Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Steenwijkerland

Woonschepenverordening 2002 Steenwijkerland

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSteenwijkerland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingWoonschepenverordening 2002 Steenwijkerland
CiteertitelWoonschepenverordening 2002 Steenwijkerland
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Voor de kaart, bedoeld in artikel 5 van deze Verordening, wordt verwezen naar genoemd Gemeenteblad.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200301-11-2009nieuwe regeling

17-12-2002

Gemeenteblad, 2002, 53

2002/182
01-11-2009intrekking

01-09-2009

Gemeenteblad, 2009, 30

2009/93

Tekst van de regeling

Intitulé

Woonschepenverordening 2002 Steenwijkerland

 

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    woonschip: elk vaartuig dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als, of te oordelen naar zijn constructie of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak bestemd is tot, als hoofdverblijf geldend dag- of nachtverblijf van een of meer personen;

  • b.

    ligplaats: een gedeelte van het openbaar water, bestemd om door een woonschip met bijbehorende voorzieningen te worden ingenomen;

  • c.

    bijbehorende voorzieningen: zaken zonder welke het gebruik van het schip als woning niet goed mogelijk is, zoals een bijboot, steiger en een loopplank;

  • d.

    openbaar water: alle wateren die, al dan niet met enige beperking, voor het publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk zijn.

Artikel 2 Wijze van meten

De in deze verordening genoemde maten worden uitwendig gemeten daar waar zij het grootst zijn. Ondergeschikte bouwdelen zoals lichtkoepels en antennes worden niet meegerekend.

Artikel 3 Verboden ligplaatsen

Het is verboden met een woonschip een ligplaats in te nemen of te hebben of een ligplaats voor een woonschip beschikbaar te stellen buiten het op grond van artikel 5 aangewezen gedeelte van het openbaar water.

Artikel 4 Woonschepen in aanbouw of reparatie

Het verbod in artikel 3 is niet van toepassing op woonschepen die in aanbouw of in reparatie zijn, zolang zij zich op of aan een scheepswerf dan wel in of bij een reparatie-inrichting bevinden.

Artikel 5 Aangewezen ligplaatsen

Als plaats waar woonschepen ligplaats mogen hebben, is aangewezen de woonschepenhaven in de dode arm van het Steenwijkerdiep zoals aangegeven op bijgevoegde kaart.

Artikel 6 Ligplaatsvergunning

  • 1.

    Op de op grond van artikel 5 aangewezen plaats mag een woonschip ligplaats innemen en hebben, mits degene(n) die het woonschip gebruikt (gebruiken) als hoofdverblijfplaats beschikken over een ligplaatsvergunning van burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders beslissen over een aanvraag van een ligplaatsvergunning binnen 8 weken na de dag, waarop de aanvraag is ontvangen.

  • 3.

    Een ligplaatsvergunning wordt geweigerd indien:

    • a

      voor de ligplaats al vergunning is verleend;

    • b

      het woonschip langer is dan 25 meter, breder dan 6 meter, of hoger dan 3,50 meter is, gerekend vanaf de waterlijn;

    • c

      het woonschip belemmeringen kan veroorzaken aan het verkeer te water of te land;

    • d

      het uiterlijk van het woonschip afbreuk doet aan het aanzien van de gemeente of het landschap verstoort;

    • e

      het woonschip niet voldoet aan eisen van veiligheid en gezondheid;

    • f

      het niet aannemelijk is dat de aanvrager binnen 12 weken na het indienen van de aanvraag met het woonschip de plaats waarvoor de ligplaatsvergunning is aangevraagd, kan innemen;

  • 4.

    De ligplaatsvergunning wordt gesteld op naam van de eigenaar van het woonschip en vermeldt de plaatsaanduiding van de desbetreffende ligplaats, de bijbehorende voorzieningen en de kenmerken van het woonschip.

Artikel 7 Wachtlijst ligplaatsvergunning.

  • 1.

    Het maximale aantal toe te wijzen ligplaatsen bedraagt 6.

  • 2.

    Alleen woonschepenbewoners die voor 1 november 1997 een ligplaats aan de Kanaaldijk huurden door middel van een huurovereenkomst met de gemeente Steenwijk, komen in beginsel eerst in aanmerking voor een vergunning voor een ligplaats aan de dode arm van het Steenwijkerdiep ingevolge artikel 6.

  • 3.

    Indien de aanvraag om een ligplaatsvergunning wordt geweigerd omdat de gewenste ligplaats aan een ander is toegewezen, wordt de naam van de aanvrager op zijn verzoek op een door burgemeester en wethouders aan te houden wachtlijst geplaatst.

  • 4.

    Indien één van de op grond van artikel 5, eerste lid, aangegeven plaatsen vrijkomt, stellen burgemeester en wethouders de op de wachtlijst geplaatste gegadigden in de gelegenheid een nieuwe aanvraag voor een ligplaatsvergunning in te dienen. De wachtlijst is opgebouwd uit vijf categorieën, waarbij de prioriteitsvolgorde bij de toekenning van 1 t/m 5 loopt.

    categorie 1: meerderjarige kinderen van personen die legaal op een woonschip in Steenwijk wonen;

    categorie 2: personen die ooit legaal op een woonschip in de gemeente Steenwijk hebben gewoond;

    categorie 3: kinderen van personen die ooit legaal op een woonschip in Steenwijk hebben gewoond;

    categorie 4: familieleden (niet zijnde kinderen) van personen die legaal in Steenwijk op een woonschip wonen;

    categorie 5: overigen.

    Binnen deze categorieën bepaalt de datum van aanmelding de plaats op de wachtlijst.

    In deze gevallen kan de ligplaats slechts worden geweigerd op grond van de omstandigheden, vermeld in artikel 6, derde lid, onder b tot en met g.

  • 5.

    Indien de nieuwe aanvraag niet binnen vier weken na datum van verzending van het in het tweede lid bedoeld schrijven is ontvangen, wordt aangenomen dat geen prijs meer op de ligplaatsvergunning wordt gesteld en wordt de naam van de betrokken persoon van de wachtlijst geschrapt.

Artikel 8 Wijziging ligplaatsvergunning

  • 1.

    Indien wijziging van de ligplaatsvergunning noodzakelijk is, dient de vergunninghouder vooraf bij burgemeester en wethouders een aanvraag tot wijziging van de ligplaatsvergunning in.

  • 2.

    Op een aanvraag van wijziging van een ligplaatsvergunning is het bepaalde in artikel 6, tweede en derde lid, onder b tot en met g, van toepassing.

Artikel 9 Intrekking ligplaatsvergunning

Burgemeester en wethouders kunnen de ligplaatsvergunning intrekken indien:

  • a

    de ligplaatsvergunning ten gevolge van een onjuiste opgave van informatie is verleend;

  • b

    de gegevens in de ligplaatsvergunning niet meer overeenstemmen met de werkelijke situatie;

  • c

    niet wordt voldaan aan de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften;

  • d

    het woonschip waarop de vergunning betrekking heeft afbreuk doet aan het aanzien van de gemeente of het landschap verstoort;

  • e

    het woonschip waarop de vergunning betrekking heeft niet voldoet aan eisen van gezondheid en veiligheid;

  • f

    het woonschip waarop de vergunning betrekking heeft zonder toestemming van burgemeester en wethouders gedurende een periode langer dan 12 aaneengesloten weken op een andere lokatie dan een werf verblijft;

  • g

    op de ligplaats voorzieningen aanwezig zijn die niet zijn vermeld op de ligplaatsvergunning.

Artikel 10 Aansluiting op drinkwaterleiding

  • 1.

    De vergunninghouder is verplicht ervoor te zorgen dat het woonschip is aangesloten op het distributienet van de openbare waterleiding.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van de verplichting, bedoeld in het eerste lid, indien het schip is voorzien van een of meer drinkwatertanks waarvan de gezamenlijke inhoud minimaal 250 liter bedraagt.

Artikel 11 Aansluiting op riolering

De vergunninghouder is verplicht ervoor te zorgen dat het woonschip is aangesloten op het openbaar riool.

Artikel 12 Aansluiting op het openbare gasnet

  • 1.

    De vergunninghouder is verplicht ervoor te zorgen dat het woonschip is aangesloten op het openbare gasnet.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van de verplichting, bedoeld in het eerste lid, indien bij het gebruik van huisbrandolie een bovengrondse tank met een opvangbak aanwezig is, en voorts wordt voldaan aan het gestelde in lid 3 tot en met lid 5 van dit artikel.

  • 3.

    Opslagtanks, opvangbakken en leidingen en/of appendages en andere tot de tankinstallatie behorende onderdelen dienen tegen aanrijding en andere mechanische beschadiging te zijn beschermd en in goede staat van onderhoud te verkeren.

  • 4.

    Een opslagtank moet zijn omgeven door een opvangbak welke zodanig is geconstrueerd dat deze met de ondergrond waarop de opslagtank is geplaatst een vloeistofdicht geheel vormt.

  • 5.

    Een opvangbak moet voldoende sterk zijn om weerstand te kunnen bieden aan de als gevolg van een lekkage optredende vloeistofdruk. Een metalen opvangbak dient een minimale wanddikte te hebben van 3 mm en dient afdoende tegen corrosie te zijn beschermd. Zonodig moet de bak tegen verzakking zijn gefundeerd.

  • 6.

    Een tankinstallatie dient met de aanwezige leidingen en appendages vloeistofdicht, voldoende sterk zijn en tegen corrosie te zijn beschermd. Leidingen en appendages dienen daar waar nodig tegen beschadiging zijn beveiligd.

Artikel 13 Nadere regels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

Artikel 14 Aanwijzingen

De vergunninghouder is verplicht gevolg te geven aan de door burgemeester en wethouders gegeven bevelen en aanwijzingen in het belang van de openbare orde of van de vrijheid of veiligheid van het verkeer.

Artikel 15 Strafbepalingen

Overtreding van de artikelen 3 en 6, eerste lid, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie.

Artikel 16 Toezicht

  • 1.

    Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de heer H.C. de Boer en de heer J.H. Alta, inspecteurs openbare ruimte.

  • 2.

    Voorts zijn met het toezicht op de naleving voor het bepaalde bij of krachtens deze verordening belast de door burgemeester en wethouders aangegeven personen.

Artikel 16 Overgangsrecht

  • 1

    Vergunningen die zijn verleend onder de werking van de “Woonschepenverordening 1999” blijven van kracht tot de termijn, waarvoor zij worden verleend is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

  • 2

    Vergunning bedoeld in het eerste lid, worden geacht vergunning in de zin van deze verordening te zijn.

Artikel 17 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Onder toepassing van artikel 25, eerste lid, van de Tijdelijke referendumwet treedt deze verordening met ingang van 1 januari 2003 in werking.

  • 2.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: 'Woonschepenverordening 2002 Steenwijkerland'.