Organisatie | Steenwijkerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening VROM Starterslening Steenwijkerland |
Citeertitel | Verordening VROM Starterslening Steenwijkerland |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Vervangt Verordening Stimuleringsfonds Starterslening
Gemeentewet, art. 147 en 149
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-09-2008 | 01-01-2013 | nieuwe regeling | 02-09-2008 Gemeenteblad, 2008, 21 | 2008/77 |
Hoofdstuk 1 - Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
VROM Starterslening: een lening die ten doel heeft om voor huishoudens met beperkte financiële mogelijkheden de ruimte te vergroten om een eigen woning te kopen, en die worden verstrekt op basis van de productspecificaties zoals vastgelegd in de SVn-informatiemap en de Gemeentelijke Uitvoeringsregels VROM Starterslening;
Huishouden: de aanvrager dan wel de aanvrager en zijn niet duurzaam gescheiden levende echtgenoot of geregistreerd partner die een gezamenlijke huishouding zal dan wel zullen gaan voeren in de aan te kopen woning, niet zijnde kinderen of pleegkinderen; er kunnen niet meer dan twee personen tot het aldus gedefinieerde huishouden behoren;
Hoofdstuk 2 - Algemene bepalingen
Op deze verordening is de deelnemingsovereenkomst tussen de gemeente Steenwijkerland en de SVn van toepassing.
TOELICHTING op de VERORDENING VROM STARTERSLENING
In 2002 heeft het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn) met een aantal gemeenten en in samenwerking met Nationale Hypotheek Garantie het product ‘Starterslening’ ontwikkeld. Met dit instrument worden gemeenten in de gelegenheid gesteld een financiële impuls te gegeven aan de lokale (koop)woningmarkt en de doorstroming te bevorderen. Nieuwbouw en bestaande koopwoningen zijn voor starters vaak onbetaalbaar en de bestaande stimuleringsregelingen (koopsubsidie (BEW) en dergelijke) blijken niet voldoende. De starterslening geeft de gemeenten een instrument in handen om op het lokale woonbeleid afgestemde Startersleningen te verstrekken aan nieuwkomers op de woningmarkt. Met behulp van de starterslening kan een beperkt aantal starters op de woningmarkt een koopwoning gefinancierd krijgen.
Vanaf 1 januari 2007 neemt ook het rijk (ministerie van VROM) deel aan de regeling door middel van het VROM Startersfonds. Het ministerie van VROM heeft hiervoor eenmalig 40 miljoen euro beschikbaar gesteld. Gemeenten kunnen aanspraak maken op het VROM Startersfonds. Deze bijdrage kan de financiële inzet van gemeenten verdubbelen. Vanaf 1 januari 2008 neemt ook de provincie Overijssel deel aan de regeling door middel van het Startersfonds Overijssel. De provincie wil hiermee Overijsselse gemeenten stimuleren meer Startersleningen te verstrekken, zodat op decentraal niveau een bijdrage kan worden geleverd aan de oplossing van de startersproblematiek. Door de deelname van de provincie Overijssel kan de financiële inzet van de gemeenten nog eens verdubbelen. Dit betekent dat er viermaal zoveel Startersleningen verstrekt kunnen worden.
Op dit moment doen bijna 185 gemeenten mee, waaronder gemeente Steenwijkerland, aan het Startersleningenregime van het SVn.
De starterslening is een aanvullende lening van het SVn aan de starter, waardoor diens financieringcapaciteit toereikend wordt voor de aankoop van een ‘goedkope’ koopwoning. Het SVn maakt daarbij gebruik van het door de gemeente geoormerkte kapitaal op de Gemeenterekening VROM Starterslening. Een kwart van de lening wordt gefinancierd uit dit kapitaal, de rest komt uit het door het ministerie van VROM (50 %) en door de provincie Overijssel (25 %) beschikbaar gestelde kapitaal.
