Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Steenwijkerland

Verordening seniorenparticipatie ouderenbeleid

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSteenwijkerland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening seniorenparticipatie ouderenbeleid
CiteertitelVerordening seniorenparticipatie ouderenbeleid gemeente Steenwijkerland
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening is ingetrokken bij raadsbesluit d.d. 23 oktober 2007

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 84

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-03-200423-10-2007ingetrokken

16-12-2003

Gemeenteblad, 2003, 41

2003/116

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening seniorenparticipatie ouderenbeleid

De raad van de gemeente Steenwijkerland;

 

gelezen het voorstel van burgemeesters en wethouders van 18 november 2003, nummer 2003/116;

 

gezien het advies van raadscommissie MWC van 4 december 2003;

 

gezien het advies van de Regionaal Samenwerkende Ouderenbonden;

 

gezien het advies van Stichting OpMaat, projectraad Ouderenwerk van. 28 oktober 2003;

 

gelet op artikel 84 van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

seniorenparticipatie ouderenbeleid

Artikel 1 Begrippen

  • 1.

    Senioren: mensen van 55 jaar en ouder.

  • 2.

    Seniorenparticipatie ouderenbeleid: de gestructureerde wijze waarop de gemeente de vertegenwoordiging van belanghebbenden betrekt in de beleidsvorming, uitvoering en evaluatie van het integrale gemeentelijk ouderenbeleid.

  • 3.

    Integraal gemeentelijk ouderenbeleid: de samenhangende wijze waarop de gemeente in al haar beleid en verantwoordelijkheden werkt aan de verbetering van de mogelijkheden tot gelijkwaardige maatschappelijke deelname van alle senioren.

  • 4.

    Seniorenraad: de in deze gemeente actief zijnde organisatie van senioren, onder de naamSeniorenraad Steenwijkerland (zie artikel 6 voor de samenstelling van de seniorenraad).

Artikel 2 Doelstelling

De seniorenparticipatie ouderenbeleid heeft als oogmerk te bewerkstelligen dat belanghebbenden bij het integrale gemeentelijk ouderenbeleid door zelforganisatie vanuit een onafhankelijke positie optimaal betrokken zijn bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van het (mede) voor hen te voeren gemeentelijk beleid (integraal gemeentelijk ouderenbeleid).

Artikel 3 Beleidsterreinen

In het kader van de seniorenparticipatie wordt de seniorenraad betrokken bij het integrale gemeentelijk ouderenbeleid, bestaande uit:

  • a.

    voornemens, beleid of activiteiten van de gemeente gericht op het brengen van samenhang in het beleid op verschillende terreinen ten behoeve van senioren;

  • b.

    het beleid op alle terreinen (in zoverre) dat in belangrijke mate invloed heeft op senioren.

Artikel 4 Werkwijze

  • 1.

    In het kader van seniorenparticipatie vraagt het gemeentebestuur de seniorenraad om advies. De seniorenraad kan ook ongevraagd advies uitbrengen aan burgemeester en wethouders en gemeenteraad.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders vragen de seniorenraad in ieder geval om advies bij de onderwerpen beschreven onder artikel 3 Beleidsterreinen.

  • 3.

    Het advies wordt op zodanig tijdstip gevraagd, dat het van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit. Dit houdt in ieder geval in:

    • a.

      bij nieuw beleid wordt de seniorenraad in ieder geval betrokken bij het vaststellen van hoofdlijnen van het beleid;

    • b.

      bij evaluatie wordt de seniorenraad in ieder geval betrokken bij het vaststellen van vragen die ten grondslag liggen aan evaluatie.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders maken jaarlijks afspraken met de seniorenraad over:

    • a.

      de onderwerpen waarover de seniorenraad geconsulteerd wordt;

    • b.

      de wijze en het moment waarop de seniorenraad in het beleidsvormingsproces wordt betrokken.

  • 5.

    Indien het belang van de zaak daartoe aanleiding geeft, vindt bij de aanbieding van een advies overleg tussen de seniorenraad en burgemeester en wethouders plaats.

  • 6.

    In het geval burgemeester en wethouders in een voorstel aan de gemeenteraad afwijken van het advies van de seniorenraad, wordt dit bij het voorstel vermeld, waarbij tevens is aangegeven op welke gronden van het advies van de seniorenraad is afgeweken.

  • 7.

