Organisatie | Ameland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening, houdende voorwaarden met betrekking tot het verlenen van een tegemoetkoming aan kerkelijke gemeenten en plaatselijke kerken als bedoeld in artikel 51 van de Wet op het Primair Onderwijs i |
Citeertitel | Verordening subsidiëring godsdienstonderwijs openbare basisscholen 1998 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Wijziging betreft een verhoging van het bedrag dat is genoemd in artikel 7, lid 1 van de “verordening subsidiëring godsdienstonderwijs” van ƒ 12,50 naar € 12,50
Wet op het Primait Onderwijs, artikel 50 en 51
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-09-2007 | Wijziging | 10-09-2007 Gemeenteinfo, 19-09-2007 | 12 | ||
01-01-1998 | 19-09-2007 | Nieuwe regeling | 22-12-1997 Gemeenteinfo, 24-12-1997 | 5 |
De Raad van de gemeente Ameland;
- dat het op grond van de onder 1.1. tot en met 1.4 genoemde argumenten wenselijk is het bedrag dat is genoemd in artikel 7, lid 1 van de “verordening subsidiëring godsdienstonderwijs” te verhogen
1. Het bedrag dat is genoemd in artikel 7, lid 1 van de “verordening subsidiëring godsdienstonderwijs” te verhogen van ƒ 12,50 naar € 12,50.
2. Hieraan de voorwaarde verbinden dat de hoogte van deze vergoeding wordt heroverwogen indien er in de toekomst een rijksbijdrage wordt toegekend.
Aan kerkelijke gemeenten en plaatselijke kerken als bedoeld in artikel 31 van de Wet op het basisonderwijs (na 1 augustus 1998 het vergelijkbare artikel in de Wet op het primair onderwijs), kan ten laste van de gemeente Ameland een tegemoetkoming worden verleend in de kosten, voortvloeiende uit het doen geven van godsdienstonderwijs aan leerlingen van de openbare basisscholen in die gemeente.
Onder godsdienstonderwijs wordt voor de toepassing van deze verordening verstaan het onderricht in elementaire bijbelkennis, bijbelse geschiedenis, godsdienstgeschiedenis en culturele geschiedenis van het Christendom.
De voor het geven van godsdienstonderwijs aangewezen leraren onthouden zich van het voeren van propaganda, hetzij voor het bijzonder onderwijs, hetzij voor enige kerk, kerkelijke groepering of kerkelijke instelling.
Het godsdienstonderwijs wordt in de schoolgebouwen gegeven aan de leerlingen van de daarvoor in aanmerking komende groepen, voor zover de ouders, voogden of verzorgers de wens daartoe te kennen hebben gegeven.
Op basis van de activiteitenplannen van de openbare basisscholen, waarin het aantal godsdienstlessen per week staat vermeld, verstrekt de gemeente voor de start van het nieuwe schooljaar (1 augustus) de tegemoetkoming aan de instantie als bedoeld in artikel1 van deze verordening.
De in artikel 1 bedoelde instantie zendt voor 1 december aan burgemeester en wethouders een jaarverslag over het voorafgaande schooljaar.