De hoogte van de starterslening bedraagt het verschil tussen de maximaal toegestane lening volgens de normen van de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) en de totale verwervingskosten van de woning. (Onder verwervingskosten wordt verstaan de koop/aanneemsom met daar bovenop de bijkomende kosten zoals overdrachtsbelasting, renteverlies tijdens de bouw, notariskosten, makelaarskosten en afsluitkosten voor de lening. Bij bestaande bouw wordt hiervoor 12% van de koopsom en de eventuele verbouwingskosten gerekend en bij nieuwbouw 8% over de koop/aanneemsom inclusief eventueel meerwerk). Starters die voldoende inkomen hebben om (volgens de normen van de NHG) de gehele aankoopprijs van de woning te financieren met een ‘gewone’ hypotheek, krijgen dus geen starterslening.
De VROM Starterslening bedraagt maximaal 20 % van de verwervingskosten van de woning. De gemeente is vrij om daarbij de hoofdsom van de VROM Starterslening te maximaliseren. Verder dient zoveel de eerste hypotheek als de VROM Starterslening onder NHG bij het Waarborgfonds Eigen Woning (WEW) aangemeld te worden. De VROM Starterslening mag voorts niet worden gecombineerd met de Koopsubsidie op grond van de Wet bevordering eigen woningbezit (BEW+). Dit zijn geen gemeentelijke voorwaarden, maar rijkseisen, gekoppeld aan de 50%-rijksdeelname in het leningenkapitaal.
Naast de eisen die het ministerie van VROM stelt, waarbij de provincie Overijssel zich heeft aangesloten, hebben gemeenten een grote mate aan beleidsvrijheid om lokaal maatwerk te leveren en op de lokale situatie in te spelen. De gemeenten bepalen in de verordening zelf de doelgroep en het marktsegment waar de regeling op van toepassing is. Als het gaat om de doelgroep kunnen gemeenten in de verordening een bepaling opnemen over leeftijd, inkomen, verblijfsduur in de gemeente en dergelijke. Bij het marktsegment kunnen gemeenten bepalen of het gaat om een project, nieuwbouw, bestaande woningen en het maximale aankoopbedrag.
Procedures en gemeentelijke uitvoeringsregels VROM Starterslening
De Procedures en Gemeentelijke Uitvoeringsregels VROM Starterslening en de Productspecificaties VROM Starterslening, vastgesteld door SVn, zijn van toepassing op deze verordening. Doordat de gemeente zich middels een deelnemingsovereenkomst heeft uitgesproken voor deelname aan de producten van SVn, zijn ook de procedures en gemeentelijke uitvoeringsregels van de verschillende producten van kracht. Hierin zijn de voorwaarden en procedures opgenomen voor deelname aan de VROM Starterslening.
Allereerst bepaalt de gemeente in een gemeentelijke verordening de algemene en bijzondere voorwaarden die van toepassing zijn waaronder de doelgroep en het marktsegment van woningobjecten.
De gemeente toetst vervolgens aan de hand van de verordening of de verzoeker in aanmerking komt voor een VROM Starterslening en reikt het SVn-aanvraagformulier VROM Starterslening uit. SVn verzorgt de financiële toetsing en brengt advies uit aan de gemeente over de hoogte van de VROM Starterslening. De gemeente besluit over de toekenning van de lening en de te stellen condities, zoals de hoogte van de lening en eventuele bijzondere voorwaarden. Dit wordt door de gemeente vastgelegd in een toewijzingsbesluit. Indien de lening niet wordt toegekend wordt de aanvrager hiervan middels een afwijzingsbesluit door de gemeente op de hoogte gesteld.
Na de toekenning heeft de aanvrager de gelegenheid een bancaire lening aan te vragen en deze offerte binnen vier weken na verzenddatum van het toewijzingsbesluit naar SVn te sturen. Na een toetsing van de bancaire offerte brengt SVn een offerte voor de VROM Starterlening uit.
Hoofdstuk 1 – Begripsbepalingen
Sub d: Het ministerie van VROM verstaat onder een starter op de koopwoningmarkt iemand die:
voor het eerst zelfstandig gaat wonen in een koopwoning, of
al zelfstandig in een huurwoning woont en doorstroomt naar een eerste koophuis, of
Dit is niet leeftijdsgebonden, het kan een jongere te zijn, maar ook een vijftig-plusser die zijn huurhuis koopt en, afhankelijk van zijn inkomen, in aanmerking komt voor de VROM Starterslening. In artikel 6 wordt nader bepaald wat het toepassingsbereik is.
