Organisatie | Albrandswaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Monumentenverordening Albrandswaard |
Citeertitel | Monumentenverordening Albrandswaard |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2024 | artikle 3, 4, 5, 12, 14, 15 | 04-10-2021 | |||
11-04-1997 | 01-01-2024 | Monumentenverordening Albrandswaard | 24-03-1997 De Schakel Albrandswaard | GW 97/005 |
In deze verordening zijn verwerkt:·
Onderwerp:Monumentenverordening Albrandswaard.
De raad der gemeente Albrandswaard;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4 maart 1997 (voorstel nr. GW 97/005);
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Deze verordening verstaat onder:
monumentencommissie:de door de raad ingestelde commissie of aangewezen instantie, met als taak burgemeester en wethouders op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de toepassing van de Monumentenwet 1988, de verordening en het monumentenbeleid;(bouw)historisch onderzoek:in schriftelijke rapportage vastgelegd onderzoek naar de (bouw)geschiedenis en de (bouw)historische kwaliteit van een monument.
Hoofdstuk 2 Beschermde gemeentelijke monumenten
Paragraaf 1 De aanwijzing als beschermd gemeentelijk monument en de registratie op de gemeentelijke monumentenlijst.
Artikel 4 De aanwijzing tot beschermd gemeentelijk monument
In spoedeisende gevallen, zulks ter hunner beoordeling, kunnen burgemeester en wethouders een monument voorlopig aanwijzen als gemeentelijk monument. Totdat definitief op de aanwijzing is beslist zijn de artikelen 10, 16 en 19 van deze verordening op het voorlopig aangewezen monument van toepassing. Onmiddellijk, doch uiterlijk binnen veertien dagen na de datum van voorlopige aanwijzing vragen burgemeester en wethouders het advies als bedoeld in het tweede lid van dit artikel.
De aanwijzing als bedoeld in artikel 4, eerste lid, en de voorlopige aanwijzing als bedoeld in artikel 4, derde lid, wordt medegedeeld aan degenen die als zakelijk gerechtigden in de kadastrale registratie bekend staan en aan de ingeschreven hypothecaire schuldeisers op het moment van de aanwijzing of voorlopige aanwijzing.
Paragraaf 2 Vergunningen tot wijziging of afbraak van beschermde gemeentelijke monumenten.
De aanvraag van de vergunning als bedoeld in artikel 10, tweede lid, wordt ingediend bij burgemeester en wethouders.
Burgemeester en wethouders geven met betrekking tot een beschermd kerkelijk monument geen beschikking ingevolge de bepalingen in artikel 10, tweede lid, dan in overeenstemming met de eigenaar, indien en voor zover het een beschikking betreft, waarbij wezenlijke belangen van de godsdienstuitoefening in het monument in het geding zijn.
Indien en voor zover blijkt dat een belanghebbende ten gevolge van:
voorschriften door burgemeester en wethouders verbonden aan een vergunning tot wijziging, afbraak of verwijdering van een gemeentelijk monument;
schade lijdt of zal lijden, die redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven, kent het college hem op zijn aanvraag een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding toe.
Hoofdstuk 5 Slot- en overgangsbepalingen
Hij die handelt in strijd met artikel 10 van deze verordening, wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie.
Artikel 18 Opsporingsbevoegdheid
De opsporing van de in artikel 17 strafbaar gestelde feiten is, naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door burgemeester en wethouders met de zorg voor de naleving van deze verordening zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.
Zo dikwijls de zorg voor de naleving van deze verordening dit vereist, wordt hierbij de machtiging verstrekt al dan niet besloten ruimten en plaatsen, met uitzondering van woningen, desnoods tegen de wil van de rechthebbende, bewoner of gebruiker, te betreden, aan hen die en voor zover zij door het bevoegd gezag belast zijn met het toezicht op de naleving van deze verordening.