Organisatie | Steenwijkerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Winkeltijdenverordening 2002 |
Citeertitel | Winkeltijdenverordening 2002 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
1.Aanwijzingsbesluit koopzondagen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-05-2002 | 23-10-2015 | nieuwe regeling | 26-03-2002 Gemeenteblad, 2002, 8 | 2002/30 |
Artikel 4 Intrekken of wijzigen van de ontheffing
Het college van burgemeester en wethouders kan een ontheffing intrekken of wijzigen indien:
Artikel 8 Verbod straatverkoop bepaalde goederen op zon- en feestdagen
Het college van burgemeester en wethouders kan bepalen dat de vrijstelling genoemd in artikel 12 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet niet geldt voor de gehele gemeente of voor een of meer delen van de gemeente.
De verboden, vervat in artikel 2, eerste lid van de wet gelden, in verband met de toeristische aantrekkingskracht daarvan, niet voor:
Ontheffingen die op grond van de Winkeltijdenverordening 1996 van de voormalige gemeente Steenwijk, Verordening inzake de winkeltijden van de voormalige gemeente Brederwiede of de Verordening inzake de winkeltijden van de voormalige gemeente IJsselham zijn verleend, worden geacht ontheffingen te zijn op grond van de Winkeltijdenverordening 2002.
Toelichting Winkeltijdenverordening 2002
Op 1 juni 1996 is de Winkeltijdenwet tezamen met het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet in werking getreden. Deze wet stelt ruimere regels voor de openingstijden van winkels. De Winkel-sluitingswet 1976 en het bijbehorende vrijstellingenbesluit zijn op dat moment ingetrokken. De tekst van de Winkeltijdenwet en het bijbehorende Vrijstellingenbesluit zijn gepubliceerd in het Staatsblad van 28 maart 1996, onder nummer 182 en 183.
Uitgangspunten Winkeltijdenwet
De Winkeltijdenwet kent andere uitgangspunten dan de Winkelsluitingswet. Zo is gekozen voor meer keuzevrijheid van de detaillist bij de openstelling van de winkel. De detaillist krijgt meer ruimte om de openingstijden af te stemmen op behoeften van (potentiële) klanten. Daarnaast is gekozen voor ruimere bevoegdheden voor de gemeente om ook buiten de wettelijke openingstijden winkelopening toe te staan. De basisgedachte hierbij is dat daarbij aan de hand van plaatselijke omstandigheden kan worden bezien of langere openingstijden toelaatbaar zijn. Met deze uitgangspunten hangt een minder vergaande wettelijke regulering van winkeltijden samen. Deze deregulering vormt, naast de keuzevrijheid van de detaillist en de decentralisatie, het derde uitgangspunt van de wet. In concreto komen deze uitgangspunten neer op de volgende hoofdlijnen in de Winkeltijdenwet:
Op zon- en feestdagen is winkelopening niet toegestaan. Voor maximaal 12 zon- en feestdagen per kalenderjaar kan de gemeente vrijstelling van deze verplichte sluiting verlenen. Als feestdagen worden hierbij aangemerkt nieuwjaarsdag, tweede paasdag, hemelvaartsdag, tweede pinksterdag en eerste en tweede kerstdag.
1.1 Ruimere openstellingsmogelijkheden winkels
In de Winkeltijdenwet is winkelopening toegestaan op werkdagen tussen 06.00 uur en 22.00 uur. De openstelling van winkels gedurende deze uren is ongelimiteerd. Binnen dit tijdsbestek kunnen gemeenten ook geen beperkingen aan de openstelling van winkels opleggen. Hiermee samenhangend komt de verplichting voor winkeliers te vervallen om een door de gemeente gewaarmerkte aankondigingskaart van de openingstijden bij de ingang van de winkel aan te brengen. De winkelier kan aldus binnen dit tijdsbestek geheel naar eigen inzicht de winkel openstellen.