De gemeente mag eisen stellen aan leeftijd, woonsituatie en inkomen. In artikel 6, lid 1 van de verordening wordt voorgesteld om de starterslening open te stellen voor personen die op het moment van aanvraag minimaal 1 jaar woonachtig zijn in de gemeente Steenwijkerland of voor personen die op het moment van de aanvraag een economische of sociale binding hebben met de gemeente.
Sub g: De definitie is erop gericht om te voorkomen dat meerderjarige kinderen te samen met hun ouder(s) met behulp van een Starterslening een huis kopen, zodat de kinderen in een later stadium het huis van hun ouders kunnen over kopen.
Hoofdstuk 2 – Algemene bepalingen
In artikel 6, lid 1, sub a, b en/of c bepaalt de gemeente de doelgroep die gebruik kan maken van de VROM Starterslening en in artikel 6, lid 1, sub d bepaalt de gemeente het marktsegment waar de lening van toepassing is.
Om aanspraak te kunnen maken op de VROM Starterslening heeft de gemeente Steenwijkerland een deelnemingsovereenkomst met SVn gesloten. Deze deelnemingsovereenkomst biedt gemeenten de mogelijkheid om gebruik te maken van de producten van SVn. In de Informatiemap van SVn vindt de gemeente het totale assortiment aan stimuleringsleningen, waaronder de VROM Starterslening. Met het sluiten van de deelnemingsovereenkomst zijn tevens de productspecificaties en Procedures en Gemeentelijke Uitvoeringsregels VROM Starterslening van toepassing. Deze maken deel uit van de SVn Informatiemap.
Lid 1: In beginsel ligt de bevoegdheid VROM Startersleningen te verstrekken bij de gemeenteraad. Met dit artikel delegeert de gemeenteraad de bevoegdheden aan het college van B en W. Het college heeft op basis dit artikel als dagelijks bestuur de bevoegdheid over de individuele aanvragen te beslissen. Het college toetst aan de hand van artikel 6 van deze verordening of aanvrager in aanmerking komt voor een VROM Starterslening.
Lid 2: SVn toetst op basis van de Procedures en Gemeentelijke Uitvoeringsregels VROM Starterslening de aanvragen VROM Starterslening op financiële aspecten en de overige voorwaarden en brengt aan de gemeente advies uit over de hoogte van de VROM Starterslening. De maximale hoogte van de Starterslening is afhankelijk van het inkomen van het huishouden. Het college heeft de bevoegdheid om over de hoogte van de lening te beslissen en deelt dit met een toewijzingsbesluit mee aan de aanvrager. De gemeente mag gemotiveerd van het advies van SVn afwijken, mocht het college hier aanleiding toe zien.
Het ministerie van VROM heeft bepaald dat een VROM Starterslening maximaal 20% van de verwervingskosten mag bedragen. De gemeente is ook vrij om daarbij de hoofdsom van de VROM Starterslening te maximeren. De gemeente kan in de verordening ook een lager percentage opnemen of het college stelt beleidsregels vast waarin het aangeeft wanneer van dit percentage naar beneden wordt afgeweken.
De gemeente heeft bepaald dat de Starterslening niet meer mag bedragen dan € 40.000,-.
Lid 3: Het ministerie van VROM heeft bepaald dat de VROM Starterslening niet mag worden verstrekt indien ook de Koopsubsidie BEW + is toegekend. Dit wordt stapeling genoemd. Andere financiële regelingen, zoals koopgarant en koopcomfort, zijn wel toegestaan. Mocht de gemeente ook rekening willen houden met toegekende andere financiële regelingen kan zij dat in beleidsregels vastleggen.
Lid 4: Op de VROM Starterslening moet de Nationale Hypotheek Garantie van toepassing zijn.
Lid 5: Ook de eerste hypotheek dient met NHG te worden verstrekt, om in aanmerking te komen voor een VROM Starterslening. Het Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) staat dan borg voor de betaling van rente en aflossing van zowel de 1e hypotheek van de bancaire instelling als de VROM Starterslening via SVn.
Lid 6: Op grond van de discretionaire beschikkingsbevoegdheid mag het college in navolging van artikel 4:38 tot en met 4:40 Awb aan een begunstigende beschikking voorschiften verbinden of wel aan de leningnemer verplichtingen opleggen om het doel van de toegekende Starterslening te verwezenlijken.
