Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Albrandswaard

Monumentenverordening Albrandswaard

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAlbrandswaard
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingMonumentenverordening Albrandswaard
CiteertitelMonumentenverordening Albrandswaard
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 149
  2. Monumentenwet 1988, art. 14
  3. Monumentenwet 1988, art. 15
  4. Algemene wet bestuursrecht

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

11-04-1997Monumentenverordening Albrandswaard

24-03-1997

De Schakel Albrandswaard

GW 97/005

Tekst van de regeling

Intitulé

Monumentenverordening Albrandswaard

In deze verordening zijn verwerkt:·

wijziging 1, 2 juli 2001·

wijziging 2, 29 mei 2006

 

Besluit nr.: GW 97/005.

Onderwerp:Monumentenverordening Albrandswaard.

 

De raad der gemeente Albrandswaard;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4 maart 1997 (voorstel nr. GW 97/005);

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

de artikelen 12, 14 en 15 van de Monumentenwet 1998 en de Algemene wet bestuursrecht;

 

BESLUIT :

vast te stellen de Monumentenverordening Albrandswaard.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    monument:1. een roerende of onroerende zaak die van algemeen belang is wegens zijn schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische waarde;2. terrein dat van algemeen belang is wegens een daar aanwezige zaak als bedoeld onder 1;

  • b.

    gemeentelijk archeologisch monument:monument, bedoeld in onderdeel a, onder 2;

  • c.

    beschermd gemeentelijk monument:monument, dat overeenkomstig de bepalingen van deze verordening als beschermd gemeentelijk monument is aangewezen;

  • d.

    gemeentelijke monumentenlijst:de lijst waarop zijn geregistreerd de overeenkomstig deze verordening als beschermd gemeentelijk monument aangewezen zaken;

  • e.

    beschermd rijksmonumentonroerend monument, dat is ingeschreven in de ingevolge de Monumentenwet 1988 vastgestelde registers;

  • f.

    kerkelijk monument:onroerend monument, dat eigendom is van een kerkgenootschap, kerkelijke gemeente of parochie of van een kerkelijke instelling en dat uitsluitend of voor een overwegend deel wordt gebruikt voor de uitoefening van de eredienst;

  • g.

    monumentencommissie:de door de raad ingestelde commissie of aangewezen instantie, met als taak burgemeester en wethouders op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de toepassing van de Monumentenwet 1988, de verordening en het monumentenbeleid;(bouw)historisch onderzoek:in schriftelijke rapportage vastgelegd onderzoek naar de (bouw)geschiedenis en de (bouw)historische kwaliteit van een monument.

Artikel 2 Het gebruik van het monument

Bij toepassing van deze verordening wordt rekening gehouden met het gebruik van het monument.

Artikel 3 De monumentencommissie

  • 1

    De leden van de monumentencommissie worden door de raad benoemd; de monumentencommissie telt vijf leden. Uitgesloten zijn raadsleden en leden van het college van burgemeester en wethouders, alsmede allen die in een ondergeschiktheidsverhouding tot het gemeentebestuur staan.

  • 2

    Burgemeester en wethouders doen een voordracht, waarbij rekening wordt gehouden met de binding van de kandidaten met op het terrein van de monumentenzorg actieve particuliere instellingen en met hun deskundigheid.

  • 3

    Burgemeester en wethouders wijzen op voordracht van de gemeentesecretaris een ambtelijk secretaris en eventuele adviseurs aan.

  • 4

    De leden van de monumentencommissie treden na verloop van een periode van vier jaren af. Zij zijn eenmaal onmiddellijk herbenoembaar.

  • 5

    Een lid, dat ter vervulling van een -anders dan ten gevolge van een periodieke aftreding- opengevallen plaats wordt benoemd, treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is benoemd, moest aftreden.

  • 6

    De commissie werkt naar de bepalingen van een door haarzelf te maken reglement dat door burgemeester en wethouders wordt goedgekeurd.

  • 7

    De commissie beraadslaagt in het openbaar.

Hoofdstuk 2 Beschermde gemeentelijke monumenten

Paragraaf 1 De aanwijzing als beschermd gemeentelijk monument en de registratie op de gemeentelijke monumentenlijst.

Artikel 4 De aanwijzing tot beschermd gemeentelijk monument

  • 1

    Burgemeester en wethouders kunnen, al dan niet op aanvraag van een belanghebbende, monumenten aanwijzen als beschermd gemeentelijk monument.

  • 2

    Voordat burgemeester en wethouders over de aanwijzing een besluit nemen, vragen zij advies aan de monumentencommissie.

