Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Aalten

Verordening afvalstoffenheffing 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAalten
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening afvalstoffenheffing 2010
CiteertitelVerordening afvalstoffenheffing 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpfinanciën en economie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening afvalstoffenheffing 2009

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet milieubeheer, art. 15.33

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-12-200930-12-2010nieuwe regeling

15-12-2009

Aalten Actueel, 16-12-2009

geen
24-12-2009nieuwe regeling

15-12-2009

Aalten Actueel, 16-12-2009

geen

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening afvalstoffenheffing 2010

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2010.

Artikel 1 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1

    Onder de naam ‘afvalstoffenheffing’ wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2

    De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1

    De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 2

    Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:a. degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens     eigendom bezit, beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt     van het perceel;b. ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan:     degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan.

Artikel 3 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 4 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 5 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1

    De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4

    Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn twee maanden later.

  • 2

    In afwijking van het eerste lid geldt dat, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, gelijk aan of meer is dan € 100,- en deze aanslagen worden opgelegd in het belastingjaar waarop zij betrekking hebben en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, moeten worden betaald in acht gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3

    In afwijking van het eerste lid geldt dat, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan € 100,- en deze aanslagen worden opgelegd in het belastingjaar waarop zij betrekking hebben en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, moeten worden betaald in vier gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 4

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de leden 1 t/m 3 gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de afvalstoffenheffing wordt kwijtschelding verleend tot een maximum aantal ledigingen bij een1. éénpersoonshuishouden:       14 ledigingen van een container met restafval van 140 liter en                                                             7 ledigingen van een container met GFT-afval van 80 liter. 2. meerpersoonshuishouden:    14 ledigingen van een container met restafval van 240 liter en                                                             7 ledigingen van een container met GFT-afval van 140 liter.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeesters en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1

    De 'Verordening afvalstoffenheffing 2009' van 16 december 2008 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

  • 4

    Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening afvalstoffenheffing 2010'.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Aalten d.d. 15 december 2009.

Tarieventabel 2010 1  

behorende bij de ‘Verordening afvalstoffenheffing 2010’.

AlgemeenDe bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.

 Hoofdstuk 1      Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing

 

1.1

De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar

104,50

1.2

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 1.1 bedraagt de belasting per lediging van:

 

 

1.2.1

een container van 240 liter, bestemd voor overige huishoudelijke afvalstoffen

 €

 7,24

1.2.2

een container van 140 liter, bestemd voor overige huishoudelijke afvalstoffen

 €

 4,50

1.2.3

een container van 140 liter, bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval

 €

 3,76

1.2.4

een container van 80 liter, bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval

 €

 2,53

2.1

In afwijking van de in de onderdelen 1.1 tot en met 1.2.4 genoemde bedragen bedraagt het tarief per perceel per belastingjaar bij die percelen die op grond van artikel 9, eerste lid b, van de ‘Afvalstoffenverordening gemeente Aalten 2009’, gebruik maken van een inzamelvoorziening voor een aantal percelen (verzamelcontainer) indien:

 

 

2.1.1 

dat perceel gebruikt wordt door één persoon

 €

 185,50

2.1.2 

dat perceel gebruikt wordt door meer dan één persoon

 €

 234,82

 

Behorende bij het raadsbesluit van 15 december 2009

De Griffier,M.A.J.B. Fiering