Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oud-Beijerland

Speelautomaten, verordening 2000

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOud-Beijerland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSpeelautomaten, verordening 2000
CiteertitelVerordening speelautomaten 2000
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet op de kansspelen, art. 30c. lid 2

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-11-200001-01-2020nieuwe regeling

30-10-2000

De Schakel, 02-11-2000

008102

Tekst van de regeling

Intitulé

Speelautomaten, verordening 2000

De raad van de gemeente Oud-Beijerland;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 22 augustus 2000, gelet op het bepaalde in Titel VA van de Wet op de kansspelen en artikel 148 van de Gemeentewet;

BESLUIT:

in te trekken de bij besluit van 31 januari 1994 vastgestelde "Verordening speelautomate n gemeente Oud-Beijerland 1994"; vast te stellen de volgende "Verordening speelautomaten 2000"

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1  

In deze verordening wordt verstaan onder

  • a.

    inrichting: een ruimte als bedoeld in artikel 1 van de Drank- en Horecawet;

  • b.

    hoogdrempelige inrichting : een inrichting als bedoeld in artikel 30, onder D van de Wet op de Kansspelen;

  • c.

    laagdrempelige inrichting: een inrichting als bedoeld in artikel 30, onder E van de Wet op de Kansspelen;

  • d.

    samengestelde inrichting: een inrichting als bedoeld in artikel 30c, lid 4 van de Wet op de Kansspelen;

  • e.

    vergunninghouder: de rechtspersoon, de bedrijfsleider en/of de beheerder van de desbetreffende inrichting.

Hoofdstuk 2 Speelautomaten

Artikel 2 Algemeen

Aan een vergunning wordt steeds als voorschrift de bepaling verbonden dat:

 

- de speelautomaten duidelijk zichtbaar in de publiekruimte van de inrichting worden geplaatst (dus niet in een nus, kast, "dode" hoek of iets dergelijks en dat deze automaten vanaf de buitenzijde van de inrichting niet zichtbaar zijn. Dit ter beoordeling van de burgemeester dan wel een daartoe aangewezen toezichthoudende ambtenaar;- alleen speelautomaten mogen worden opgesteld welke in eigendom toebehoren aan personen die in het bezit zijn van de exploitatievergunning, zoals bedoeld in artikel 30h, 1e lid van de Wet op de Kansspelen;- bij de kansspelautomaten minimaal 10 preventiefolders van de afdeling Preventie van het Boumanhuis te Rotterdam of Dordrecht duidelijk zichtbaar aanwezig zijn; - indien de inrichting voor het publiek toegankelijk is, de aanwezigheidsvergunning alleen geldig is bij de aanwezigheid van de vergunninghouder; - als vergunninghouder wordt aangemerkt de rechtspersoon, bedrijfsleider en/of beheerder; - indien de inrichting een samengestelde inrichting betreft, de kansspelautomaten alleen in de hoogdrempelige ruimte mogen worden opgesteld.

Artikel 3 Vergunningperiode

Een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b en 30c van de Wet op de kansspelen wordt verleend voor een periode van maximaal 12 maanden; indien de vergunning in de loop van een jaar wordt aangevraagd en verleend, geldt deze uiterlijk tot 1 januari van het daarop volgende jaar.

Artikel 4 Hoogdrempelige inrichtingen

De burgemeester kan voor een hoogdrempelige inrichting vergunning verlenen voor het aanwezig hebben van ten hoogste twee speelautomaten, te weten:

 

- twee kansspelautomaten; - twee behendigheidsautomaten of; - één kansspelautomaat en één behendigheidsautomaat. De kansspelautomaten mogen echter alleen worden opgesteld in de hoodrempelige ruimte van de inrichting.

Artikel 5 Laagdrempelige inrichtingen

De burgemeester kan voor een laagdrempelige inrichting vergunning verlenen voor het aanwezig hebben van ten hoogste twee speelautomaten, zijnde behendigheidsautomaten en geen kansspelautomaten.

Artikel 6 Samengestelde inrichtingen

De burgemeester kan voor een samengestelde inrichting vergunning verlenen voor het aanwezig hebben van ten hoogste twee speelautomaten, te weten:

- twee kanspelautomaten; - twee behendigheidsautonaten of; - één kansspelautomaat en één behendigheidsautomaat De kansspelautomaten mogen echter alleen worden opgesteld in de hoogdrempelige ruimte van de ruimte.

Hoofdstuk 3 Speelautomatenhallen

Artikel 7 Halverbod

  • a.

    Het is verboden in de gemeente Oud-Beijerland een speelautomatenhal als bedoeld in artikel 30 c, lid 1, sub c van de Wet op de kansspelen in werking te houden;

  • b.

    van dit verbod kan geen ontheffing worden verleend.

Hoofdstuk 4 Slot- en overgangsbepalingen

Artikel 8  

  • a.

    Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening speelautomaten 2000;

  • b.

    De verordening treedt in werking op de dag na die van haar bekendmaking.

Aldus vastgesteld door de raad voornoemd in zijn openbare vergadering van 30 oktober 2000.