Organisatie | Staphorst |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Destructieverordening voor de gemeente Staphorst |
Citeertitel | Destructieverordening voor de gemeente Staphorst |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Regeling vervangt de Destructieverordening 1985.
Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, art. 81h.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-05-1988 | 01-10-2016 | Nieuwe regeling. | 24-05-1988 Gemeenteblad, 24-05-1988 | Onbekend. |
Deze verordening verstaat onder:- wet: Destructiewet;- directeur: de directeur van de kring Almelo van de Rijksdienst voor de keuring van vee en vlees;- aangifteplichtige: degene die als eigenaar of houder van destructiemateriaal ingevolge de wet verplicht is daarvan aangifte te doen;- ondernemer: de natuurlijke of rechtspersoon, aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 5 der wet is verleend en in wiens krachtens artikel 10 der wet vastgestelde gebied de gemeente is gelegen;- destructor: inrichting, uitsluitend of in hoofdzaak bestemd tot het door verwerking onschadelijk maken van destructiemateriaal, voor welke aan de ondernemer een vergunning is verleend, als bedoeld in artikel 5 va de wet;- destructiemateriaal: materiaal van dierlijke herkomst, bedoeld als in artikel 2 der wet;- destructiemateriaal A: doodgeboren slachtdieren, alsmede gestorven of in nood gedode slachtdieren, welke onbruikbaar moeten worden gemaakt voor voedsel voor mens en dier zonder dat een nader onderzoek ingevolge de Vleeskeuringswet heeft plaatsgevonden;- destructiemateriaal B: destructiemateriaal, bedoeld in artikel 2, eerste lid, sub b, f en h, der wet;- destructiemateriaal C: materiaal van dierlijke herkomst, dat na een nader onderzoek ingevolge de Vleeskeuringswet voor destructie bestemd is en zich tot het tijdstip van ophalen door de ondernemer onder beheer of toezicht van de directeur bevindt.
Paragraaf 2 Aangifte, vervoer en bewaring door de aangifteplichtige
Het bepaalde in artikel 2, tweede en vierde lid, geldt niet ten aanzien van destructiemateriaal B, indien de directeur ter zake van de aangifte van dat materiaal afwijkende regelen vaststelt.
Behoudens het bepaalde in artikel 15 is de aangifteplichtige ten aanzien van destructiemateriaal A gehouden:a. tot afgifte van het destructiemateriaal, zo spoedig mogelijk na de aangifte aan de intergemeentelijke voorcentralisatiedienst voor vervoer naar een centrale verzamelplaats, dan wel:b. tot het ter beschikking houden van het destructiemateriaal, afkomstig van gestorven dieren, geleden hebben aan of verdacht van een ziekte, waarop titel III der Veewet van toepassing is, alsmede tot het afgeven daarvan voor vervoer door of vanwege de ondernemer ter plaatse, waar dit destructiemateriaal zich bevindt, met inachtneming van de omtrent de bewaring van dat destructiemateriaal door de directeur gegeven aanwijzingen.
Destructiemateriaal, genoemd in artikel 2, eerste lid, sub b, c, d of f der wet, alsmede dat, genoemd in artikel 2, tweede lid der wet, moet worden bewaard in daarvoor bestemde bakken, dan wel metalen confiscaatemmers, tenzij de directeur ter zake van de bewaring een andere regeling met de aangifteplichtige treft.
Paragraaf 5 Dode honden en katten
Omtrent de aangifte, het vervoer, het opalen en de overdracht van dode honden en katten, alsmede omtrent de afgifte daarvan aan een van gemeentewege aangewezen verzameldienst, kunnen burgemeester en wethouders na overleg met de directeur met inachtneming van het bepaalde in artikel 32 van het Destructiebesluit (stb. 1958, 71), nader voorschriften geven.
Indien de directeur dan wel de eigenaar of houder van destructiemateriaal A sectie van dit destructiemateriaal noodzakelijk of wenselijk acht, wordt de sectie verricht in een daartoe door de directeur aangewezen lokaliteit, dan wel in de daarvoor bestemde ruimte van de destructor.De eigenaar of houder is, indien de sectie niet aan de destructor geschiedt, verplicht het destructiemateriaal naar eerstgenoemde lokaliteit te vervoeren of te doen vervoeren.
Deze verordening kan worden aangehaald als "Destructieverordening voor de gemeente Staphorst" en treedt in werking met ingang van de dag, volgende op die van haar afkondiging. Op dat tijdstip vervalt de Destructieverordening, vastgesteld bij besluit van 26 maart 1985, goedgekeurd bij besluit van Gedeputeerde Staten van Overijssel, afdeling 4, vmw., nr. 34140.