    Burgemeester en wethouders wijzen een vaste contactmedewerker aan als gemeentelijk aanspreekpunt voor de seniorenraad.

  • 8.

    Tussen de wethouder belast met het integraal ouderenbeleid en de seniorenraad vindt minimaal één keer per jaar overleg plaats.

  • 9.

    Daarnaast vindt minimaal tweemaal per jaar een overleg plaats tussen de contactambtenaar en (vertegenwoordigers van) de seniorenraad.

  • 10.

    Van het overleg tussen de wethouder integraal ouderenbeleid en de seniorenraad wordt binnen zes weken schriftelijk verslag gedaan door de gemeente.

  • 11.

    Burgemeester en wethouders reageren binnen acht weken door middel van een schriftelijke verantwoording op de door de seniorenraad uitgebrachte adviezen.

  • 12.

    Burgemeester en wethouders dragen, ten behoeve van het functioneren, zorg voor een goede en tijdige informatievoorziening van de seniorenraad.

  • 13.

    Ten minste één keer per jaar raadpleegt en / of informeert de seniorenraad belanghebbenden over alle van belang zijnde aangelegenheden. Als een achterbanraad, waarin de belanghebbenden zijn verenigd, is ingesteld kan dit door middel van overleg met de achterbanraad.

  • 14.

    De seniorenraad stelt ten behoeve van haar functioneren een huishoudelijk reglement op. Dit reglement wordt ter kennis name aan burgemeester en wethouders gebracht, evenals wijzigingen van het reglement.

Artikel 5 Faciliteiten

  • 1.

    De seniorenraad ontvangt jaarlijks een subsidie voor de bestrijding van de noodzakelijkerwijs te maken onkosten.

  • 2.

    De subsidie is van dusdanige omvang dat de seniorenraad redelijkerwijze in staat kan worden geacht namens een brede achterban gemeenschappelijke belangen te behartigen.

  • 3.

    De gemeente stelt vergaderruimte in het gemeentehuis beschikbaar ten behoeve van de vergaderingen van de seniorenraad.

  • 4.

    Voor niet reguliere activiteiten kan een projectsubsidie worden toegekend.

Artikel 6 Samenstelling

  • 1.

    De seniorenraad bestaat uit minimaal zeven personen. Minimaal vier personen hiervan worden voorgedragen door de Regionale Samenwerkende Ouderenbonden. De projectraad Ouderenwerk draagt minimaal drie personen, zijnde geen beroepskrachten ouderenwerk, voor. Eventueel overige leden kunnen worden voorgedragen door andere organisaties die zich bezig houden met een plaatselijke vorm van belangenbehartiging van (een bepaald deel van) de senioren in de gemeente.

  • 2.

    De leden van de seniorenraad worden door burgemeester en wethouders benoemd.

  • 3.

    De seniorenraad kan zich laten adviseren door deskundigen. Indien hier kosten aan verbonden zijn is vooraf machtiging van burgemeester en wethouders vereist indien dit het eigen budget te boven gaat.

  • 4.

    De seniorenraad kan betrokken worden bij overleggen betrekkinghebbend op het beleidsterrein ouderen.

  • 5.

    De seniorenraad kan ten behoeve van haar eigen functioneren werkgroepen instellen. De seniorenraad is echter in alle gevallen het aanspreekpunt voor de gemeente.

  • 6.

    Bij het ontstaan van een vacature vindt een voordracht plaats door die organisatie die het lid heeft voorgedragen waardoor de vacature is ontstaan.

Artikel 7 Slotbepalingen

  • 1.

    Indien er binnen de gemeente geen seniorenraad (meer) actief is, zullen burgemeester en wethouders de totstandkoming van een onafhankelijke organisatie van belanghebbenden bevorderen door:

    • o

      een derde daartoe geëigende organisatie te verzoeken een seniorenraad tot stand te brengen;

    • o

      hiervoor de benodigde faciliteiten (waaronder de financiële middelen)ter beschikking te stellen.

  • 2.

    In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet beslissen burgemeester en wethouders na overleg met de seniorenraad.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening seniorenparticipatie ouderenbeleid gemeente Steenwijkerland”.

  • 4.

    Deze verordening treedt in werking zes weken na de dag van bekendmaking.

De raad voornoemd,

de griffier

de voorzitter

Toelichting op de verordening seniorenparticipatie ouderenbeleid

Algemene toelichting

Bij de vorming van het college in het jaar 2000 is in het collegeprogramma expliciet aangeven “dat voor de nieuwe gemeente een representatieve seniorenraad zal worden ingesteld die de gemeenteraad van advies kan dienen aangaande ouderenbeleid”.