  • 3

    In spoedeisende gevallen, zulks ter hunner beoordeling, kunnen burgemeester en wethouders een monument voorlopig aanwijzen als gemeentelijk monument. Totdat definitief op de aanwijzing is beslist zijn de artikelen 10, 16 en 19 van deze verordening op het voorlopig aangewezen monument van toepassing. Onmiddellijk, doch uiterlijk binnen veertien dagen na de datum van voorlopige aanwijzing vragen burgemeester en wethouders het advies als bedoeld in het tweede lid van dit artikel.

  • 4

    Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van de aanwijzing van een monument als beschermd gemeentelijk monument bepalen dat een (bouw)historisch onderzoek wordt verricht.

  • 5

    Voordat burgemeester en wethouders een kerkelijk monument aanwijzen, voeren zij overleg met de eigenaar.

  • 6

    De aanwijzing kan geen monument betreffen dat is aangewezen op grond van artikel 3 van de Monumentenwet 1988 of dat is aangewezen op grond van de Monumentenverordening Zuid-Holland.

Artikel 5 Termijn advies en aanwijzingsbesluit

  • 1

    De monumentencommissie adviseert schriftelijk binnen acht weken na ontvangst van het verzoek van burgemeester en wethouders.

  • 2

    Burgemeester en wethouders beslissen binnen twaalf weken na ontvangst van het advies van de monumentencommissie, maar in ieder geval binnen 20 weken na de adviesaanvraag.

Artikel 6 Mededeling

De aanwijzing als bedoeld in artikel 4, eerste lid, en de voorlopige aanwijzing als bedoeld in artikel 4, derde lid, wordt medegedeeld aan degenen die als zakelijk gerechtigden in de kadastrale registratie bekend staan en aan de ingeschreven hypothecaire schuldeisers op het moment van de aanwijzing of voorlopige aanwijzing.

Artikel 7 Registratie op de gemeentelijke monumentenlijst

  • 1

    Burgemeester en wethouders registreren het beschermde gemeentelijke monument op de gemeentelijke monumentenlijst.

  • 2

    De gemeentelijke monumentenlijst bevat de plaatselijke aanduiding, de datum van de aanwijzing, de kadastrale aanduiding, de tenaamstelling en een beschrijving van het beschermde gemeentelijke monument.

Artikel 8 Wijzigen van de aanwijzing

  • 1

    Burgemeester en wethouders kunnen de aanwijzing ambtshalve of op aanvraag van een belanghebbende wijzigen.

  • 2

    Artikel 4, tweede en derde lid, alsmede artikel 5, eerste en tweede lid, zijn van overeenkomstige toepassing op de wijziging.

  • 3

    Indien de wijziging naar het oordeel van burgemeester en wethouders van ondergeschikte betekenis is blijft overeenkomstige toepassing van artikel 4, tweede en derde lid, alsmede artikel 5, eerste lid, achterwege.

  • 4

    De inhoud en de datum van de wijziging worden op de gemeentelijke monumentenlijst aangetekend.

Artikel 9 Intrekken van de aanwijzing

  • 1

    Burgemeester en wethouders kunnen de aanwijzing intrekken.

  • 2

    Artikel 4, tweede lid, en artikel 5, eerste en tweede lid, zijn van overeenkomstige toepassing op de intrekking.

  • 3

    De aanwijzing wordt geacht ingetrokken te zijn, indien toepassing wordt gegeven aan artikel 3 van de Monumentenwet 1988 of aan artikel 4 van de Monumentenverordening Zuid-Holland.

  • 4

    De intrekking wordt op de gemeentelijke monumentenlijst aangetekend.

Paragraaf 2 Vergunningen tot wijziging of afbraak van beschermde gemeentelijke monumenten.

Artikel 10 Verbodsbepaling

  • 1

    Het is verboden een beschermd gemeentelijk monument te beschadigen of te vernielen.

  • 2

    Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders of in strijd met bij zodanige vergunning gestelde voorschriften een beschermd gemeentelijk monument geheel of gedeeltelijk af te breken.

  • 3

    Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders of in strijd met bij zodanige vergunning gestelde voorschriften een op aanvraag van een belanghebbende aangewezen beschermd gemeentelijk monument;

    • a.

      te verstoren, te verplaatsen of in enig opzicht te wijzigen;

    • b.

      te herstellen, te gebruiken of te laten gebruiken op een dusdanige wijze, dat het wordt ontsierd of in gevaar gebracht.

Artikel 11 De aanvraag

De aanvraag van de vergunning als bedoeld in artikel 10, tweede lid, wordt ingediend bij burgemeester en wethouders.

Artikel 12 Advies van de monumentencommissie en beslissing op de aanvraag

  • 1

    Burgemeester en wethouders vragen advies aan de monumentencommissie voordat zij beslissen op de aanvraag.

  • 2

    Binnen acht weken na de adviesaanvraag brengt de monumentencommissie schriftelijk advies uit aan burgemeester en wethouders.

  • 3

    Geen inhoud aanwezig van lid