Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Steenwijkerland

Verordening op de commissie beeldende kunst

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSteenwijkerland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de commissie beeldende kunst
CiteertitelVerordening op de commissie beeldende kunst
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-05-2002nieuwe regeling

26-03-2002

Gemeenteblad, 2002, 10

2002/38

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de commissie beeldende kuns

De raad van de gemeente Steenwijk;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 maart 2002, nummer 2002/38;

 

b e s l u i t :

 

de verordening op de commissie beeldende kunst (1999/149) en de verordening op de commissie voor Advies voor Kunst en Cultuur in te trekken en vast te stellen de volgende verordening:

 

VERORDENING OP DE COMMISSIE BEELDENDE KUNST

Artikel 1 Taak en bevoegdheden

De commissie heeft tot taak:

  • a.

    het gevraagd en ongevraagd adviseren van de raad en burgemeester en wethouders over zaken betreffende beeldende kunst;

  • b.

    het bevorderen van activiteiten gericht op de opneming en acceptatie van beeldende kunst in de gemeente;

  • c.

    het adviseren van het college van burgemeester en wethouders met betrekking tot de uitgaven uit het "fonds voor kunstobjecten".

Artikel 2 Samenstelling

  • 1.

    De commissie bestaat uit minimaal vijf en ten hoogste negen leden.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders benoemen:

    • a.

      twee leden;

    • b.

      de overige leden op aanbeveling van de commissie van zo mogelijk twee personen per te vervullen plaats.

  • 3.

    In de commissie dienen vertegenwoordigd te zijn:

    • a.

      beeldend kunstenaars;

    • b.

      beeldende kunstdeskundigen, waarvan zo mogelijk één van buiten de gemeente Steenwijk;

    • c.

      belangstellenden, die niet beroepsmatig of anderszins dagelijks met kunst te maken hebben.

  • 4.

    De commissie is bevoegd, indien daar behoefte aan bestaat, zich door adviseurs te laten bijstaan. Indien daar kosten aan zijn verbonden is vooraf machtiging van het college van burgemeester en wethouders vereist.

Artikel 3 Zittingsduur

  • 1.

    De in artikel 2, tweede lid, bedoelde leden hebben zitting voor de tijd van maximaal vier jaren. Jaarlijks op 1 september treedt één van deze leden af, volgens een door de commissie op te stellen rooster van aftreding, welk rooster aan burgemeester en wethouders moet worden meegedeeld. Dit aftredende lid kan terstond voor maximaal één zittingsperiode worden herbenoemd.

  • 2.

    De leden kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij geven hiervan schriftelijk kennis aan de voorzitter van de commissie. Degene, die ontslag heeft genomen, blijft zijn functie vervullen, totdat zijn opvolger die heeft aanvaard.

  • 3.

    Een lid, dat tussentijds is benoemd, treedt af op het tijdstip, waarop degene in wiens plaats hij is benoemd, moest aftreden.

Artikel 4 Verboden handelingen

De leden van de commissie mogen niet meestemmen over zaken, benoemingen, schorsingen en ontslagen inbegrepen, die hen, hun echtgenoten, of hun bloed- en aanverwanten, tot in de derde graad ingesloten, persoonlijk aangaan, of waarin zij als gelastigde betrokken zijn.

Artikel 5 Voorzitter

  • 1.

    De commissie wijst uit haar midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter aan.

  • 2.

    De voorzitter zorgt voor handhaving van de orde in de vergadering van de commissie en is bevoegd, wanneer die orde op enigerlei wijze wordt verstoord, hen die dit doen of alle toehoorders te doen vertrekken.

  • 3.

    Hij kan de commissie voorstellen aan een lid, dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert voor de eerste maal voor de dag, waarop het besluit genomen wordt en bij herhaling voor een bepaalde tijd, maar niet langer dan drie vergaderingen, de toegang tot de vergadering te ontzeggen. Over dit voorstel wordt niet beraadslaagd. Bij aanneming moet het lid de vergadering onmiddellijk verlaten. Bij weigerachtigheid doet de voorzitter het lid verwijderen.

  • 4.

    Indien aan een lid de toegang tot de vergadering is ontzegd, wordt hij van de presentielijst afgevoerd.

  • 5.

    De voorzitter draagt zorg voor een spoedige afdoening van zaken.

Artikel 6 Secretaris

De commissie wijst uit haar midden een secretaris en een plaatsvervangend secretaris aan.

Artikel 7 Werkgroepen

  • 1.

    De commissie kan tot bijstand werkgroepen instellen, belast met bijzondere taken, zulks voor de tijdsduur bij de instelling daarvan bepaald.

  • 2.

    Taak, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van de werkgroepen worden geregeld bij het besluit tot hun instelling.

  • 3.

    In iedere werkgroep dient ten minste één lid van de commissie, bij voorkeur als voorzitter, zitting te nemen.

