Organisatie | Staphorst |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening procedure overleg huisvesting onderwijs |
Citeertitel | Verordening procedure overleg huisvesting onderwijs gemeente Staphorst |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-10-1996 | Nieuwe regeling | 01-10-1996 Gemeenteblad, 01-10-1996 | Onbekend. |
In deze verordening wordt verstaan onder:a. bevoegd gezag: het bestuur van een volgens de Wet op het basisonderwijs en de Wet op het voorgezet onderwijs bekostigde openbare of bijzondere school voor basisonderwijs of algemeen voortgezet onderwijs, die geheel of gedeeltelijk gehuisvest is in een gebouw dat zich bevindt op het grondgebied van de gemeente;b. bestuurlijk overleg: het op overeenstemming gericht overleg tussen het gemeentebestuur en de bevoegde gezagsorganen als bedoeld in artikel 76, vijfde lid van de Wet op het basisonderwijs en artikel 76m, vijfde lid van de Wet op het voorgezet onderwijs;c. verordening voorzieningen huisvesting onderwijs: de vast te stellen of te wijzigen Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs als bedoeld in artikel 76 eerste lid van de Wet op het basisonderwijs en artikel 76m, eerste lid van de Wet op het voorgezet onderwijs;d. advies van de Onderwijsraad: het advies van de Onderwijsraad als bedoeld in artikel 76, zesde lid van de Wet op het basisonderwijs en artikel 76m van de Wet op het voorgezet onderwijs.
Alvorens burgemeester en wethouders een voorstel aan de raad doen over de vaststelling of wijziging van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs, wordt de voorgenomen inhoud van dit voorstel met een toelichting daarop en de inventarisatie als bedoeld in artikel 4, toegezonden aan alle bevoegde gezagsorganen.
Het bestuurlijk overleg kan worden voorafgegaan door een voorbereiden overleg tussen vertegenwoordigers van het bevoegde gezagsorganen en burgemeester en wethouders. Dit voorbereidend overleg wordt afgerond met een inventarisatie van de onderwerpen waarover wel en waarover geen overeenstemming is bereikt.
Artikel 6 Advies Onderwijsraad
Indien één of meer vertegenwoordigers in het bestuurlijk overleg een advies van de Onderwijsraad wensen over het voorstel tot vaststelling of wijziging van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs in relatie tot de vrijheid van richting en vrijheid van inrichting, dan wordt dit tijdens het bestuurlijk overleg door de vertegenwoordigers kenbaar gemaakt. Dit gebeurt aan de hand van een schriftelijk gemotiveerde omschrijving van de onderwerpen waarover het advies van de Onderwijsraad wordt verwacht. Hierbij wordt tevens het verband aangegeven tussen deze onderwerpen en de vrijheid van richting en de vrijheid van inrichting.
Een afschrift van het door de Onderwijsraad uitgebrachte advies wordt zo spoedig mogelijk door burgemeester en wethouders toegezonden aan alle bevoegde gezagsorganen. Indien het geheel of gedeeltelijk opvolgen van het advies van de Onderwijsraad zou leiden tot een of meer inhoudelijke bijstelling van het voorstel over de vaststelling of wijziging van de verordening voorzieningen huisvesting onderwijs zoals dat aan de orde is geweest in het bestuurlijk overleg als bedoeld in het eerste en tweede lid, dan worden de bevoegde gezagsorganen bij toezending van het afschrift van het advies uitgenodigd voor een nader bestuurlijk overleg. In alle andere gevallen beoordelen burgemeester en wethouders of nader bestuurlijk overleg over het advies van de Onderwijsraad noodzakelijk is. Burgemeester en wethouders geven dit aan bij de toezending van het afschrift van het advies van de Onderwijsraad.
Artikel 7 Verslaglegging: informeren raad
Het verslag bevat in ieder geval:a. een overzicht van de gevolgde procedure;b. een weergave van de zienswijzen zoals deze tijdens het bestuurlijk overleg foor de vertegenwoordigers van de bevoegde gezagsorganen en de vertegenwoordiger van burgemeester en wethouders naar voren zijn gebracht;c. een overzicht van de onderwerpen waarover in het bestuurlijk overleg geen of geen volledige overeenstemming is bereikt, waarbij wordt aangegeven wat de inhoudelijke redenen daarvan zijn;d. een overzicht van de door de vertegenwoordiger van de gemeente in het overleg toegezegde wijzigingen in het oorspronkelijk voorstel, naar aanleiding van de naar voren gebrachte zienswijzen als bedoeld onder b.Indien toepassing wordt gegeven aan het gestelde in artikel 6, eerste lid, dan wordt hiervan eveneens een weergave opgenomen in het verslag.
Burgemeester en wethouders zenden het concept van het verslag ter commentaar toe aan de vertegenwoordigers van de bevoegde gezagsorganen die hebben deelgenomen aan het bestuurlijk overleg. De bevoegde gezagsorganen die niet hebben deelgenomen aan het bestuurlijk overleg ontvangen het concept van het verslag ter kennisneming. Binnen één week na de dag waarop het concept van het eindverslag is toegezonden, maken de bevoegde gezagsorganen die deel hebben genomen aan het bestuurlijk overleg schriftelijk hun opmerkingen over het concept van het verslag kenbaar. Vervolgens stellen burgemeester en wethouders met inachtneming van de opmerkingen, het verslag definitief vast.
Burgemeester en wethouders brengen het verslag gelijktijdig met het voorstel tot vaststelling of wijziging van de Verordening onderwijshuisvesting ter kennis van de gemeenteraad. Voor zover door burgemeester en wethouders is afgeweken van de in het bestuurlijk overleg naar voren gebrachte zienswijzen, zoals weergegeven in het vastgestelde verslag, wordt hiervan in het voorstel aan de raad melding gemaakt. Daarbij worden de redenen voor het niet of niet geheel overnemen van deze zienswijzen vermeld.
Indien uit het advies van de betrokken raadscommissies over het voorgenomen voorstel aan de raad tot vaststelling of wijziging van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs met de daarbij behorende stukken als bedoeld in artikel 7, vierde lid, blijkt dat de meerderheid van de raadscommissies of een deel van de raadscommissie dat volgens burgemeester en wethouders geacht kan worden een meerderheid in de raad te vertegenwoordigen, van oordeel is dat het voorstel op een of meer onderdelen inhoudelijk bijstelling behoeft, dan kan een heropening van het bestuurlijk overleg plaatsvinden. Burgemeester en wethouders beslissen daarover. Het bestuurlijk overleg wordt in ieder geval heropend indien het oordeel als bedoeld in de eerste volzin betrekking heeft op inhoudelijke onderdelen van het voorstel waarover in het bestuurlijk overleg overeenstemming was bereikt.
Indien burgemeester en wethouders beslissen het bestuurlijk overleg te heropenen dan roepen zij e vertegenwoordigers van de bevoegde gezagsorganen zo spoedig mogelijk bijeen, doch uiterlijk voor het moment waarop de raad een besluit neemt over het voorstel tot vaststelling of wijziging van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs. In het overleg worden de vertegenwoordigers in de gelegenheid gesteld hun zienswijze te geven op het in het eerste lid genoemde oordeel. Burgemeester en wethouders informeren de raad over het resultaat van dit overleg in de vorm van een aanvulling op het verslag als bedoeld in artikel 7. De raad betrekt de in dit aanvullend verslag neergelegde zienswijzen bij zijn besluitvorming over de vaststelling of wijziging van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs.