Organisatie | Aalten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Afvalstoffenverordening gemeente Aalten 2009 |
Citeertitel | Afvalstoffenverordening gemeente Aalten 2009 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | milieu |
Deze regeling vervangt de Afvalstoffenverordening gemeente Aalten 2006.
Wet milieubeheer, art. 10.23, eerste lid
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-09-2009 | 01-03-2017 | corrigeren enkele artikeltitels | 07-07-2009 Aalten Actueel, 23-09-2009 | geen | |
24-09-2009 | nieuwe regeling | 07-07-2009 Aalten Actueel, 23-09-2009 | geen |
Paragraaf 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan:
b. inzamelen: de activiteiten gericht op het ophalen of innemen van afvalstoffen die binnen de
gemeente ter inzameling worden aangeboden en het feitelijk ophalen en innemen daarvan;
c. ter inzameling aanbieden: de wijze van overdragen van afvalstoffen aan een inzamelende
persoon of instantie, inclusief het achterlaten van afvalstoffen in daartoe door of vanwege de
inzamelende persoon of instantie geplaatste inzamelmiddelen of -voorzieningen of op een
daartoe aangewezen plaats, waarbij de daadwerkelijke overdracht plaatsvindt op het moment
dat de afvalstoffen in het inzamelmiddel of –voorziening zijn gebracht;
d. inzamelmiddel: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd hulp- of bewaarmiddel,
bijvoorbeeld een minicontainer of KCA-box ten behoeve van één huishouden;
e. inzamelvoorziening: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd(e) bewaarmiddel
of -plaats, bijvoorbeeld een verzamelcontainer, wijkcontainer of brengdepot, ten behoeve van
f. milieupas: een identificatiemiddel met een uniek, digitaal pasnummer voor de individuele
registratie en mogelijke afrekening van het afvalaanbod;
g. inzameldienst: de krachtens artikel 7, eerste lid, aangewezen inzameldienst, belast met de
inzameling van huishoudelijke afvalstoffen;
h. andere inzamelaars: de krachtens artikel 7, tweede lid, aangewezen personen en instanties,
belast met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen;
i. inzamelvergunning: de vergunning zoals bedoeld in artikel 11;
j. gebruiker van een perceel: degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel
ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het
inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt;
k. straatafval: huishoudelijke afvalstoffen van zeer beperkte omvang en gewicht, zoals proppen,
papier, sigarettenpeuken, kauwgom, plastic bekertjes en blikjes, verpakkingsmateriaal,
etenswaren, niet zijnde klein chemisch afval, ontstaan buiten een perceel;
l. gestapelde bouw: een woongebouw dat uit meer dan één bouwlaag bestaat en bestemd is
voor bewoning door meer dan één huishouden, bijvoorbeeld een flat, een appartementen-
complex, boven- en benedenwoningen en maisonnettes;
m. wegen: alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de
daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of
n. motorrijtuigen: alle voertuigen, bestemd om anders dan langs spoorstaven te worden
voortbewogen uitsluitend of mede door een mechanische kracht, op of aan het voertuig zelf
aanwezig dan wel door elektrische tractie met stroomtoevoer van elders.
Artikel 5 Persoonlijk karakter van de vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing is persoonsgebonden, tenzij bij of krachtens verordening anders is bepaald.
