Organisatie | Staphorst |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Financiële verordening gemeente Staphorst 2009 |
Citeertitel | Financiële verordening gemeente Staphorst 2009 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Regeling vervangt de Financiële verordening gemeente Staphorst 2006.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-11-2009 | 01-08-2017 | Nieuwe regeling | 03-11-2009 De Staphorster, 08-06-2010 | 09-4774 |
In deze verordening wordt verstaan onder: a. BBV: het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. b. sector: iedere organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie die als zodanig een eigen rechtstreekse verantwoordelijkheid aan het college heeft. c. administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Staphorst en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd. d. financiële administratie: het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Staphorst te komen tot een goed inzicht in:- a. de financieel-economische positie; - b. het financiële beheer ; - c. de uitvoering van de begroting; - d. het afwikkelen van vorderingen en schulden; - e. alsmede tot het afleggen van rekening en verantwoording daarover. e. administratieve organisatie: het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot stand brengen en het in stand houden van de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke informatieverzorging ten behoeve van de verantwoordelijke leiding. f. financieel beheer: het uitoefenen van bestuur over en toezicht op het beheer van middelen en het uitoefenen van rechten van de gemeente Staphorst g. rechtmatigheid: het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen, raadsbesluiten en collegebesluiten. h. doelmatigheid: het realiseren van vooraf vastgestelde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen. i. doeltreffendheid: de mate waarin de gemeente erin slaagt met de geleverde prestaties de gestelde doelen of de beoogde maatschappelijke effecten te bereiken. j. integrale kostprijs: De integrale kostprijs is de som van de vaste en variabele kosten die aan het product zijn toegeschreven. k. bestuurskader: De door de raad vastgestelde beleids- en uitvoeringsbepalingen die door het college van b & w dienen te worden nageleefd danwel uitgevoerd binnen de betreffende raadsperiode.
Paragraaf 2 Begroting en verantwoording
Het college biedt binnen 15 dagen na ontvangst van de mei-circulaire aan de raad een kadernota aan met een voorstel voor het beleid en de financiële kaders van de ontwerp-begroting voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenraming. De raad stelt deze kadernota vast in de laatste vergadering voor het zomerreces.
Artikel 5 Uitvoering begroting
Het college draagt ten aanzien van de productenbegroting er zorg voor dat de financiële administratie zodanig wordt ingericht dat: a. de lasten en baten, door middel van kostentoerekening, eenduidig zijn toe te rekenen aan de functies van de productenbegroting; b. de budgetten in de productenbegroting en kredieten voor investeringen passen binnen de kaders zoals geautoriseerd bij de vaststelling van de programmabegroting. c. het saldo van baten en lasten en van de producten niet dusdanig worden overschreden dat de realisatie van andere producten binnen hetzelfde programma onder druk komt.
Het college draagt er zorg voor dat per programma het saldo van lasten zoals geautoriseerd in de (gewijzigde) begroting niet wordt overschreden. Zodra blijkt dat het niet mogelijk is de vooraf vastgestelde inspanningen en resultaten van een programma binnen dit saldo te realiseren, zal het college de raad hiervan uiterlijk in de eerstvolgende Bestuursrapportage op de hoogte stellen.
Bij de vaststelling van de begroting autoriseert de raad het college tot het doen van: - vervangingsinvesteringen; - een volgende fase/jaarschijf van een door de raad vastgesteld plan; - renovaties woonomgeving/speelplaatsen tot een bedrag van € 100.000,- voorwaarden:
1. draagvlak bij betrokkenen;2. plan wordt ter informatie/inzage in de leeskamer gelegd; 3. eerst na mededeling portefeuillehouder in commissie wordt overgegaan tot gunning/uitvoering
- kleine bouwkundige aanpassingen tot een bedrag van € 30.000 voorwaarden:
1. plan wordt ter informatie/inzage in de leeskamer gelegd;2. eerst na mededeling portefeuillehouder in commissie wordt overgegaan tot gunning/uitvoering.
- opstellen plannen en of onderzoeken; - sterk uitvoeringsgerichte onderwerpen tot € 30.000,-.
Sub-paragraaf 3 Rapportage en Verantwoording
Artikel 6 Tussentijdse rapportage en informatie
De inrichting van de bestuursrapportages sluit aan bij de programma-indeling van de begroting. De rapportages gaan in op: a. Programmabegroting - afwijkingen, zowel wat betreft de financiële middelen, de inspanningen en resultaten en de maatschappelijke effecten. b. Bestuurskader - de stand van zaken in de voortgang van het Bestuurskader. c. Investeringen - de voortgang in de uitvoering van de investeringswerken.
Het college biedt tenminste in het derde jaar van een raadsperiode een (bijgestelde) nota lokale heffingen aan ter vaststelling door de raad. Deze nota behandelt in ieder geval: a. de samenstelling van het pakket aan gemeentelijke belastingen en heffingen; b. de kostendekkendheid van de heffingen; c. de druk van de lokale belastingen en heffingen; d. het kwijtscheldingsbeleid en het tarievenbeleid; e. de verordeningen met de bijbehorende vaststellingsdata waarin de heffing en tarieven, zijn vastgelegd.
