Organisatie | Staphorst |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieverordening restauratie monumentale panden buiten de bebouwde kom |
Citeertitel | Subsidieverordening restauratie monumentale panden buiten de bebouwde kom |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Regeling vervangt de Subsidieverordening restauratie monumentale panden buiten de bebouwde kom 2001.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-01-2006 | 10-01-2012 | Nieuwe regeling | 20-12-2005 De Staphorster, 27-12-2005 | Onbekend. | |
04-01-2006 | Nieuwe regeling | 20-12-2005 De Staphorster, 27-12-2005 | Onbekend. |
In deze verordening wordt verstaan onder:a. monument: een object dat is opgenomen op de monumentenlijst als bedoeld in de "Monumentenverordening gemeente Staphorst ".b. restaureren: het treffen van voorzieningen tot opheffing van (bouwtechnische) gebreken, het normale onderhoud te boven gaand, noodzakelijk voor de instandhouding van de cultuurhistorische waarde van het monument en conform het door het college vastgestelde programma van eisen voor de restauratie van monumenten. c. kosten van voorzieningen: de door het college goedgekeurde bedragen van:
d. onderhoudsplan: een door het college goedgekeurd overzicht van onderhoudswerkzaamheden en kosten die gedurende 15 jaar nodig worden geacht om het kwaliteitsniveau van het monument, dat met de restauratie zal worden bereikt, te handhaven.e. eigenaar: hieronder wordt mede verstaan:
f. verlenen van subsidie: het besluit van het college dat aan de eigenaar van een monument een aanspraak op een subsidie in de kosten van voorzieningen verschaft. g. vaststellen van subsidie: het besluit van het college, nadat de voorzieningen zijn getroffen, waarbij de hoogte van de verleende subsidie wordt vastgesteld. h. restaurerende instelling: een rechtspersoon die als zodanig door het college is aangemerkt en die op grond van zijn statuten als doelstelling heeft het zonder winstoogmerk restaureren van panden en die tevens als eigenaar-verhuurder fiscaal is vrijgesteld.
De subsidie ineens bedraagt 50% van de bij de verlening en vaststelling van de subsidie goedgekeurde kosten van voorzieningen.
Artikel 4 Aanvraag- en beschikkingsprocedure
Het college geeft een beschikking binnen 12 weken nadat de aanvraag is ontvangen, dan wel de ontbrekende gegevens, als bedoeld in het tweede lid, genoegzaam zijn aangevuld. Zij kunnen, indien daartoe naar hun oordeel gegronde redenen bestaan, deze termijn met ten hoogste acht weken verlengen, mits zij de aanvrager daarvan kennisgeven binnen de termijn van 12 weken.
Het college verlenen geen subsidie indien: a. met het treffen van de voorzieningen het belang van de monumentenzorg niet of in onvoldoende mate wordt gediend; b. de kosten van de voorzieningen niet in een redelijke verhouding staan tot het te bereiken resultaat; c. met het treffen van de voorzieningen is begonnen voordat de aanvrager een subsidiebeschikking heeft ontvangen; d. voor de betreffende voorzieningen binnen een termijn van 15 jaar voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag wordt ingediend subsidie is verleend; e. voor de te treffen voorzieningen een monumentenvergunning is vereist en deze niet is verleend; f. wanneer door toekenning van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden.
Artikel 6 Subsidievoorschriften
De subsidie wordt verleend onder de voorwaarden dat: a. het werk wordt aanbesteed overeenkomstig door het college nader te stellen eisen; b. de aanvang van het werk tenminste 2 weken van tevoren wordt gemeld bij het college; c. met de uitvoering van de werkzaamheden wordt begonnen binnen 26 weken na de datum van het besluit tot verlening van de subsidie; d. binnen 12 maanden na de verlening van subsidie de werkzaamheden zijn voltooid en de gereedmelding als bedoeld in artikel 10 is ingediend; e. aan de door het college met controle belaste personen inzage wordt verleend in de op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende gegevens.
Artikel 7 Onderhoudsvoorwaarden
De eigenaar dient jaarlijks een bouwkundig inspectierapport te overleggen, opgesteld door een naar het oordeel van het college deskundige partij, onder de verplichting om de in het rapport geconstateerde bouwtechnische gebreken te herstellen. Het college kan zo nodig een termijn stellen waarbinnen deze gebreken dienen te zijn hersteld.
Artikel 8 Gereedmelding en vaststelling subsidie
Vaststelling van de subsidie vindt plaats nadat: a. de in de aanvraag opgenomen werkzaamheden bij het college zijn gereedgemeld, gecontroleerd en akkoord bevonden; b. een overzicht is overgelegd van de getroffen gesubsidieerde en nietgesubsidieerde voorzieningen en de daarop betrekking hebbende kosten; c. een overzicht is overgelegd van het uitgevoerde meer- en minderwerk alsmede van de invulling van de reservering als bedoeld in artikel 1, lid c, onder 8.
Artikel 9 Uitbetaling van de subsidie
De subsidie ineens wordt uitbetaald binnen 4 weken na vaststelling.
Artikel 10 Intrekking van subsidie
Als blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend, dan wel een voorwaarde als bedoeld in deze verordening niet is nageleefd, kan het college: a. een besluit tot verlening of vaststelling van subsidie geheel of gedeeltelijk intrekken en niet of niet geheel tot betaling van de subsidie overgaan; b. reeds betaalde subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen.
Artikel 11 Bijzondere bepaling
Het college kan, in bijzondere gevallen, waarin toepassing van het bepaalde in het zevende lid van artikel 2 ontoereikend zou zijn, in het belang van de monumentenzorg afwijken van de bepalingen van deze verordening.
Zo dikwijls de zorg voor de naleving van deze verordening dit vereist, wordt hierbij de machtiging verstrekt al dan niet besloten ruimten en plaatsen, met uitzondering van woningen, desnoods tegen de wil van de rechthebbende, bewoner of gebruiker, te betreden, aan hen die en voor zover zij door het bevoegd gezag belast zijn met het toezicht op de naleving van deze verordening.
Op aanvragen, waarop voor de inwerkingtreding van deze verordening subsidie is verleend, blijven de bepalingen van de verordening op grond waarvan de subsidie is verleend van toepassing.