Artikel 6 Intrekking of wijziging van de vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd:
a. indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;
b. indien op grond van verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het
verlenen van de vergunning of ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of
wijziging moet worden gevorderd in het belang van de bescherming van het milieu;
c. indien de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of
d. indien van de vergunning of ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin
gestelde termijn dan wel, bij gebreke van een dergelijke termijn binnen een redelijke termijn;
Paragraaf 2 INZAMELING VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN
Artikel 8 Afzonderlijke inzameling
Door de inzameldienst of andere inzamelaars worden de volgende categorieën huishoudelijke afvalstoffen afzonderlijk ingezameld:
a. groente-, fruit- en tuinafval;
g. luiers en incontinentiemateriaal;
h. elektrische en elektronische apparatuur, waaronder verlichtingsapparatuur;
n. asbest en asbesthoudend afval;
Paragraaf 3 TER INZAMELING AANBIEDEN VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN
Artikel 13 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen
Artikel 14 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden
Het is verboden om de volgende categorieën huishoudelijke afvalstoffen anders dan afzonderlijk ter inzameling aan te bieden:
a. groente-, fruit- en tuinafval;
g. luiers en incontinentiemateriaal;
h. elektrische en elektronische apparatuur, waaronder verlichtingsapparatuur;
n. asbest en asbesthoudend afval;
Artikel 15 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel
Het is voor de gebruiker van een perceel ten behoeve van wie krachtens artikel 9, tweede lid, voor een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen een inzamelmiddel is aangewezen of van gemeentewege is verstrekt, verboden de betreffende afvalstoffen anders aan te bieden dan via het daartoe aangewezen of verstrekte inzamelmiddel.
Artikel 16 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen
Het is de gebruiker van een perceel voor wie krachtens artikel 9, tweede lid, mede ten behoeve van zijn perceel een inzamelvoorziening voor een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen is aangewezen, verboden de betreffende afvalstoffen anders aan te bieden dan via de betreffende inzamelvoorziening.
Indien voor de gebruiker van een perceel door middel van een aan hem beschikbaar gestelde milieupas voor een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen krachtens artikel 9, tweede lid, mede ten behoeve van zijn perceel een inzamelvoorziening voor een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen is aangewezen, is het verboden de betreffende afvalstoffen anders aan te bieden dan via de betreffende inzamelvoorziening.
Artikel 17 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via inzamelvoorzieningen op wijkniveau
Artikel 18 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau
Artikel 21 Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
In afwijking van hetgeen in deze paragraaf is bepaald, kan het college regels stellen omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere inzamelaars.
Artikel 22 Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst
Het college kan categorieën bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die door de inzameldienst worden ingezameld.
Artikel 25 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging
Het is verboden buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu.
Het verbod is niet van toepassing op:
a. het overeenkomstig deze verordening ter inzameling aanbieden van huishoudelijke
afvalstoffen of bedrijfsafvalstoffen;
b. het thuiscomposteren van groente-, fruit- en tuinafval;
c. voor zover de (afval)stoffen tijdelijk op de weg geraken of worden gebracht als
onvermijdelijk gevolg van het laden, lossen of vervoeren van afvalstoffen dan wel het
Artikel 28 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren
De houder of beheerder van een inrichting waar eet- of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd, is verplicht:
a. een afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp in of nabij de inrichting op een duidelijk zichtbare
plaats aanwezig te hebben, waarin het publiek afval kan achterlaten;
b. zorg te dragen dat deze afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp van een zodanige constructie is
dat het afval daarin deugdelijk geborgen blijft en dat die afvalbak, -mand of voorwerp steeds tijdig
c. zorg te dragen dat dagelijks, uiterlijk een uur na sluiting van de inrichting, doch in ieder geval
terstond op eerste aanzegging van een ambtenaar, belast met het toezicht op de naleving van dit
artikel, in de nabijheid van de inrichting achtergebleven afval, voor zover kennelijk uit of van die
Artikel 29 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal
Degene die in de openbare ruimte reclamebiljetten of dergelijke of ander promotiemateriaal onder het publiek verspreidt, is verplicht deze of de verpakking daarvan terstond op te ruimen of te laten opruimen, indien deze in de omgeving van de plaats van uitreiking op de weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats door het publiek worden weggeworpen.