Artikel 8 Vergaderingen

De wijze van vergaderen van de commissie en van de door haar in te stellen werkgroepen en voorts al hetgeen daarmee samenhangt, kunnen worden geregeld bij een afzonderlijk door de commissie vast te stellen en ter kennis van burgemeester en wethouders te brengen huishoudelijk reglement, zulks met inachtneming van de volgende bepalingen, welke tevens van toepassing zijn bij het ontbreken van genoemd huishoudelijk reglement:

  • 1.

    de commissie vergadert ten minste drie keer per jaar;

  • 2.

    de vergaderingen vinden plaats zo dikwijls als de voorzitter dit nodig acht, of dit door ten minste eenderde deel van het aantal leden schriftelijk wordt gevraagd onder opgaaf van redenen in welk geval de vergadering wordt gehouden binnen drie weken na dagtekening van het daartoe strekkende verzoek;

  • 3.

    de leden worden, behoudens spoedeisende gevallen, ten minste zeven dagen van te voren, namens de voorzitter door de secretaris daartoe schriftelijk opgeroepen onder mededeling van de te behandelen punten;

  • 4.

    de vergaderingen vinden geen doorgang, wanneer niet meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

Artikel 9 Stemmingen

  • 1.

    Over beslissingen wordt mondeling gestemd; over keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen bij gesloten en ongetekende briefjes.

  • 2.

    Een stemming vindt plaats indien ten minste twee leden hierom verzoeken.

  • 3.

    Een stemming is geldig indien meer dan de helft van het aantal leden aanwezig is en zich niet van medestemmen moet onthouden, aan de stemming heeft deelgenomen.

  • 4.

    Alle beslissingen worden bij volstrekte meerderheid van stemmende leden genomen.

  • 5.

    Bij staking van stemmen over zaken beslist de stem van de voorzitter en over personen terstond het lot.

  • 6.

    Bij staking van stemmen, waarbij de voorzitter zich van stemming moet onthouden, wordt het voorstel in de eerstvolgende vergadering opnieuw in stemming gebracht. Wanneer in die vergadering opnieuw de stemmen staken wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.

Artikel 10 Vertegenwoordiging van de commissie

  • 1.

    De voorzitter en de secretaris vertegenwoordigen de commissie in en buiten rechte.

  • 2.

    Alle van de commissie uitgaande stukken worden door de voorzitter en de secretaris ondertekend.

Artikel 11 Openbaarheid

  • 1.

    De vergaderingen zijn openbaar. Tegelijk met de schriftelijke oproeping worden dag en uur van de vergadering ter openbare kennis gebracht. Aanwezige personen, die geen deel uitmaken van de commissie, worden, voordat de vergadering wordt geopend, in de gelegenheid gesteld opmerkingen te maken c.q. vragen te stellen aan de leden.

  • 2.

    Ten minste eenmaal per jaar houdt de commissie een openbare vergadering, waarin aan een ieder de gelegenheid wordt gegeven zijn mening over het door de commissie gevoerde of te voeren beleid naar voren te brengen.

  • 3.

    De commissie kan besluiten om besloten te vergaderen, indien een meerderheid daartoe de wens uitspreekt. De beslissingen, genomen in een besloten vergadering worden openbaar gemaakt.

Artikel 12 Geldmiddelen

  • 1.

    De gemeenteraad besluit telkenjare een bedrag uit te trekken ter bestrijding van de noodzakelijke uitgaven van de commissie.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen, de commissie gehoord, nadere regels ten aanzien van de besteding van de onder het eerste lid genoemde geldmiddelen stellen.

Artikel 13 Penningmeester

  • 1.

    De commissie wijst uit haar midden een penningmeester aan.

  • 2.

    De penningmeester registreert nauwkeurig de ontvangsten en uitgaven van de commissie. Hij neemt daarbij de door burgemeester en wethouders, de commissie gehoord, te stellen regels in acht. Hij legt daarbij binnen acht weken na afloop van het kalenderjaar aan de commissie over een gespecificeerd overzicht van de ontvangsten en uitgaven van de commissie.

Artikel 14 Toezicht

  • 1.

    De commissie verstrekt de gemeenteraad en burgemeester en wethouders de door hen gevraagde gegevens en inlichtingen omtrent de haar opgedragen taak.

Artikel 15 Verslaggeving

  • 1.

    Binnen dertien weken na afloop van het kalenderjaar zendt de commissie bij burgemeester en wethouders in:

    • a.

      een verslag van de werkzaamheden van het afgelopen kalenderjaar;

    • b.

      het in artikel 13, tweede lid, bedoelde gespecificeerde overzicht.

    Het verslag en het gespecificeerde overzicht worden door burgemeester en wethouders aan de gemeenteraad overgelegd.

  • 2.

    Een beknopt verslag van de laatste vergadering en een agenda voor de eerstvolgende vergadering van de commissie worden telkenmale ter kennisneming toegezonden aan de gemeenteraad, burgemeester en wethouders, de leden van de commissie en de plaatselijke pers.

 

Slotbepalingen

Artikel 16

In tegenstelling tot het gestelde in artikel 3, eerste lid, kunnen de voor de eerste maal benoemde leden maximaal twaalf jaren zitting hebben.

 

Artikel 17.
  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen ter uitvoering van deze verordening nadere voorschriften geven.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders beslissen in gevallen waarin deze verordening niet voorziet.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders benoemen in afwijking van artikel 2, tweede lid onder b, alle leden van de commissie bij de instelling van de commissie.

Artikel 18.

Wijziging of intrekking van deze verordening vindt niet plaats dan nadat de commissie daarover is gehoord.

Artikel 19

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening op de commissie beeldende kunst.

Zij treedt in werking op een door burgemeester en wethouders te bepalen datum.

De raad voornoemd,

de secretaris

de voorzitter