Organisatie | Oud-Beijerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Bibob, beleidsregels toepassing wet |
Citeertitel | Bibob, beleidsregels toepassing wet |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vervangen door de Bibob-beleidslijn gemeente Oud-Beijerland 2016.
Wet Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur, art. 3
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-11-2006 | 06-08-2016 | Bibob, beleidsregels toepassing wet | 12-09-2006 de Schakel, 02-11-2006 | 009936 |
De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van Oud-Beijerland, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;
Overwegende, dat de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur hen beleidsruimte verschaft bij de besluitvorming omtrent het toepassen van hun uit deze wet voorvloeiende bevoegdheden;
Gelet op de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 3, 27 en 31 van de Drank-en Horecawet, artikelen 2.3.1.2 en 3.2.1 ev. Algemene Plaatselijke Verordening;
Besluiten vast te stellen Beleidsregels voor toepassen van de wet Bibop.
Het onderzoek: de wijze van behandelen van een aanvraag waarbij met toepassing van de wet door het bestuursorgaan wordt beoordeeld of er redenen aanwezig zijn om de aanvraag te weigeren, of de beschikking in te trekken of te beëindigen, daaraan voorschriften te verbinden, dan wel een advies bij het bureau aan te vragen.
Artikel 2 Toepassingsbereik van de wet Bibob in de gemeente Oud-Beijerland
Behalve de in lid 1 genoemde besluiten zal het bestuursorgaan de wet in beginsel toepassen ten aanzien van bijzondere gevallen waarbij aanleiding bestaat voor het vermoeden dat de beschikking mede zou kunnen worden gebruikt om uit gepleegde strafbare feiten verkregen, of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten, of strafbare feiten te plegen.
Het onderzoek naar het zich voor doen van de weigeringsgronden als bedoeld in artikel 3 van de wet bestaat uit:
het verzamelen, bewerken en analyseren van informatie die al dan niet door middel van het in het volgende artikel bedoelde vragenformulier en de daarbij te voegen bijlagen is verstrekt door de aanvragen en gegevens die zijn verkregen uit informatiebronnen die het bestuursorgaan volgens de wet kan raadplegen.
Artikel 4 Informatieverstrekking
In door of namens het bestuursorgaan bepaalde gevallen moet betrokkene naast de gebruikelijke aanvraagformulieren, Bibob vragenformulieren invullen en bij het bestuursorgaan indienen. Daarbij dienen de documenten te worden gevoegd die in de vragenformulieren zijn vermeld en/of die bij de uitreiking van de formulieren door of namens het bestuursorgaan zijn genoemd. Ten aanzien van de gevallen waarin in beginsel om invulling of indiening van het vragenformulier zal worden verzocht, wordt verwezen naar de bij deze beleidsregel behorende en daarvan deel uitmakende indicatorenlijst.
De in het eerste lid bedoelde vragenformulieren bevatten in elk geval de in artikel 30, tweede lid van de wet genoemde vragen en daarnaast aanvullende vragen die het bestuursorgaan zo goed mogelijk in staat stellen het onderzoek als bedoeld in artikel 4 te verrichten. De vragenlijsten worden door het bestuursorgaan vastgesteld.
