Organisatie | Oud-Beijerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Telecommunicatieverordening 2000 |
Citeertitel | Telecommunicatieverordening gemeente Oud-Beijerland 2000 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-10-2002 | 01-01-2021 | nieuwe regeling | 30-09-2002 De Schakel, 10-11-2002 | 008223 |
De raad van de gemeente Oud-Beijerland;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van *, nr *;
gelet op artikel 5.2, vierde lid, van de Telecommunicatiewet en artikel 149 van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende verordening: Verordening inzake werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van telecommunicatiekabels 2000.
Artikel 2 Tijdstip van melding van voorgenomen werkzaamheden
Een aanbieder die werkzaamheden wil verrichten, meldt in ieder geval acht weken voor de aanvang van de werkzaamheden het voornemen daartoe bij het college.
Als werkzaamheden worden verricht op hoofdroutes en in het centrumgebied, zoals omschreven op de bijgevoegde kaart (bijlage 1), of als bij werkzaamheden meerdere gedoogplichtigen zijn betrokken, wordt die melding in ieder geval tien weken voor de aanvang van de werkzaamheden gemeld bij het college.
Artikel 3 Melding werkzaamheden
Bij de melding verstrekt de aanbieder in ieder geval de volgende gegevens:
een uitvoeringsplan met daarin opgenomen: - een opgave van het gewenste tracé; - een opgave van de objecten die ten tijde van de werkzaamheden worden geplaatst, alsmede van de situering daarvan; - een omschrijving van eventuele opbrekingen; - de doorsnede van de kabel of kabelgoot; - de lengte en breedte van de kabelsleuf; - de maatregelen voor de bereikbaarheid van in de openbare gronden aanwezige kabels en leidingen; - het voorgenomen tijdstip van aanvang en beëindiging van de werkzaamheden; - naam, adres en telefoonnummer van de aannemer(s) of onderaannemer(s) die belast is (zijn) met de werkzaamheden en van een contactpersoon ten tijde van de uitvoering van de werkzaamheden.
Indien de werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente, wordt uiterlijk vier weken na ontvangst van de melding, als genoemd in het eerste lid, het college schriftelijk in kennis gesteld van de uitkomsten van het overleg tussen de aanbieder en de andere gedoogplichtige.
Artikel 4 Voorschriften en beperkingen bij instemming
Ter bescherming van de belangen als genoemd in het eerste lid, kan het college in ieder geval aan het instemmingsbesluit voorschriften of beperkingen verbinden over het medegebruik van voorzieningen, zoals kabelgoten en geleidingen, en een zekerheidstelling voor de nakoming van verplichtingen die gesteld zijn bij de voorschriften en beperkingen aan het instemmingsbesluit.
De wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en medegebruik van voorzieningen dient te geschieden conform de ‘Algemene voorwaarden ten behoeve van ingravingen in gemeentegrond door bedrijven of particulieren ten behoeve van aansluitingen van huisrioleringen op de gemeenteriolering en voor het leggen, verwijderen en herstellen van kabels en leidingen welke voorwaarden bij besluit van 14 maart 2000 door het college van B & W van Oud-Beijerland zijn vastgesteld.
Artikel 5 Zakelijk karakter instemmingsbesluit
Indien de kabel wordt overgedragen aan een nieuwe aanbieder gaan de rechten en plichten die betrekking hebben op de kabel van de oude aanbieder over op de nieuwe aanbieder.
De aanbieder stelt het college onverwijld in kennis van het feit dat het eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabel verandert of het feit dat de kabel niet langer ten dienste staat van een openbaar telecommunicatienetwerk of van een omroepnetwerk in of op openbare gronden.
De aanwezigheid van kabels en kabelwerken in of op openbare gronden, voorzover deze zijn aangelegd met toepassing van hoofdstuk VI van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen, dient door de aanbieders binnen een jaar na inwerkingtreding van deze verordening te worden gemeld aan het college via het aanmeldingsformulier als genoemd in artikel 3, eerste lid.