die tevens in omstandigheden verkeren waardoor het niet aannemelijk is, dat zij kunnen bijdragen in de kosten van het huishouden, niet meetellen als personen die in de woning hun hoofdverblijf hebben. Daarbij is nadrukkelijk overwogen dat in de WSF 2000 en Wtos aan thuiswonende studenten reeds een lager bedrag wordt verstrekt. Aangezien betreffende kinderen niet in de bijstand begrepen zijn, is het aan de alleenstaande ouder om zodanige inlichtingen te verstrekken dat kan worden vastgesteld of de onderdelen a, b of c van toepassing zijn.
Op grond van artikel 3 lid 2 onder a van de WWB wordt de toeslag niet verlaagd, als er sprake is van voorzien in de zorgbehoefte van een familielid in de tweede graad. Dit is bij het tot stand komen van de wet bij amendement geregeld. Over de aard en omvang van de zorgbehoefte doet het amendement geen uitspraak. Daarom wordt in deze verordening vastgelegd, dat voor het vaststellen van de zorg behoefte een medisch advies moet worden opgevraagd. Het criterium is dat door de verzorging thuis een opname in een AWBZ inrichting niet nodig is.
Artikel 5Artikel 27 WWB geeft het college de mogelijkheid de norm of de toeslag te verlagen in zoverre belanghebbende lagere algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan heeft ten gevolge van zijn woonsituatie. Artikel 27 WWB is aanvullend bedoeld op de artikelen 25 en 26 WWB.Ten opzichte van artikel 35 lid 1 Abw is artikel 27 WWB ruimer.
Artikel 35 lid 1 Abw voorzag enkel in een verlaging in het geval aan de door belanghebbende bewoonde woning geen woonkosten verbonden waren. Blijkens de toelichting op 27 WWB is de verruiming bedoeld om ook ingeval er helemaal geen woning wordt bewoond, een verlaging te kunnen te kunnen toepassen.
Overigens geschiedt de verlening van bijstand aan belanghebbenden zonder adres als bedoeld in artikel 1 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op grond van artikel 40 lid 1 en 2 WWB door bij amvb aan te wijzen centrumgemeenten. In artikel 11 van het Besluit WWB zijn de gemeenten aangewezen.