Deze wens is ingegeven door de toenemende vergrijzing en de daarmee gepaard gaande maatschappelijke veranderingen in de zorg, het wonen en de ruimtelijke omgeving en sociale verbanden. In dit kader is betrokkenheid van de ouderen bij het hen aangaande beleid en uitvoering ervan uitgangspunt.

De term senioren is gekozen om twee redenen. De eerste is dat deze term aansluit bij het gebruik ervan in het collegeprogramma. Ten tweede geeft het woord senioren een grotere groep aan dan ouderen. Met ouderen worden doorgaans mensen bedoeld vanaf minimaal 65 jaar. Bij senioren wordt de leeftijdsgrens vanaf 55 jaar gehanteerd. Dit heeft een voordeel in de samenstelling van de seniorenraad. Naar mate mensen ouder worden nemen doorgaans de gebreken toe en de mate van maatschappelijk participeren neemt af. Om uitsluitend ouderen, dus mensen vanaf 65 jaar, in een raad op te nemen wordt het risico gelopen tot snelle wisselingen en erger nog moeizame dan wel onvervulbare vacatures.

Door de ondergrens op 55 jaar te stellen met het begrip senioren is de mogelijkheid groter het aantal leden bijeen te krijgen om de raad te kunnen laten functioneren.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2

De betrokkenheid van de senioren bij het integrale gemeentelijke ouderenbeleid wordt door de doelgroep zelf vormgeven vanuit een onafhankelijke positie.

Artikel 3

Bij de beoordeling of de seniorenraad advies gevraagd moet worden zal telkens bij voornemens, beleid of activiteiten op alle beleidsterreinen de vraag moeten worden gesteld of senioren in belangrijke mate tot de doelgroep behoren waarop de voornemens, beleid of activiteiten betrekking hebben. Wordt deze vraag bevestigd dan dient de seniorenraad advies te worden gevraagd.

Artikel 4

Naast dat het burgemeester en wethouders advies vragen aan de seniorenraad, kan de raad ongevraagd advies uitbrengen of vragen betrokken te worden bij een voornemen, beleidsonderdeel of activiteit.

In alle gevallen worden termijnen gehanteerd waardoor het advies van wezenlijk invloed kan zijn op het te nemen besluit.

In principe worden jaarlijks afspraken gemaakt over zaken waarover de seniorenraad wordt geraadpleegd. Hiertoe vindt eenmaal per jaar een overleg plaats tussen de betreffende wethouder en vindt minimaal tweemaal een gesprek plaats met de contactambtenaar.

De seniorenraad houdt minimaal éénmaal per jaar een achterbanraadpleging over alle van belang zijnde onderwerpen.

Ten behoeve van haar functioneren stelt de seniorenraad een huishoudelijk reglement op. Hierin wordt minimaal de zittingsduur van de leden geregeld. De eerste maal vindt aftreding van een lid plaats na vier jaar met de mogelijkheid van een eenmalige verlenging. De volgende leden treden af op een zodanige wijze dat voorkomen wordt dat de kennis van zaken verloren gaat.

Artikel 5

Ten behoeve van de haar functioneren ontvangt de seniorenraad een subsidie. Vergaderingen van de seniorenraad kunnen worden gehouden in het gemeentehuis.

Artikel 6

Burgemeester en wethouders benoemen de leden van de seniorenraad. De Regionale Samenwerkende Ouderenbonden, als vertegenwoordiger van de ouderen bij uitstek, heeft het recht minimaal vier personen voor te dragen. Evenzo heeft de projectraad Ouderenwerk, het orgaan dat de sociaal culturele activiteiten van en voor ouderen coördineert, het recht minimaal drie personen, niet zijnde beroepskrachten ouderenwerk, voor te dragen.

De mogelijkheid wordt geboden meer leden dan zeven op te nemen in de seniorenraad. Indien een andere organisatie, bijvoorbeeld een lokaal georganiseerde vakbond, leden wenst voor te dragen dan wordt hiertoe te mogelijkheid geboden.

Artikel 7

Met het eerste lid wordt het belang onderstreept dat burgemeester en wethouders hechten aan een seniorenraad bestaande uit de doelgroep.

 

Oldemarkt, 21 oktober 2003