Ook in de Winkeltijdenwet geldt als algemene regel dat op zon- en feestdagen winkels gesloten zijn. Deze regel is, evenals onder het regime van de Winkelsluitingswet 1976, niet van toepassing op winkeliers die een geloofsovertuiging aanhangen welke de wekelijkse rustdag op een andere dag dan de zondag houdt. Deze winkeliers dienen dan wel op hun eigen religieuze rustdag hun winkel gesloten te houden. In het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet is daarbij bovendien voorzien in vrijstellingen van de verplichte zondagssluiting voor winkels die reeds van oudsher ook op zondag geopend zijn. Uitgebreidere informatie over het vrijstellingenbesluit staat in het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet. De wet is niet alleen van toepassing op winkels, maar ook op andere vormen van detailhandel, zoals de ambulante handel.
1.2 Gemeentelijke bevoegdheden
Zoals aangegeven is in de Winkeltijdenwet gekozen voor ruimere bevoegdheden voor de gemeente om ook buiten de wettelijke tijden winkelopening toe te staan.
Deze bevoegdheden kunnen worden ingedeeld in:
1.2.1 Bevoegdheden op werkdagen
De gemeentelijke bevoegdheden op werkdagen behelzen feitelijk de mogelijkheid om ook na 22.00 uur winkelopening toe te staan. In de Winkeltijdenwet is ervoor gekozen om de bevoegdheid om op werkdagen buiten de wettelijke openingstijden ook openstelling van winkels toe te staan, bij de gemeente neer te leggen. Dit betekent niet alleen dat de gemeente hiertoe ruimere mogelijkheden krijgt, maar tevens dat in een winkeltijdenverordening een bepaling moet voorzien om de detailhandelsactiviteiten mogelijk te maken die na 22.00 uur op werkdagen plaatsvinden. Een voorbeeld hiervan zijn de avondwinkels.
1.2.2 Bevoegdheden op zon- en feestdagen
De gemeenteraad heeft op grond van artikel 3, eerste lid de bevoegdheid om per kalenderjaar maximaal twaalf zon- en feestdagen als koopzondag aan te wijzen. Deze bevoegdheid geldt per deel van de gemeente afzonderlijk en kan worden overgedragen aan het college van burgemeester en wethouders.
Artikel 2, eerste lid, onder b, van de wet noemt zowel de feestdagen (nieuwjaarsdag, tweede paasdag, hemelvaartsdag en eerste en tweede kerstdag) als de dagen waarop een zogenoemd 19.00 uur regime geldt (Goede Vrijdag, 4 mei en 24 december; hierna te noemen: 19uur dagen). Het begrip feestdagen is gedefinieerd in artikel 1 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet en in artikel 1, onder b, van de modelverordening Winkeltijden. De 19uur dagen vallen daar niet onder. Nu in artikel 3, eerste lid, slechts gesproken wordt over zon- en feestdagen, betekent dit dat deze dagen niet als ‘koopzondagen’ kunnen worden aangewezen indien zij op een zondag vallen. Voor Goede Vrijdag ontstaat dit probleem uiteraard niet, aangezien deze dag altijd op een vrijdag valt.
De wet voorziet in artikel 3, vierde lid, in een bevoegdheid van de gemeente om in een verordening aan een avondwinkel een ontheffing te verlenen voor opening op zon- en feestdagen tussen 16.00 en 24.00 uur. Per 15.000 inwoners van de gemeente mag slechts één avondwinkel worden aangewezen. In gemeenten met minder dan 15.000 inwoners mag aan één winkel een dergelijke ontheffing worden verleend. Deze bepaling komt in plaats van de avondwinkelbepaling in de Winkelsluitingswet 1976. Evenals onder de Winkelsluitingswet 1976 dienen deze avondwinkels zich hoofdzakelijk te richten op de verkoop van eet- en drinkwaren, met uitzondering van sterke drank in de zin van artikel 1 van de Drank- en Horecawet. Een avondwinkel in de zin van de Winkeltijdenwet kan dus op zondagen, feestdagen en 19uur dagen geopend zijn.
