Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Westerveld

Subsidieverordening stads- en dorpsvernieuwing

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWesterveld
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieverordening stads- en dorpsvernieuwing
CiteertitelSubsidieverordening dorpsvernieuwing
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet op de Stads- en Dorpsvernieuwing
  2. Algemene wet bestuursrecht
  3. Wet algemene regels herindeling, art. 28
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200201-01-2006Nieuwe regeling

29-11-2001

Westervelder, 12-12-2001

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieverordening stads- en dorpsvernieuwing

De raad van de gemeente Westerveld;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 30 oktober 2001;

gelet op de desbetreffende bepalingen van de Wet op de Stads- en Dorpsvernieuwing, de Algemene wet bestuursrecht, alsmede artikel 28 van de wet Arhi;

 

b e s l u i t:

 

Artikel I

vervallen te verklaren de:

  • -

    Subsidieverordening Stads- en Dorpsvernieuwing van respectievelijk de gemeenten Havelte, vastgesteld op 21 februari 1995; Diever, vastgesteld op 19 december 1996 en Vledder, vastgesteld op 18 december 1984;

  • -

    Subsidieregeling gemeentelijke monumenten gemeente Vledder, vastgesteld op 30 mei 1995;

  • -

    Regeling betreffende de subsidiëring in de kosten van herstel en/of vernieuwing van rieten daken gemeente Vledder, vastgesteld op 27 januari 1972

  • -

    Regeling verhuis- en herinrichtingskosten bij Stads- en Dorpsvernieuwing gemeente Dwingeloo, vastgesteld op 16 juni 1988;

  • -

    Subsidieregeling voor onderhoud en restauratie van provinciale monumenten gemeente Dwingeloo, vastgesteld op 17 oktober 1991;

  • -

    Regeling betreffende subsidiëring van rieten daken gemeente Dwingeloo, vastgesteld op 27 maart 1986.

Artikel II

Vast te stellen de volgende:

SUBSIDIEVERORDENING STADS- EN DORPSVERNIEUWING

HOOFDSTUK 1 Algemeen deel

Artikel 1.1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder Stads- en Dorpsvernieuwing, verder te noemen dorpsvernieuwing, de stelselmatige inspanning, zowel op stedenbouwkundig als op sociaal, economisch, cultureel en milieuhygiënisch gebied, gericht op behoud, herstel, verbetering, herindeling of sanering van bebouwde gedeelten van het gemeentelijk grondgebied.

Artikel 1.2

De gemeenteraad neemt jaarlijks een besluit, waarin wordt aangegeven welk bedrag voor een bepaald jaar beschikbaar wordt gesteld in het belang van de dorpsvernieuwing aan natuurlijke of rechtspersonen.

Artikel 1.3
  • 1.

    De gemeenteraad is bevoegd het bedrag als bedoeld in artikel 1.2 te verhogen.

  • 2.

    De gemeenteraad is bevoegd het bedrag als bedoeld in artikel 1.2 te verlagen, wanneer, mede gelet op het totaal van de voor het betreffende jaar reeds ingediende aanvragen, redelijkerwijze kan worden aangenomen dat aan het einde van het desbetreffende jaar gelden zullen resteren.

Artikel 1.4
  • 1.

    Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om in het belang van de dorpsvernieuwing en met inachtneming van het bepaalde in deze verordening subsidie toe te kennen.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders houden bij hun beslissing op grond van het 1e lid rekening met subsidie die op grond van deze verordening of enige andere regeling is of kan worden toegekend.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan het toekennen van subsidie voorwaarden verbinden.

  • 4.

    Een aanvraag om subsidie moet worden ingediend voor 1 januari van het jaar waarin de restauratie- c.q. onderhoudswerkzaamheden zullen plaatsvinden.

Artikel 1.5
  • 1.

    Burgemeester en wethouders kennen slechts subsidie toe voor zover de op grond van artikel 1.2 begrote financiële middelen toereikend zijn.

  • 2.

    Alle aanvragen om subsidie op voet van deze verordening worden in volgorde van binnenkomst afgehandeld.

  • 3.

    Aanvragen om subsidie welke in verband met het bepaalde in het 1e lid niet kunnen worden toegekend, worden door burgemeester en wethouders geweigerd.

  • 4.

    De indiener van een aanvraag als bedoeld in het 3e lid is bevoegd een dergelijke aanvraag in een volgend jaar opnieuw in te dienen.

  • 5.

    In afwijking van het bepaalde in het 2e lid zijn burgemeester en wethouders bevoegd om in geval subsidieverlening leidt tot overschrijding van het vastgestelde subsidieplafond als bedoeld in het 1e lid, ter bepaling van de prioriteit de volgende criteria te hanteren:

    • a.

      de (financiële) uitvoerbaarheid van de werkzaamheden;

    • b.

      de mate van urgentie (noodzaak tot restauratie c.q. onderhoud).