Artikel 30 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden
Indien bij het laden of lossen of vervoeren van afvalstoffen, stoffen of voorwerpen deze weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig wordt beïnvloed, is degene die genoemde werkzaamheden verricht alsmede diens opdrachtgever verplicht deze weg te reinigen of te laten reinigen:
a. direct na het ontstaan van de verontreiniging, indien de verontreiniging gevaar voor
de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;
b. direct na beëindiging van de werkzaamheden, indien de verontreiniging geen
gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;
c. indien de werkzaamheden langer dan een dag duren, elke dag direct na
Paragraaf 5 OVERIGE ONDERWERPEN DIE DE VERORDENING AANGAAN
Artikel 32 Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden
Het is de eigenaar of kentekenhouder verboden zich te ontdoen van een autowrak, dat afkomstig is van een huishouden, anders dan door afgifte aan inrichtingen, genoemd in artikel 6 van het Besluit Beheer Autowrakken.
Artikel 33 Verbod ongewenst drukwerk te bezorgen
Het is verboden ongeadresseerd reclamedrukwerk te bezorgen of te laten bezorgen bij een woning, bedrijf of woonschip, indien de bewoner of gebruiker ervan duidelijk heeft kenbaar gemaakt geen prijs te stellen op het ontvangen van ongeadresseerd reclamedrukwerk.
Een gedraging in strijd met de volgende artikelen is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 3º, Wet op de economische delicten:
11 huishoudelijke afvalstoffen behoudens vergunning
12 ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen
13 ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers
14 afzonderlijk ter inzameling aanbieden
15 ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel voor de
16 ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via inzamelvoorziening ten
behoeve van een groep percelen
17 ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via inzamelvoorziening op
18 ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een brengdepot op lokaal of
19 ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen zonder inzamelmiddel
20 dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden
23 ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst
24 ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst
25 ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst
25 voorkomen van diffuse milieuverontreiniging
26 achterlaten van straatafval
27 zwerfafval bij ter inzameling gereedstaande afvalstoffen
28 afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren
29 wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal
30 zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden
32 afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden
33 bezorgen ongewenst drukwerk
34 verbod voor niet-inwoner om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden
Overtredingen van de hiervoor genoemde artikelen en de krachtens deze artikelen gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de vierde categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de krachtens artikel 18.4, derde lid, van de wet aangewezen ambtenaren.
Vergunningen en ontheffingen verleend krachtens de verordeningen bedoeld in artikel 37, tweede en derde lid, blijven - indien en voor zover het gebod of het verbod waarop de vergunning of ontheffing betrekking heeft, ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende 2 jaren na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht.
Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de verordeningen bedoeld in artikel 37, tweede en derde lid, blijven - indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze voorschriften en beperkingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende 2 jaren na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning of ontheffing op grond van de verordeningen bedoeld in artikel 37, tweede en derde lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt daarop de overeenkomstige bepaling van de onderhavige verordening toegepast.
Op een aanhangig beroep of bezwaarschrift, betreffende een vergunning of ontheffing bedoeld in het eerste lid, dan wel voorschrift of beperking bedoeld in het tweede lid dat voor of na het tijdstip bedoeld in artikel 37, eerste lid, is ingekomen binnen de voordien geldende beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de verordeningen bedoeld in artikel 37, tweede en derde lid.
In afwijking van het eerste lid, blijft een vergunning of ontheffing van kracht, totdat onherroepelijk is beslist op een aanvraag voor een, krachtens een in deze verordening overeenkomstig opgenomen gebod of verbod vereiste vergunning of ontheffing, indien deze aanvraag ten minste acht weken voor afloop van de in het eerste lid genoemde termijn bij het bevoegde bestuursorgaan is ingediend.
Gebod- of verbodsbepalingen waarvoor een vergunning of ontheffing vereist is krachtens deze verordening en niet voorkomend in de verordeningen als bedoeld in artikel 37, tweede en derde lid zijn niet van toepassing:
a. gedurende 10 weken na het in werking treden van deze verordening;
b. ook na de onder a bepaalde termijn, voor zover degene die de vergunning of
ontheffing nodig heeft, binnen deze termijn een aanvraag heeft ingediend, totdat
De intrekking van de verordeningen bedoeld in artikel 37, tweede en derde lid heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die verordening genomen nadere regels en aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.