In afwijking van de bepalingen in de Winkelsluitingswet 1976 mogen betrokken winkels thans op werkdagen ook gedurende de reguliere winkeltijden, dus tussen 06.00 uur en 22.00 uur, onbeperkt geopend zijn. Daarnaast kan nog vrijstelling of ontheffing worden verleend voor de uren tussen 22.00 uur en 06.00 uur.
1.2.3 Bevoegdheden voor specifieke situaties: toerisme
De gemeente behoudt de bevoegdheid (artikel 3, derde lid, onder a) om bij verordening voor het plaatselijke toerisme een vrijstelling te verlenen. Deze vrijstelling kan worden verleend voor de gehele gemeente of een deel daarvan. Hierbij geldt de wettelijke voorwaarde dat de lokale aantrekkingskracht voor toeristen niet wordt bepaald door de vrijgestelde winkelopening. Zondagopening van campingwinkels kan dus op dit artikel worden gebaseerd. Het terrein waarop de camping ligt kan worden aangewezen als toeristisch gebied.
Ongewijzigd zijn de bevoegdheden van het college van burgemeester en wethouders om bij plotseling opkomende bijzondere omstandigheden een vrijstelling van de verplichte winkelsluiting te verlenen. Daarnaast kan het college op grond van een verordening op verzoek een ontheffing verlenen bij bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard en voor het uitstallen van goederen. Alle op grond van de verordening te verlenen vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen worden verleend en kunnen aan voorschriften worden gebonden.
In artikel 4 van het oude Besluit gemeentelijke ontheffingen Winkelsluitingswet 1976 was een regeling opgenomen voor kunstateliers en galeries. Dit Besluit is op 1 juni 1996 vervallen. Onder de Winkeltijdenwet bestaat geen afzonderlijke regeling meer. Op grond van artikel 4, tweede lid, van de wet, zoals uitgewerkt in artikel 7, eerste lid van de modelverordening, kunnen burgemeester en wethouders ontheffing verlenen voor de zon- en feestdagen voor afzonderlijke situaties. De wet laat hierin de gemeenten beleidsvrijheid. Indien wordt besloten tot het verlenen van ontheffing voor kunstateliers en galeries, kan het tweede lid van artikel 7 van de modelverordening worden aangevuld met ‘kunstateliers en galeries’.
1.3 Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet
In het Vrijstellingenbesluit worden aan enkele vormen van detailhandel landelijke vrijstellingen verleend van de in de Winkeltijdenwet opgenomen verboden van openstelling. Hierbij worden landelijke vrijstellingen voor de gehele week en landelijke vrijstellingen voor alleen zon- en feestdagen onderscheiden. Voor de bij de laatste categorie betrokken detailhandelsactiviteiten kunnen voor de werkdagen op lokaal niveau vrijstellingen en ontheffingen worden verleend. Aan dit onderscheid ligt de keuze ten grondslag om het zwaartepunt bij de mogelijkheid voor het verlenen van vrijstellingen bij de gemeenten te leggen. Voor een beperkt aantal detailhandelsactiviteiten wordt het beschikken over een vrijstelling gedurende de gehele week evenwel van dergelijk landelijk belang geacht, dat hiervoor landelijke vrijstellingen zijn opgenomen. Het betreft de detailhandel in instellingen voor de volksgezondheid, verkeer en vervoer en de verkoop van nieuwsbladen en tijdschriften. Aangezien de bevoegdheid van gemeenten om detailhandel op zon- en feestdagen toe te staan beperkt blijft tot twaalf dagen per jaar, voorziet het besluit ook in landelijke vrijstellingen voor enkele soorten detailhandel, die van oudsher op zon- en feestdagen plaatsvindt. Het betreft deels winkels die gewoonlijk ook op werkdagen na 22.00 uur geopend zijn. Om de openstelling van deze winkels dan mogelijk te maken, kan in de verordening een vrijstelling of mogelijkheid voor het verlenen van een ontheffing worden opgenomen.