Bij de begroting en jaarstukken doet het college in de paragraaf lokale heffingen verslag van de opbrengsten per lokale heffing; het volume en bedrag aan kwijtscheldingen; de kostendekkendheid van de rioolrechten en de afvalstoffenheffing; de (ontwikkeling van de) lokale lastendruk voor meerpersoonshuishoudingen.
Het college biedt ten minste in het derde jaar van een raadsperiode een (bijgestelde) nota weerstandsvermogen aan ter vaststelling door de raad. In deze nota wordt in ieder geval ingegaan op: a. het risicomanagement; b. het opvangen van risico's door verzekeringen; c. het treffen van voorzieningen; d. het weerstandsvermogen.
Het college geeft aan in de paragraaf weerstandsvermogen van de begroting en van de jaarstukken de risico’s van materieel belang en een inschatting van de kans dat deze risico’s zich voordoen. Het college brengt hierbij in elk geval de risico’s in beeld en actualiseert de risico’s genoemd in de nota bedoeld in het eerste lid.
Artikel 14 Onderhoud kapitaalgoederen
Het college biedt tenminste eens in de vijf jaar een nota onderhoud openbaar groen aan ter vaststelling door de raad. De nota geeft het kader weer voor de inrichting van het onderhoud en het beoogde onderhoudsniveau voor het openbaar groen en eveneens de normkostensystematiek en het meerjarig budgettair beslag.
Het college biedt ten minste eens in de vijf jaar een nota rioleringsplan aan ter vaststelling door de raad. De nota geeft het kader weer voor de inrichting van het onderhoud, het beoogde onderhoudsniveau en de uitbreiding van de riolering alsmede de kwaliteit van het milieu en eveneens de normkostensystematiek en het meerjarig budgettair beslag.
Het college biedt ten minste eens in de vijf jaar een wegennota ter vaststelling door de raad aan. De nota geeft het kader weer voor de inrichting van het onderhoud, het beoogde onderhoudsniveau van het bestaande verharde wegennet: asfalt, elementen, betonwegen alsmede voetpaden en pleinen. Hierbij wordt eveneens het meerjarig budget bepaald.
Bij de begroting en de jaarstukken doet het college in de paragraaf financiering in ieder geval verslag van: a. de kasgeldlimiet; b. de renterisico norm; c. de liquiditeitsplanning en de financieringsbehoefte voor de komende drie jaar; d. de rentevisie en e. de rentekosten en rente-opbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie.
In de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag wordt gerapporteerd over de bij de begroting bepaalde onderwerpen aangaande de bedrijfsvoering alsmede over nieuwe ontwikkelingen te weten: a. aantal personeelsleden in dienst onderverdeeld naar leeftijd en beloningsschaal; b. de instroom, uitstroom en het percentage ziekteverzuim van personeel; c. de directe loonkosten; d. de personeelskosten e. de kosten inleenkrachten; f. de kosten van ingehuurde externen; g. de huisvestingskosten; h. de automatiseringskosten; i. vernieuwing, uitbreiding, herstructurering, reorganisatie en inkrimping van de ambtelijke organisatie; j. het gemeentelijk materieel.
De nota bevat voorts de kaders voor het beleid aangaande (het aangaan van nieuwe) participaties met name de condities waaronder het publiek belang is gediend met behartiging door verbonden partijen, de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de verbonden partijen en de financiële voorwaarden.
Het college biedt tenminste in het vierde jaar van een raadsperiode een (bijgestelde) nota grondbeleid aan ter behandeling en vaststelling door de raad. In deze nota wordt aandacht besteed aan: a. de relatie met de programma’s van de begroting; b. de strategische visie van het toekomstig grondbeleid van de gemeente; c. aan te ontwikkelen en in ontwikkeling genomen projecten; d. de voorraadverwerving en uitgifte van gronden; e. de beleidsuitgangspunten omtrent de reserves grondzaken in relatie tot de risico´s van de grondzaken; f. de deelname in PPS-constructies; g. de geraamde kosten en opbrengsten per in ontwikkeling genomen project.
Bij de begroting en het jaarverslag wordt in de paragraaf grondbeleid rekening gehouden met hetgeen in artikel 16 van het BBV is aangegeven zoals de uitvoering van de nota grondbeleid, met name de belangrijkste financiële ontwikkelingen waaronder verlies/winstverwachtingen, de verwerving van gronden e.d. en de relaties van het grondbeleid met de programma’s.
Paragraaf 5 Financiële organisatie en administratie
Artikel 20 Financiële Organisatie
Het college draagt de zorg voor en legt (in een besluit) vast:
Artikel 21 (Financiële) Administratie
De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor: a. het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de sectoren; b. het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen en schulden, enzovoorts; c. het verschaffen van informatie aan de budgethouders en voor het maken van kostencalculaties; d. het bevorderen van de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving; e. het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving; f. de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen; g. het voldoen aan het BBV en andere relevante wet- en regelgeving; h. het verstrekken van de vereiste informatie aan het rijk, de provincie en de Europese Unie, alsmede aan andere instellingen die specifieke verantwoordingsverplichtingen opleggen aan gemeenten.
Het college draagt er zorg voor dat wordt opgenomen in de “algemene regeling budgethouderschap gemeente Staphorst” de voorwaarden voor de inkoop van goederen en diensten en het aanbesteden van werken. De regels waarborgen dat wordt gehandeld in overeenstemming met de regels terzake van de Europese Unie.