Organisatie | Oud-Beijerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit 2005 |
Citeertitel | Mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit 2005 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
Algemene wet bestuursrecht, art. 10:3, lid 1
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-05-2005 | 01-03-2013 | nvt | 05-04-2005 De Schakel, 28-04-2005 | 008656 |
Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Oud-Beijerland, ieder voor zover het hun eigen bevoegdheden betreft, overwegende dat het om redenen van doelmatigheid wenselijk is de daarvoor in aanmerking komende bevoegdheden te mandateren danwel daarvoor volmacht of machtiging te verlenen,
overwegende dat het aanbeveling verdient hun mandaatbesluit van 11 maart 1997 integraal te herzien,
gelet op het bepaalde in de artikelen 75, tweede lid, 160, 166, 171, 177 en 232 van de Gemeentewet en het bepaalde in afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht,
de uitoefening van hun bevoegdheden, zoals vermeld in kolom 2 jo. kolom 4 en kolom 5 (dat laatste in geval van door de raad gedelegeerde bevoegdheden) van de bij dit besluit behorende bijlage, met inbegrip van de ondertekening van stukken, op te dragen aan de in kolom 5 genoemde functionarissen (waar staat vermeld: mandaat), dan wel hen daartoe volmacht te verlenen voor het geval het betreft privaatrechtelijk handelen van de gemeente, dan wel hen daartoe machtiging te verlenen voor het geval het betreft feitelijk handelen van de gemeente;
voor wat betreft de uitoefening van hun bevoegdheden, zoals vermeld in kolom 2 jo. kolom 4 en kolom 5 (dat laatste in geval van door de raad gedelegeerde bevoegdheden) van de bij dit besluit behorende bijlage, de ondertekening van stukken op te dragen aan de in kolom 5 genoemde functionarissen (waar staat vermeld: ondertekeningsmandaat);
Paragraaf 1 Algemene bepalingen
Onverminderd het bepaalde in het eerste lid wordt bij de uitoefening van bedoelde bevoegdheden het daaromtrent gestelde bij of krachtens wetten, besluiten, verordeningen, circulaires, regelingen, aanwijzingen en richtlijnen van rijks- en provinciale en gemeentelijke wetgevers of bestuurs-organen in acht genomen. Ten aanzien van bevoegdheden die financiële consequenties hebben, geldt bovendien dat hierin in de begroting moet zijn voorzien.
Paragraaf 2 Mandaat, volmacht, machtiging
De bevoegdheden, bedoeld onder de punten I en II van dit besluit, worden door de functionarissen, genoemd in de bij dit besluit behorende bijlage - verder te noemen: gemandateerden - uitgeoefend namens het ter zake bevoegde bestuursorgaan.
Voor de toepassing van het bepaalde in het eerste lid wordt in elk geval het beleid van het college bij een te nemen besluit geacht te zijn betrokken en wordt het te nemen besluit aan het college voorgelegd:
voor wat betreft personele aangelegenheden, indien er rekening mee gehouden moet worden dat de ambtenaar, die het betreft, van zijn of haar bevoegdheid op grond van het bepaalde in het Algemeen Ambtenarenreglement om zijn of haar belangen rechtstreeks bij het tot aanstelling bevoegde gezag te bepleiten, gebruik zal maken;
In geval van uitoefening van bevoegdheden, namens burgemeester en wethouders als bedoeld onder punt I van dit besluit, worden uitgaande stukken als volgt ondertekend: ‘Burgemeester en wethouders van Oud-Beijerland, namens hen,’gevolgd door de functie-aanduiding van de gemandateerde en zijn of haar handtekening en naam.
In geval van uitoefening van de ondertekeningsbevoegdheden, namens burgemeester en wethouders als bedoeld in punt II van dit besluit, worden uitgaande stukken als volgt ondertekend: ‘Overeenkomstig het door burgemeester en wethouders genomen besluit’,gevolgd door de functie-aanduiding van de ondertekeningsgemandateerde en zijn of haar handtekening en naam.
Ingeval van uitoefening van de ondertekeningsbevoegdheden, namens de burgemeester als bedoeld onder punt II van dit besluit, worden uitgaande stukken als volgt ondertekend: ‘Overeenkomstig het door de burgemeester van Oud-Beijerland genomen besluit,’gevolgd door de functie-aanduiding van de ondertekeningsgemandateerde en zijn of haar handtekening en naam.
Behoudens in zaken met een routinematig karakter, geldt ondertekeningsmandaat niet ten aanzien van stukken gericht aan de Kroon, minister, staatssecretaris, commissaris van de Koningin en gedeputeerde staten.
Indien tegen een krachtens mandaat genomen besluit een bestuursrechtelijke voorziening open staat, wordt daarvan in de desbetreffende stukken kennis gegeven onder vermelding van de instantie tot welke men zich daartoe kan richten en de termijn, waarbinnen dit moet geschieden (bezwaar- en/of beroepsclausule).
Indien en voor zover in de bij dit besluit behorende bijlage niet anders is aangegeven, zijn de directeuren (als gemandateerden) bevoegd functionarissen binnen hun cluster van afdelingen te mandateren tot het geheel of gedeeltelijk uitoefenen van de hen bij dit besluit gegeven bevoegdheden (ondermandaat); de directeuren (als gemandateerden) plegen daarbij vooraf overleg met het MT en met het (de) naasthogere niveau(s) dan waaraan het mandaat wordt toegekend. Het (de) naasthogere niveau(s) wordt c.q. worden in de gelegenheid gesteld om het besluit om ondermandaat te verlenen, te voorzien van een medeparaaf.
Ingeval van uitoefening van ondertekenings-ondermandaat als bedoeld in het eerste lid, worden uitgaande stukken als volgt ondertekend: ‘Overeenkomstig het door burgemeester en wethouders genomen besluit’, c.q. ‘Overeenkomstig het door de burgemeester van Oud-Beijerland genomen besluit,’gevolgd door functie-aanduiding, handtekening en naam van de ondergemandateerde.
Dit besluit treedt in de plaats van het Mandaatbesluit 1997 en alle aanvullende besluiten van het college resp. de burgemeester daarop, voor zover bevoegdheden intern zijn overgedragen (mandatering van bevoegdheden aan externen en de verleende doorlopende volmachten worden door dit besluit niet gewijzigd en blijven ongewijzigd van kracht);