1.3.1 Vrijstellingen geldende op zon- en feestdagen en op werkdagen
De gedurende de gehele week van kracht zijnde vrijstellingen zijn alleen van toepassing op:
-Instellingen van volksgezondheid (apotheken en winkels in en op het terrein van zieken en verpleeghuizen).
De colleges van B en W krijgen daarbij de bevoegdheid om op verzoek een ontheffing te verlenen voor verkooppunten van uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften, alsmede bloemen en planten, op ten hoogste 250 meter afstand van de publieksingang van een ziekenhuis of verpleeghuis. Deze ontheffing mag gelden vanaf een half uur voor de aanvang van de bezoektijden tot het einde daarvan.
-Instellingen van verkeer en vervoer (winkels in NS-stationsgebouwen, luchtvaartterreinen voor intercontinentaal verkeer, shops in benzinestations en wegrestaurants en verkoop ten behoeve van de beroepsscheepvaart).
De colleges van B en W krijgen daarbij de bevoegdheid op verzoek een ontheffing te verlenen aan winkels gericht op reizigers, op knooppunten van openbaar vervoer en voor het verkopen van bloemen en planten op een afstand van ten hoogste 100 meter daarvan.
-Instellingen voor de verkoop van nieuwsbladen en tijdschriften.
1.3.2 Vrijstellingen geldende uitsluitend voor zon- en feestdagen
Vrijstellingen voor uitsluitend de zon- en feestdagen worden in dit besluit verleend voor:
Winkels in of op het terrein van bejaardenoorden, waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften, alsmede bloemen en planten worden verkocht. Winkels in fotoartikelen, indien betreden noodzakelijk is voor het maken van portretfoto’s ter gelegenheid van de Eerste Heilige Communie.
Evenals onder het regime van de Winkelsluitingswet 1976 blijft de controle op de naleving van de regels in eerste instantie een taak van de plaatselijk bevoegde politie in overleg met de gemeente. De Economische Controledienst (ECD) wordt daarbij ingeschakeld als er een landelijke coördinatie vereist is.
Voor de omschrijving van het begrip feestdagen is aansluiting gezocht bij artikel 2 van de wet. Koninginnedag is in de wet niet meer aangemerkt als een feestdag.
In dit artikel is gekozen voor een beslistermijn van acht weken. In de verordeningen van Brederwiede en IJsselham werd tevens een termijn van acht weken gehanteerd. Steenwijk had dit artikel niet opgenomen in de verordening. Daar afgesproken is aansluiting te zoeken bij het VNG-model is dit artikel opgenomen in de verordening. De termijn van acht weken wordt tevens gehanteerd in de Algemene Plaatselijke Verordening 2001. Het uitgangspunt van artikel 4:13 van de Algemene wet bestuursrecht is dat in het wettelijk voorschrift de termijn aangegeven wordt waarbinnen de beschikking gegeven dient te worden.
Artikel 3 Overdracht van de ontheffing
De bepaling bindt de overdracht van de ontheffing aan de toestemming van burgemeester en wethouders. Deze tussenkomst geeft het college de gelegenheid om inzicht te krijgen in de handel en wandel van de opvolger.
Artikel 4 Intrekken of wijzigen van de ontheffing
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Artikel 5 Zon- en feestdagenregeling
Op maximaal twaalf zon- en feestdagen per jaar kan afgeweken worden van het sluitingsverbod. Burgemeester en wethouders hebben deze bevoegdheid gedelegeerd gekregen van de gemeenteraad. Steenwijk had lid 2 niet opgenomen. IJsselham gebruikte het gehele artikel niet, omdat bij de winkeliers niet behoefte bestond om op zon- en feestdagen de winkels te openen. Zoals reeds is aangegeven wordt aansluiting gezocht bij het VNG-model. Voor de toepassing van het artikel kan de gemeente in afzonderlijke delen gesplitst worden. Door lid 2 op te nemen in de verordening heeft de gemeente de mogelijkheid om voor elk deel van de gemeente afzonderlijk koopzondagen aan te wijzen. Gezien de oppervlakte van de nieuwe gemeente kan er behoefte bestaan om gebruik te maken van deze mogelijkheid.
Artikel 6 Openstelling van avondwinkels op zon- en feestdagen
Het afwijkende openstellingsregime op zon- en feestdagen maakt het noodzakelijk voor winkels die op werkdagen tot 22.00 uur, of met ontheffing tot latere tijdstippen geopend zijn en waar hoofdzakelijk eet- en drinkwaren worden verkocht een afzonderlijke regeling in de verordening op te nemen. Met deze regeling wordt het mogelijk dat deze beperkte groep avondwinkels ook op zondagavond en de avond van een feestdag open kan zijn.
In het tweede lid van dit artikel wordt aan het college van burgemeester en wethouders de mogelijkheid geboden om voor avondwinkels ontheffing te verlenen. In artikel 3 lid 4 van de Winkeltijdenwet is bepaald dat er maximaal één avondwinkel per 15.000 inwoners mag zijn. Daar de gemeente Steenwijk ruim 40.000 inwoners heeft, komt het maximaal aantal avondwinkels op twee. Daarnaast geldt dat in de verordeningen van Brederwiede en Steenwijk was geregeld dat er in beide gemeenten voor één avondwinkel ontheffing verleend kon worden. Als we dit optellen komen we ook op een aantal van twee.
In het derde lid van artikel 6 van de Winkeltijdenverordening worden tijden aangegeven wanneer de avondwinkel gesloten moet zijn. Daar in de beide verordeningen van Brederwiede en Steenwijk was geregeld dat de avondwinkels tussen 00.00 en 16.00 uur gesloten moeten zijn, is in de nieuwe verordening daarbij aansluiting gezocht.
Artikel 7 Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor afzonderlijke situaties
Het artikel is gebaseerd op artikel 4 van de wet. In dit artikel wordt voor het college de mogelijkheid gecreëerd om ontheffing te verlenen voor bijzondere gevallen van tijdelijke aard. De ontheffing kan verleend worden in geval van: feestelijkheden, bijeenkomsten, veilingen en beurzen. In het model van de VNG worden kunstateliers en galeries niet genoemd. Echter in de toelichting van VNG wordt deze mogelijkheid wel geboden. Om het college toch de mogelijkheid te bieden om voor kunstateliers en galeries ontheffing te verlenen, is de toevoeging opgenomen in het artikel, zodat deze op een zon- en feestdag open mogen zijn en de kunstwerken kunnen verkopen. Het stellen van voorschriften en beperkingen is mogelijk.
Artikel 8 Verbod straatverkoop van bepaalde goederen op zon- en feestdagen
De vrijstelling betreft het te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken.
Artikel 9 Openstelling op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur
Artikel 7 van de wet geeft de mogelijkheid de openingstijden op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur te reguleren. Dat kan door gebieden aan te wijzen waarin het verbod niet geldt, door vormen van detailhandel aan te wijzen waarvoor het verbod niet geldt of door in afzonderlijke gevallen ontheffing te verlenen waardoor het verbod niet geldt.
De modelverordening gaat ervan uit dat voor de nachtelijke openstelling de ontheffing het belangrijkste instrument is. Per geval is dan een afweging te maken of de gewenste openstelling zich verhoudt met belangen van de woon- en leefomgeving en de openbare orde. Brederwiede en Steenwijk hebben dan ook deze optie uit het model opgenomen in de verordening. Hier is aansluiting bij gezocht. Dit betekent dat in afzonderlijke gevallen ontheffing verleend kan worden. De ontheffingen kunnen onder beperkingen en voorschriften worden verleend.
In het Vrijstellingenbesluit is voor een aantal overige vormen van detailhandel alleen de openstelling op zon- en feestdagen geregeld. De openstelling van deze vormen van detailhandel op de uren tussen 22.00 en 06.00 uur op werkdagen wordt door de verordeningsbepaling geregeld.