Vastgesteld op 12 september 2006
Burgemeester en wethouders van Oud-Beijerland
J. Brouwer T. Netelenbos
secretaris burgemeester
Bijlage bij Beleidsregels voor de toepassing van de Wet Bibob 1
De volgende situaties (= geen limitatieve opsomming) kunnen erop duiden dat er gevaar bestaat dat de vergunning zal worden gebruikt voor het benutten van uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen op geld waardeerbare voordelen:
- geldverstrekker onbekend - stille vennoot is de geldverstrekker - geldverstrekking via het buitenland - afwezigheid van bankgarantie - herkomst eigen vermogen van aanvrager is onduidelijk - aanvrager is failliet - aanvrager heeft belastingschulden - verhouding en bezoekersaantallen - verhouding omzet en kosten (huur) pand is niet in orde
Aan de hand van de volgende bronnen kan het bestuursorgaan zelf een onderzoek plegen naar onduidelijke financiering:
- accountantsverklaring - (schriftelijke) informatie van de aanvrager zelf (o.a. uit het aanvraagformulier en andere te overleggen bescheiden zoals verklaring belastingdienst / UWV) - internet - kadaster - controle op straat
2. Onduidelijke bedrijfsstructuur
- buitenlandse ondernemingsvorm - eigenaar woont in belastingparadijs - grote NV met aandelen aan toonder - afhankelijkheid van vele andere vennootschappen - onderneming is een stichting of vereniging - veel wisselingen van bestuurders
Aan de hand van de volgende informatie (geen limitatieve opsomming) kan het bestuursorgaan zelf een onderzoek plegen naar een onduidelijke bedrijfsstructuur:
- jaarstukken - Kamer van Koophandel - (schriftelijke) informatie van de aanvrager zelf - internet
3. Relatie verhuurder/huurder/pand
- huurder is bonafide maar huurt van malafide persoon - zeer hoge waarborgsom vereist - extreem hoge/lage huur - aanvrager heeft veel panden in bezit - onduidelijke financiering van de panden - onderverhuur
Aan de hand van de volgende informatie (geen limitatieve opsomming) kan het bestuursorgaan zelf een onderzoek plegen naar voornoemde relatie:
- huur/koopcontract pand - pacht overeenkomst - kadaster (rijk en gemeente) - informatie van de aanvrager
- binnen de gemeente gebruikt de aanvrager het “lobbycircuit” - a-typische personen vragen vergunning aan - a-typische activiteiten vinden er in en rond de inrichting plaats - aanvrager is pas sinds kort in Nederland
Aan de hand van de volgende informatie (geen limitatieve opsomming) kan het bestuursorgaan zelf een onderzoek plegen naar deze zaken:
- politierapportages - informatie van andere gemeentelijke instanties - (recent) kopie van het identiteitsbewijs
De volgende situaties (= geen limitatieve opsomming) kunnen erop duiden dat er gevaar bestaat dat de vergunning zal worden gebruikt voor het plegen van strafbare feiten:
- vermoed wordt dat de onderneming infrastructuren biedt aan het illegale circuit, als dekmantel voor allerlei illegale activiteiten (gokken, prostitutie, mensenhandel/smokkel, drugshandel, heling, verduistering, wapenhandel, speelautomaten) - feitelijke beheerder is waarschijnlijk niet de officiële beheerder (katvanger)
Aan de hand van de volgende informatie (geen limitatieve opsomming) kan het bestuursorgaan zelf een onderzoek plegen naar de dekmantel/het schijnbeheer:
- rapporterende participaties (‘verklikkers’) - Kamer van Koophandel - GBA (alleen van toepassing indien de behandelende afdeling een aansluiting heeft op het GBA.) - (schriftelijke) informatie van de aanvrager zelf (aanvraagformulier en/of andere door de aanvrager ingeleverde bescheiden, zoals een afrekening van telefoon/gas/electra) - identiteitspapieren - (wurg)contracten
- binnen de gemeente gebruikt de aanvrager het “lobbycircuit” - a-typische personen vragen vergunning aan - a-typische activiteiten vinden er in en rond de inrichting plaats
Aan de hand van de volgende informatie (geen limitatieve opsomming) kan het bestuursorgaan zelf een onderzoek plegen naar deze categorie:
- politierapportages - informatie van andere gemeentelijke instanties
De volgende situaties kunnen er op duiden dat er een redelijk vermoeden bestaat dat ter verkrijging van de vergunning, dan wel gegeven vergunning, een strafbaar feit is begaan: 1. Ambtenaar betrokken
- mishandeling, bedreiging - het aanbieden van steekpenningen, omkoping, poging tot omkoping
Aan de hand van de volgende informatie (geen limitatieve opsomming) kan het bestuursorgaan zelf een onderzoek plegen naar deze categorie:
- signalen uit de gemeentelijke organisatie
2. Zonder betrokkenheid ambtenaar
- valsheid in geschrifte - fraude (valse diploma’s, ID-papieren, huurcontracten)
Aan de hand van de volgende informatie (geen limitatieve opsomming) kan het bestuursorgaan zelf een onderzoek plegen naar deze categorie:
- bedrijfschap Horeca - informatie van organisaties die documenten (bijvoorbeeld diploma’s) hebben opgesteld
- gedwongen overname van inrichting (bijvoorbeeld door afpersing)
Aan de hand van de volgende informatie (geen limitatieve opsomming) kan het bestuursorgaan zelf een onderzoek plegen naar deze categorie: