Organisatie | Staphorst |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2010 |
Citeertitel | Verordening afvalstoffenheffing 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Regeling vervangt de Verordening afvalstoffenheffing 2009, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor de ingangsdatum hebben voorgedaan.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-12-2009 | 01-01-2011 | Nieuwe regeling | 03-11-2009 De Staphorster, 08-12-2009 | 09-4904 | |
09-12-2009 | Nieuwe regeling | 03-11-2009 De Staphorster, 08-12-2009 | 09-4904 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:- GFT-afval: groente-, fruit- en tuinafva- restafval: huishoudelijk afval niet zijnde GFT-afval;- bedrijfsafval: afval van beperkte omvang afkomstig van bedrijven niet zijnde huishoudelijk afval dan wel GFT-afval;- mini-container: de vanwege de gemeente uitgezette ophaalbakken, waaronder city-bins, onderverdeeld in verschillende volumina;- verzamelcontainer: de vanwege de gemeente geplaatste verzamelcontainers, die kunnen worden ontsloten door middel van chipkaarten;- grof huishoudelijk afval: huishoudelijke afvalstoffen die met enige regelmaat in een huishouden vrijkomen, doch die te groot en/of te zwaar zijn om op dezelfde wijze als andere huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst te worden aangeboden;- grof tuinafval: tuinafval dat met enige regelmaat in een huishouden vrijkomt, doch te groot en/of te zwaar is om op dezelfde wijze als GFT-afval aan de inzameldienst te worden aangeboden.
Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit
De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:a. degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel;b. ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene aan wie dat gedeelte ten gebruike is afgestaan, danwel degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan.
Artikel 4 Maatstaf van heffing
De maatstaf van heffing is een vast bedrag per perceel en een vast bedrag per lediging.
Onverminderd het bepaalde in lid 1 bedraagt de belasting per lediging bij een:- containervolume 240 liter - restafval: € 9,21, GFT-afval: € 5,61- containervolume 140 liter - restafval: € 5,63, GFT-afval: € 3,53- containervolume 80 liter - restafval: n.v.t., GFT-afval: € 2,25- containervolume 40 liter - restafval: n.v.t., GFT-afval: € 1,50- verzamelcontainer voor maximaal 40 liter restafval: € 1,11
Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien een belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in artikel 5, lid 1, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting, als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt dat,a. indien een machtiging tot automatische incasso is afgegeven, de belasting zoals bedoelt in artikel 5, lid 1, en bij wege van aanslag geheven, moet worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste drie bedraagt. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.b. indien een machtiging tot automatische incasso is afgegeven, de belastingen zoals bedoelt in artikel 5, lid 2, en bij wege van aanslag geheven, moeten worden betaald in zes termijnen, tenzij de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt. In dat geval moeten deze aanslagen worden betaald in drie termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.
Wegens het (in overleg) niet nakomen van de inzamelplicht wordt geen afvalstoffenheffing geheven van de gebruikers van de recreatiewoningen, die zijn gelegen op één van de onderstaande bungalow/recreatie parken:
Artikel 12 Nadere regels door het college
Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing.
Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel
In afwijking in zoverre van het in voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover terzake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.