De grondslag van het artikel is artikel 3, derde lid, onder a van de wet. De wet laat de keuze tussen het verlenen van vrijstelling door de raad of het op basis van de verordening verlenen van ontheffing door burgemeester en wethouders.
In de modelverordening van de VNG zijn meerdere voorbeeldartikelen opgenomen. Zo kunnen er gebieden aangewezen worden waar in verband met de toeristische aantrekkingskracht de verboden van artikel 2 lid 1 van de Winkeltijdenwet 2002 niet gelden. Een ander alternatief is om ontheffingen te verlenen van verboden in verband met de toeristische aantrekkingskracht van de volgende gebieden/plaatsen/evenementen …; de volgende periodes …; de volgende dagen en tijdstippen …; de verkoop van de volgende artikelen … . Aan de ontheffingen kunnen voorschriften worden verbonden.
Brederwiede had in de verordening opgenomen dat ontheffing verleend kon worden voor nader aan te wijzen gebieden/plaatsen/evenementen, periodes, dagen en tijdstippen en de verkoop van welke artikelen. Echter hier is nooit invulling aangegeven. Steenwijk had een bepaling opgenomen dat gedurende het tijdvak van 1 april tot 1 oktober op aanvraag een ontheffing kon worden verleend ten behoeve van de verkoop van levensmiddelen en kampeerbenodigdheden in een winkel, gelegen op één van de in de gemeente aanwezige kampeerterreinen, op zon- en feestdagen van 11.00 tot 13.00 en van 16.00 tot 18.30 uur. Voor zover bekend is op grond van deze bepaling geen ontheffing verleend.
Onze voorkeur gaat uit naar het vrijstellingensysteem. Zo wordt Giethoorn in de verordening aangewezen als gebied met (internationale) toeristische aantrekkingskracht. Gedurende het toeristenseizoen van 1 april tot 1 oktober kunnen winkeliers die levensmiddelen, kampeerartikelen en souvenirartikelen verkopen op zon- en feestdagen de winkels openen van 10.00 tot 18.00 uur. Er is aansluiting gezocht bij de praktijk. In het toeristenseizoen zijn reeds op zondag een aantal winkels een beperkt aantal uren per dag geopend. Daarnaast worden kampeerterreinen aangewezen als gebieden waar winkels geopend mogen zijn op zon- en feestdagen. Uit een telefonische enquête is gebleken dat kampwinkels op zon- en feestdagen geopend zijn. De tijdstippen dat de kampwinkels open zijn, lopen nogal uiteen. Vanuit de praktijk zijn geen problemen bekend. Daarom zijn, in overleg met de afdeling ruimtelijk en economisch ontwikkeling, in afwijking van de verordening van de voormalige gemeente Steenwijk, geen periode en tijdstippen bij sub b opgenomen. Zo kan de eigenaar van een kampwinkel naar eigen inzicht, met inachtneming van de Winkeltijdenwet, gebruik maken van deze regeling. Wel is de beperking opgenomen, dat de verkoop dient plaats te vinden aan campinggasten. Gezien het vorenstaande lijkt het ons niet zinvol om met het ontheffingensysteem te gaan werken. Zowel in Brederwiede als in Steenwijk is in het verleden, voor zover bekend, geen ontheffing verleend, terwijl gebleken is dat winkels toch open zijn.
De wet kent geen overgangsregeling. Ook in de modelverordening is geen overgangsbepaling opgenomen. Voor de ontheffingen op grond van toerisme is een overgangsregeling aan te bevelen. Aangezien de regeling op grond van de Winkelsluitingswet en de Winkeltijdenwet voor deze onderwerpen niet veranderd is, kan een overgangsbepaling regelen dat de ontheffingen die op grond van de oude verordening zijn verleend geacht worden ontheffingen te zijn op grond van de nieuwe verordening. Betrokkenen hoeven dan geen nieuwe ontheffing aan te vragen en de gemeente kent minder bestuurslasten en ontheffingen.
In de verordening van Steenwijk was deze wel opgenomen. Om onduidelijkheden te voorkomen is deze bepaling opgenomen in de nieuwe verordening.