Lid 1: De gemeenteraad legt jaarlijks vast hoeveel besteed mag worden aan de VROM Starterslening en het college van burgemeester en wethouders maakt jaarlijks het vastgestelde bedrag over op de gemeenterekening VROM Starterslening bij SVn. Hiervoor moet in de begroting een budget worden gereserveerd voor de VROM Startersleningen. Een vastgesteld budget waarborgt de rechtszekerheid en begrotingsdiscipline. Het is aan de gemeente om de hoogte van het budget te bepalen. De VROM Starterslening is zo ingericht dat de starter in de eerste drie jaar geen rente en aflossing hoeft te betalen dat betekent dat de gemeenterekening bij SVn, die als revolverend fonds door de rente en aflossing in stand gehouden wordt, in de eerste drie jaar niet gevoed wordt door rente en aflossing. Dit kan voor de gemeente reden zijn op het budget voor drie jaar vast te stellen.
Lid 2: Het vaststellen van een budget maakt het noodzakelijk dat de aanvragen voor de VROM Starterslening in volgorde van binnenkomst van de volledig ingevulde aanvraagformulier bij SVn worden afgehandeld. Hierbij geldt het principe ‘op is op’. Op het moment dat er geen geld meer beschikbaar is vanuit het VROM Rentedekkingsfonds en vanuit het Provinciaal Startersfonds voor het verstrekken van een VROM Starterslening, komen de aanvragen voor 100% ten laste van de Gemeenterekening VROM Starterslening. Zodra ook de Gemeenterekening VROM Starterslening is uitgeput dienen de binnenkomende aanvragen te worden afgewezen.
Hoofdstuk 3 – Toepassingsbereik
In dit artikel wordt het toepassingsbereik van de verordening VROM Starterslening bepaald. Het bepalen van het toepassingsbereik van de verordening heeft betrekking op enerzijds de doelgroep van de regeling ( artikel 6, lid 1) en het marktsegment waarop de regeling van toepassing is (artikel 6, lid 2). In het bepalen van de doelgroep en het marktsegment heeft de gemeente volledige keuzevrijheid en kan inspelen en afstemmen op het lokale huisvestingsbeleid. De gemeentelijke woonvisie is een mogelijke bron voor het bepalen van de doelgroep en het marktsegment.
In lid 1 sub a, b en c bepaalt de gemeente de doelgroep die in aanmerking komt voor een VROM Starterslening. Het gaat voornamelijk om personen die niet in bezit zijn van een koophuis en dit niet eerder zijn geweest. Aanvullende criteria kunnen betrekking hebben op de leeftijd en het zelfstandig wonen en/of inwonend zijn. Met inwonend worden aanvragers bedoeld die op het moment van de aanvraag in de GBA van de desbetreffende gemeente staan ingeschreven, maar niet zelfstandig wonen dan wel hoofdhuurder zijn van een woning. Dit heeft bijvoorbeeld betrekking op bij ouders inwonende kinderen. Ook is het mogelijk de verordening van toepassing te verklaren op afgestudeerde studenten die willen terugkeren naar hun oorspronkelijke woonplaats.
In de gemeente Steenwijkerland gaat het om:
De gemeente doelt met de omschrijving in sub a op een brede doelgroep, die woonachtig is in de desbetreffende gemeente. Zij maakt geen differentiatie tussen zelfstandig wonende en inwonende starters. Het gaat in brede zin om burgers die voor het eerst een koopwoning willen verwerven. De VROM Starterslening beoogt in dit geval de stap van een huurwoning naar een koopwoning te vergemakkelijken en de doorstroming in de huursector te bevorderen. De gemeente stelt vast dat de aanvrager al een bepaalde tijd in de gemeente woont, een jaar. Deze bepaling biedt enige garantie dat daadwerkelijk inwoners van de gemeente zelf gebruik maken van de regeling.
Daarnaast biedt de omschrijving in sub b en c de mogelijkheid voor personen die een sociale (bijvoorbeeld een pas afgestuurde) of economische binding (voor tenminste 18 uur per week werkzaam in de gemeente Steenwijkerland) hebben met de gemeente Steenwijkerland om zich te vestigen in de gemeente.
