Organisatie | Tiel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op het vellen van houtopstanden in de gemeente Tiel |
Citeertitel | Bomenverordening Tiel 1999 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
De oorspronkelijke versie dateert van 17 juli 1996.
In deze versie zijn de wijzigingen opgenomen die door de raad zijn vastgesteld op 19 maart 1997 en 20 oktober 1999 (waarbij ondermeer de citeertitel is gewijzigd van bomenverordening Tiel 1995 naar Bomenverordening Tiel 1999)
1.Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-04-1997 | 02-05-2009 | nieuwe regeling | 17-07-1996 gemeenteblad 1996, band III, nr. 81 | B&W, 02-07-1996 |
Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor:
houtopstand, die deel uitmaakt van als zodanig bij het Bosschap geregistreerde bosbouwondernemingen en niet gelegenis binnen een bebouwde kom als bedoeld in artikel1 lid 5 van de Boswet tenzij de houtopstand een zelfstandige eenheid vormt en ofwel geen grotere oppervlakte beslaat dan 10 are, ofwel in geval van rijbeplanting, gerekend over het totale aantal rijen, niet meer bomen omvat dan 20;
Het in het eerste lid gestelde verbod geldt verder niet voor een houtopstand die moet worden geveld krachtens de Plantenziektenwet of krachtens een aanschrijving op last van burgemeester en wethouders; waarbij rekeing gehouden moet worden met hetgeen bepaald is in de artikelen 9 en 12 van deze verordening.
Wanneer door Gedeputeerde Staten van Gelderland namens de directeur van het Staatsbosbeheer aan burgemeester en wethouders een afschrift is toegezonden van de ontvangstbevestiging als bedoeld in artikel 2 van de boswet, beschouwen burgemeester en wethouders dit afschrift mede als een vergunningaanvraag.
Artikel 6 Standaardvoorschrift van niet-gebruik
De vergunning treedt in werking zes weken na de dag waarop deze is bekendgemaakt.
Artikel 7 Vervaltermijn vergunning
De onherroepelijke vergunning vervalt indien daarvan niet binnen één jaar volledig gebruik
Artikel 9 Herplant-/instandhoudingsplicht
Indien een houtopstand waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze verordening van toepassing is, zonder vergunning van burgemeester en wethouders is geveld, dan wel op andere wijze teniet is gegaan, kunnen burgemeester en wethouders aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand bevond dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen te herbeplanten overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn.
Indien een houtopstand waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze verordening van toepassing is in het voortbestaan ernstig worden bedreigd, kunnen burgemeester en wethouders aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand bevindt dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen om overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn voorzieningen te treffen,waardoor die bedreiging wordt weggenomen.
Burgemeester en wethouders beslissen op een verzoek om schadevergoeding op grond vanartikel 17 van de Boswet.
Artikel 11 Afstand van de erfgrenslijn
De afstand als bedoeld in artikel 5:42 Burgerlijk Wethoek wordt vastgesteld op 0,5 metervoor bomen en op nihil voor heggen en heesters.
Artikel 12 Bestrijding van iepziekte
Indien zich op een terrein één of meer iepen bevinden die naar het oordeel van burgemeester en wethouders gevaar opleveren van verspreiding van de iepziekte of voor vermeerdering van iepenspintkevers, is de zakelijk gerechtigde van de grond danwel degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, indien hij daartoe door burgemeester en wethouders is aangeschreven, verplicht binnen de bij aanschrijving vast te stellen termijn:
Hij die handelt in strijd met artikel 2 eerste lid, danwel een voorschrift onderscheidenlijkeen verplichting als bedoeld in het vorige lid niet nakomt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste 3 maanden of een geldboete van de tweede categorie. Tevens kan eenrechterlijke veroordeling op grond van dit artikel openbaar gemaakt worden.
Met de opsporing van de in deze verordening strafbaar gestelde feiten zijn naast deambtenaren, genoemd in artikel 141 van het Wetboek van strafvordering, belast de daartoedoor burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren, ieder voor zover het de feitenbetreft die in de aanwijzing zijn vermeld.
Artikel 15 Betreden van gebouwen en terreinen
Zo dikwijls de zorg voor de nakoming van enig voorschrift van deze verordening dit vereist,zijn degenen die met de zorg voor de nakoming daarvan zijn belast of daaraan moetenmeewerken, bevoegd gebouwen, niet zijnde woningen, en terreinen te betreden, desnoodszonder toestemming van de rechthebbende.