HOOFDSTUK 11

Restauratie en/of onderhoud van gemeentelijke monumenten en onderhoud van woonhuis-monumenten.

Artikel 2.1

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    gemeentelijke monumenten: onroerende zaken (objecten) die uit oogpunt van cultuurhistorie van betekenis zijn door hun architectonische kwaliteit, gaafheid, zeldzaamheid, situering in het landschap c.q. dorpsbeeld of die anderszins van belang zijn in het licht van de historie van de streek;

  • b.

    gemeentelijke monumentenlijst: een door burgemeester en wethouders vastgestelde lijst van voor subsidiëring in aanmerking komende gemeentelijke monumenten;

  • c.

    woonhuismonumenten: objecten die op de rijkslijst van monumenten zijn geplaatst en in gebruik zijn als woning;

  • d.

    restauratiewerkzaamheden: werkzaamheden aan een gemeentelijk monument, het normaal onderhoud te bovengaand, die voor de instandhouding ervan noodzakelijk zijn;

  • e.

    onderhoudswerkzaamheden: die werkzaamheden aan een gemeentelijk monument of woonhuismonument, behorende tot het normale onderhoud, die voor het in goede staat houden of brengen ervan noodzakelijk zijn;

  • f.

    subsidiabele kosten: de kosten, die naar het oordeel van burgemeester en wethouders noodzakelijk zijn om het cultuurhistorische karakter van een gemeentelijk monument of woonhuismonument op sobere en doelmatige wijze te herstellen of te conserveren. Kosten die worden gedekt door een verzekering worden niet als subsidiabele kosten aangemerkt.

Artikel 2.2
  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van deze verordening een incidentele subsidie verlenen in de kosten van naar het oordeel van burgemeester en wethouders sober en doelmatig uit te voeren onderhouds- c.q. restauratiewerkzaamheden (subsidiabele kosten) voor objecten die voorkomen op de gemeentelijke monumentenlijst.

  • 2.

    Het in het vorige lid bepaalde is, uitsluitend voor onderhoudswerkzaamheden, mede van toe-passing op woonhuismonumenten.

Artikel 2.3
  • 1.

    Voor subsidiëring komen slechts restauratie- c.q. onderhoudswerkzaamheden in aanmerking, die uitgevoerd worden nadat burgemeester en wethouders zich van de aard en de noodzaak van die werkzaamheden hebben kunnen overtuigen.

  • 2.

    Om voor een subsidiëring van de restauratiewerkzaamheden in aanmerking te komen dienen bij de aanvraag de volgende stukken aan burgemeester en wethouders te worden overgelegd:

    • a.

      een tekening van de bestaande toestand van het object;

    • b.

      een tekening van het restauratieplan;

    • c.

      een omschrijving van de uit te voeren werkzaamheden;

    • d.

      een gespecificeerde kostenbegroting.

  • 3.

    Om voor subsidiëring van de onderhoudswerkzaamheden in aanmerking te komen dienen de volgende stukken aan burgemeester en wethouders te worden overgelegd:

    • a.

      een recent bouwkundig inspectierapport, waaruit de technisch goede staat van onderhoud van het monument blijkt en waaruit blijkt welke onderhoudswerkzaamheden noodzakelijk verricht dienen te worden om het gemeentelijk- of woonhuismonument in een goede staat van onderhoud te houden of te brengen;

    • b.

      een omschrijving van de uit te voeren werkzaamheden, alsmede de daarop betrekking hebbende gespecificeerde begroting.

Artikel 2.4

Burgemeester en wethouders kunnen ten aanzien van een subsidieaanvraag advies inwinnen bij een door hen aan te wijzen deskundige. De aanvrager is gehouden alle informatie te verschaffen die nodig is voor de beoordeling van de subsidieaanvraag.

Artikel 2.5

Geen subsidie wordt toegekend:

  • a.

    indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders de bouwkundige vormgeving, de kleurstelling en/of de relatie van het gemeentelijk monument met de naaste omgeving sedert de plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst zodanig is/zijn gewijzigd dat daardoor aan het aanzien, het karakteristiek en/of de samenhang met de naaste omgeving in ernstige mate afbreuk is gedaan.

  • b.

    voor zover de kosten door een verzekering worden gedekt;

  • c.

    indien rijkssubsidie wordt verleend.

Artikel 2.6

Burgemeester en wethouders kunnen ter uitvoering van het bepaalde in dit hoofdstuk nadere eisen stellen aan de uitvoering van het onderhouds- en restauratieplan.

Artikel 2.7
  • 1.

    De onderhouds- en restauratiewerkzaamheden moeten binnen één jaar na de datum van de subsidieverlening zijn voltooid;

  • 2.

    Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de termijn gesteld in het vorige lid met maximaal 6 maanden te verlengen;

  • 3.

    Het resultaat van de restauratie- c.q. onderhoudswerkzaamheden dient achteraf de instemming van burgemeester en wethouders te hebben.

Artikel 2.8
  • 1.

    De subsidie bedraagt 20% van de subsidiabele kosten.

  • 2.

    Een subsidie kleiner dan € 113,00 wordt niet verleend.

  • 3.

    Voor restauratiewerkzaamheden wordt maximaal € 1.815,00 per jaar per gemeentelijk monument aan gemeentelijke subsidie verleend.

  • 4.

    Voor onderhoudswerkzaamheden wordt maximaal € 907,00 per jaar per gemeentelijk monument of woonhuismonument aan gemeentelijke subsidie verleend.

HOOFDSTUK III

Herstel en/of vernieuwing van rieten daken

Artikel 3.1
  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van deze verordening een incidentele subsidie verlenen in de door burgemeester en wethouders subsidiabel geachte kosten van herstel en/of vernieuwing van rieten daken.

  • 2.

    In voorkomende gevallen kunnen zij eveneens subsidie verlenen ten behoeve van panden waarvan de oorspronkelijke rietbedekking is vervangen door een andere bedekking dan riet. In dit geval zijn de andere artikelen van overeenkomstige toepassing.

Artikel 3.2

Behoudens het bepaalde in artikel 3.4 komen voor subsidie in aanmerking bestaande met riet afgedekte boerderijen, schuren en andere objecten die door de rieten dakbedekking, de bouwkundige vormgeving, de kleurstelling en de relatie met de naaste omgeving uit het oogpunt van dorps- en/of landschapsschoon van bijzondere waarde zijn en op grond daarvan op een door burgemeester en wethouders vastgestelde en bijgehouden rietdakenlijst zijn geplaatst.

Artikel 3.3
  • 1.

    De subsidie bedraagt 20% van de door burgemeester en wethouders vast te stellen subsidiabele kosten.

  • 2.

    Voor subsidieverlening komen slechts in aanmerking kosten (subsidiabel) voor:

    • -

      rietbedekking (bossen riet en draad);

    • -

      nokafwerking (rietvorsten, stro, riet, dakleer en gaas);

    • -

      arbeidsuren met betrekking tot vorenstaande posten;

    • -

      overdekken, indien dit uit oogpunt van cultuurhistorie gewenst is.

  • 3.

    De subsidie bedraagt maximaal € 1.815,00 per object per jaar.

  • 4.

    Een subsidie kleiner dan € 113,00 wordt niet verleend.

  • 5.

    Kosten die door verzekering worden gedekt, worden niet als subsidiabele kosten aangemerkt.

Artikel 3.4

Geen subsidie wordt toegekend ten behoeve van:

  • a.

    objecten, waarvan het onderhoud der bestaande rietdekking naar het oordeel van burgemeester en wethouders in onvoldoende mate heeft plaatsgevonden;

  • b.

    objecten waarvan, naar het oordeel van burgemeester en wethouders, de bouwkundige vormgeving, de kleurstelling en/of de relatie met de naaste omgeving sedert de plaatsing op de rietdakenlijst zodanig zijn gewijzigd dat daardoor aan het aanzien, het karakteristiek en/of de samenhang met de naaste omgeving in ernstige mate afbreuk is gedaan;

  • c.

    objecten, waarvan in de kosten van herstel en/of vernieuwing van de bestaande rietdekking een rijkssubsidie wordt verleend;

Artikel 3.5

Onverminderd hetgeen elders in deze verordening is bepaald, wordt een subsidie slechts verleend indien de aanvraag daartoe bij burgemeester en wethouders is ingediend, voordat met de uitvoe-ring der werkzaamheden is aangevangen en genoemd college zich van de aard en de noodzaak der werkzaamheden heeft kunnen overtuigen.

Artikel 3.6

Een aanvraag om subsidie dient door de eigenaren of andere rechthebbenden bij burgemeester en wethouders te worden ingediend onder overlegging van een omschrijving van de uit te voeren werkzaamheden, alsmede van een gespecificeerde kostenbegroting.

Artikel 3.7

Bij het toekennen van de subsidie wordt als voorwaarde gesteld dat het betreffende pand tegen brandschade en stormschade verzekerd dient te worden.

Artikel 3.8

De rietdekkerswerkzaamheden moeten binnen één jaar na datum van de subsidieverlening zijn uitgevoerd. Burgemeester en wethouders kunnen deze termijn met maximaal 6 maanden verlengen.

HOOFDSTUK IV

Slotbepalingen

Artikel 4
  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: “Subsidieverordening dorpsvernieuwing”.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2002.

Besloten in de openbare vergadering

van de raad van 29 november 2001.

de secretaris, de voorzitter,