In lid 2 bepaalt de gemeente het marktsegment waarvoor een starter, omschreven in sub a, b of c, een VROM Starterslening kan aanvragen. Met deze bepaling heeft de gemeente Steenwijkerland getracht de juiste ‘mix’ te vinden gebaseerd op de problematiek van de lokale woningmarkt. Van belang is dat het maximale verwervingskosten de normen van de Nationale Hypotheek Garantie niet mag overstijgen. De gemeente kan het maximale aankoopbedrag lager vaststellen dan de normen van de Nationale Hypotheek Garantie. Als gevolg daarvan worden meerwerk, verbeteringskosten en dergelijke net als bijkomende kosten, zoals notariskosten, overdrachtsbelasting en makelaarskosten tot de kosten van het verkrijgen in eigendom gerekend. Deze kosten zijn bij het aangaan van de koopovereenkomst meestal niet precies bekend. Om potentiële gegadigden voor een VROM Starterslening in de gelegenheid te stellen zelf vooraf vast te stellen of de overeengekomen koopsom past binnen de gestelde kostengrens werkt de gemeente net als de NHG met een genormeerde opslag op de koopsom. Bij bestaande woningen wordt gewerkt met een opslag van 12%. Bij een nieuwe woning geldt een opslagpercentage van 8%. Woningen welke de kostengrens overschrijden, zijn van de regeling uitgesloten. Wordt de Starterslening toegepast op een nieuwbouwproject dat casco wordt opgeleverd, kan de gemeente opnemen dat er voor specifiek deze projecten een bepaald bedrag aan meerwerk is toegestaan. Mits ook in dit geval de kostengrens NHG niet wordt overschreden.
In deze algemene bepaling stelt de gemeente Steenwijkerland het marktsegment voor de VROM Starterslening open voor alle typen huizen in de gemeente. Dat wil zeggen zowel nieuwbouw als bestaande huizen. De gemeente stelt een maximaal aankoopbedrag vast (€207.200,- voor bestaande bouw en € 199.800,- voor nieuwbouw), rekening houdend met de lokale huizenprijzen en de normen van de Nationale Hypotheek Garantie. Minus de bijkomende kosten van 12 % voor bestaande woningen en 8 % voor nieuwbouwwoningen, is uitgegaan van een aankoopbedrag van maximaal € 185.000,-.
Hoofdstuk 4 – Aanvraag en toekenning
In dit artikel regelt de gemeente de afhandeling van de aanvragen. Enkel belanghebbenden kunnen een aanvraag indienen. Gemeenten hebben géén verplichting om verzoeken van niet-belanghebbenden te behandelen. Door eerst te toetsen of de verzoeker binnen het toepassingsbereik van artikel 6 past wordt voorkomen dat personen die niet hierbinnen vallen (zgn. niet-belanghebbenden) een niet ontvankelijke aanvraag zullen indienen.
De procedure van toetsing legt de gemeente in beleidsregels vast en communiceert de procedure naar de doelgroep. Een mogelijke procedure ziet er als volgt uit:
De belanghebbende kan een op naam gesteld aanvraagformulier bij de gemeente ophalen of toegestuurd krijgen, mits hij de volgende gegevens overlegd:
De gemeente toetst de stukken aan het bevolkingsregister en de gemeentelijke verordening VROM Starterslening en reikt het aanvraagformulier uit aan de aanvrager.
De gemeente, in samenwerking met de SVn, zal de tussenpersonen zoals makelaars, hypotheekbemiddelaars en banken inlichten over de VROM Starterslening Steenwijkerland en over de voorwaarden die de gemeente stelt aan de uitreiking van de aanvraagformulieren.
Afhankelijk van de gekozen aanvraagprocedure verstrekt het college het aanvraagformulier direct of binnen het in de verordening of gemeentelijke beleidsregels vastgestelde termijn. De voorkeur gaat erna uit het aanvraagformulier direct aan bij het gemeentelijk loket te verstrekken. Mocht dit niet mogelijk te zijn stelt de gemeenten een redelijk termijn vast van hooguit vijf werkdagen. De gehele procedure dient in een kort tijdsbestek afgerond te worden in varband met ontbindende voorwaarden in de koopakte/ koop/aannemingsovereenkomst. Het is daarom wenselijk dat de aanvraag van een VROM Starterslening spoedig wordt afgehandeld.
