Organisatie | Lingewaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening subsidiëring godsdienstonderwijs |
Citeertitel | Verordening subsidiëring godsdienstonderwijs |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Met ingang van gelijke datum wordt vervallen verklaard: de Verordening subsidiëring godsdienstonderwijs, vastgesteld door de raad der gemeente Heukelum d.d. 28 augustus 1975 laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit d.d. 24 juni 1982.
Onbekend
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-1987 | 01-01-2021 | Nieuwe regeling | 30-10-1986 Lingewaaljournaal, 17-12-2008 | Onbekend |
Aan kerkelijke gemeenten of plaatselijke kerken, alsmede aan verenigingen die voldoen aan de eisen bedoeld in artikel 31 van de Wet op het Basisonderwijs, hierna aan te duiden ais "kerkelijke gemeente", alsmede verenigingen die zich met het geven van levensbeschouwelijk vormingsonderwijs aan schoolgaande kinderen belasten, wordt desgevraagd uit de gemeentekas een bijdrage verleend ter zake van elk werkelijk gegeven wekelijks lesuur godsdienstonderwijs respectievelijk levensbeschouwelijk vormingsonderwijs op de openbare basisscholen in de gemeente Vuren.
Het godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs wordt in lokaliteiten van de openbare basisscholen gegeven aan leerlingen van de daarvoor in aanmerking komende groepen, voor zover de ouders, voogden of verzorgers.
De verantwoordelijkheid voor de inhoud van het godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs berust bij de instantie welke dit onderricht doet geven. Deze instantie is verplicht zorg te dragen dat dit onderwijs op psychologisch-didactisch verantwoorde wijze wordt gegeven.
De voor het geven van het in artikel 2 bedoelde onderwijs aangewezen leerkrachten onthouden zich van het voeren van propaganda, hetzij voor enige soort van onderwijs, hetzij voor enige kerk, kerkelijke instelling of groepering, of levensbeschouwelijke groepering, alsmede van het inzamelen van gelden.
De in artikel 5 bedoelde leerkrachten gedragen zich naar de aanwijzingen door de directeur der school te geven.
Jaarlijks vóór 1 september zendt de in artikel 1 bedoelde instantie, wil zij aanspraak maken op de tegemoetkoming, aan burgemeester en wethouders een opgave van het aantal lessen dat het dan aangevangen schooljaar zal worden gegeven, alsmede een schatting van het aantal leerlingen dat de lessen zal volgen.
Voor de definitieve afrekening van de in artikel 7 bedoelde tegemoetkoming zendt de in artikel 1 bedoelde instantie binnen 30 dagen na afloop van het kalenderjaar bij burgemeester en wethouders een opgave in, vermeldende voor elke school afzonderlijk over het afgelopen kalenderjaar:
Deze opgave wordt, vóór de inzending, door de direkteur der school gewaarmerkt.