Na de toetsing door de gemeente en het verstrekken van het aanvraagformulier zendt de aanvrager het aanvraagformulier met de benodigde bescheiden naar SVn. Aan de hand van de gegevens doet SVN een krediettoets en bepaald de hoogte van de VROM Starterslening. Hierover brengt SVn advies uit aan de gemeente en het college stelt de hoogte van de individuele VROM Starterslening vast in een toewijzingsbesluit. Hierbij worden de Procedures en Gemeentelijke uitvoeringsregels VROM Starterslening gevolgd. Om de benadrukken dat er een nadrukkelijke verbinding ligt met Procedures en Gemeentelijke uitvoeringsregels is de verwijzing in dit artikel opgenomen.
SVn draagt zorg voor de verdere afhandeling van de aanvraag, als het gaat om het uitbrengen van de offerte, het verzorgen van het passeren van de hypotheekakte, het leningenbeheer, de incasso en de eventuele hertoetsingen.
Binnen het in artikel 6 genoemde toepassingsbereik heeft het college de bevoegdheid leningen toe te kennen. De toekenning gebeurt middels een toewijzingsbesluit, welke als een voorwaardelijke beschikking kan worden beschouwd, omdat de aanvrager voor het daadwerkelijk verkrijgen van de VROM Starterslening aan de voorwaarden moet voldoen die vermeld staan in het toewijzingsbesluit. De gemeente dient in het toewijzingsbesluit in ieder geval het bedrag, de looptijd, het rentepercentage en de leningvoorwaarden te vermelden.
Hoofdstuk 5 – Intrekken van de VROM Starterslening
In dit artikel wordt bepaald wanneer het toewijzingsbesluit kan worden ingetrokken en hoe dat vorm gegeven wordt. Dit kan zowel onder opschortende als ontbindende voorwaarden gebeuren.
Lid 1 sub a: De VROM Starterslening wordt ingetrokken als niet is voldaan aan de voorwaarden die gesteld worden in het toewijzingsbesluit. Één van de opschortende voorwaarden is dat de aanvrager binnen het in de toewijzingsbesluit gestelde termijn van vier weken met een mogelijke verlenging van twee weken (zie de Procedures en Gemeentelijke Uitvoeringsregels) de offerte van de tweede bancaire lening naar SVn stuurt. Doet de aanvrager dat niet komt het toewijzingsbesluit te vervallen.
Lid 1 sub b: Het toewijzingsbesluit kan ook worden ontbonden als de aanvrager onjuiste gegevens heeft verstrekt. Dit heeft betrekking op de algemene en specifieke voorwaarden die in de verordening zijn vastgesteld.
Lid 3: Het college kan (gedeeltelijk) afzien van sancties als zij de belanghebbende verschoonbaar acht. Dit besluit valt onder de discretionaire beslissingsbevoegdheid van het college.
Hoofdstuk 6 – Hardheidsclausule, slot- en overgangsbepalingen
Dit artikel bepaald dat het college in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager kan afwijken van de bepalingen van deze verordening. Dit afwijken kan alleen maar ten gunste en nooit ten nadele van de betrokken aanvrager. Het gebruik maken van de hardheidsclausule moet beschouwd worden als een uitzondering en niet als een regel. Het college moet in verband met precedentwerking dan ook duidelijk aangeven waarom in een bepaalde situatie van de verordening wordt afgeweken.
Lid 1: De gemeente geeft in dit artikel aan wanneer de onderliggende verordening in werking treedt.
Lid 2: De gemeente Steenwijkerland maakt reeds gebruik van de SVn Starterslening. Om aanspraak te kunnen maken op de bijdrage van VROM moet de gemeentelijke verordening VROM Starterslening aangepast worden aan de voorwaarden die VROM stelt. De gemeente kan een gewijzigde verordening vaststellen, maar zij kan ook een nieuwe verordening vaststellen. In het laatste geval is het aan te raden de verordening “Stimuleringsfonds Starterslening” in te trekken.