Organisatie | Waalre |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Participatieraad Wmo Waalre |
Citeertitel | Verordening Participatieraad Wmo Waalre |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Onbekend
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-02-2007 | 01-03-2013 | Nieuwe regeling | 16-01-2007 De Schakel, 2007, 4 (25-01-07) | Verordening Participatieraad Wmo Waalre |
Verordening Participatieraad Wmo Waalre
De raad van de gemeente Waalre,
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 21 november 2006, nr. 03;
gelet op de verplichtingen op basis van de artikelen 9, 11 en 12 van de Wmo:
met inachtneming van artikel 150 van de Gemeentewet,
tot het vaststellen van de hiernavolgende Verordening Participatieraad Wmo Waalre
Hoofdstuk 1 Algemene Bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Participatieraad Wmo: de Participatieraad Wmo Waalre bestaat uit maximaal zeven leden, inclusief een secretaris. De leden van de Participatieraad zijn afkomstig van verschillende lokale vrijwilligers- en belangenbehartigingsorganisaties die allen op enigerlei wijze in contact staat met specifieke doelgroepen zoals in de Wmo omschreven.
Cliëntgroep: personen die betrokken zijn bij de behartiging van belangen van één bepaalde groep zoals ouderen, lichamelijk gehandicapten, geestelijk gehandicapten, ggz- cliënten, mantelzorgers, vrijwilligers, chronisch zieken, Rode Kruis, Zonnebloem, vrouwenorganisaties, kerkelijke organisaties et cetera
Burger- en cliëntenparticipatie: een proces waarbij gemeente, betrokken cliënten/burgers en eventuele externe deskundigen via een open houding naar elkaar en een vooraf afgesproken aanpak samen vorm en inhoud geven aan (delen van) plannen of beleid. Het proces is gericht op het benutten van elkaars deskundigheid en het verhogen van draagvlak voor het nemen van beslissingen (uit “Burgerparticipatie”, Hendriks, Eijsermans 2004).
Artikel 2 Doelstelling Participatieraad Wmo Waalre
De doelstelling van de Participatieraad Wmo Waalre is:het formuleren van collectieve wensen van burgers die vertegenwoordigd worden door lokale vrijwilligers- en belangenbehartigingsorganisaties in de gemeente Waalre, die als beleidsvoorstellen en/of adviezen aangeboden worden aan het College op grond waarvan gemeentelijk Wmo-beleid mede kan worden vastgesteld.Hierdoor wordt de positie van (potentiële) vragers van voorzieningen van maatschappelijke ondersteuning (Wmo-voorzieningen) in de gemeente Waalre versterkt. De Participatieraad Wmo fungeert als centraal aanspreekpunt voor de gemeente Waalre betreffende de vormgeving, monitoring en evaluatie van het gemeentelijk Wmo- beleid.
Hoofdstuk 2 SAMENSTELING EN TAKEN
De leden van de Participatieraad Wmo kunnen dezelfde personen zijn als degenen die zitting hebben in de GV-raad en/of Seniorenraad. Dat wil zeggen dat het mogelijk is dat één bepaalde organisatie een vertegenwoordiger heeft in de GV-raad of Seniorenraad én één vertegenwoordiger in de Participatieraad Wmo.
De GV-raad en Seniorenraad bestaan uit vertegenwoordigers van lokale vrijwilligers- en belangenorganisaties en kan uitgebreid worden met organisaties die op enigerlei wijze in contact staat met specifieke doelgroepen zoals in de Wmo omschreven en als taak hebben de belangen van deze doelgroepen te vertegenwoordigen.
Artikel 4 Participatieraad Wmo
De Participatieraad Wmo is de directe gesprekspartner van de gemeente en vertegenwoordigt de GV-raad en Seniorenraad op het gebied van het Wmo-beleid.De Participatieraad Wmo heeft tot taak het college gevraagd of ongevraagd te adviseren over het gemeentelijk Wmo-beleid. Die vertaalt zich in een drieledige functie:
Een informatiefunctie: de gemeente streeft ernaar de invulling van het beleid zo dicht mogelijk aan te laten sluiten op de ondersteuningsbehoefte en de zorgvraag. Daarvoor moet er wel voldoende kennis zijn van de praktijk. De Participatieraad Wmo is in dat kader een belangrijke informatiebron voor de gemeente.
Een beleidsbevorderende functie: de Participatieraad Wmo draagt ideeën aan (pro-actieve beleidsvorming). Dat betekent dat de Participatieraad Wmo niet alleen reageert op beleidsvoorstellen, maar ook zelf voorstellen ter beleidsvorming doet.De Participatieraad informeert de GV-raad en Seniorenraad minimaal tweemaal per jaar en belegt hiervoor een algemene vergadering waarin de GV-raad en de Seniorenraad gezamenlijk deelnemen.
Artikel 10 Zittingsduur en beëindiging lidmaatschap
De zittingsduur van een lid van de Participatieraad bedraagt vier jaar met een maximum van twee volle termijnen, gerekend vanaf de datum van ingang van zijn benoeming. Deelname aan de eerste vergadering geldt als ingangsdatum. De leden zijn na het verstrijken van hun zittingsduur onmiddellijk herbenoembaar. Bij de start van de Participatieraad wordt een rooster van aftreden opgesteld waarbij vanaf de tweede zittingstermijn elk jaar een vierde deel van het aantal leden aftredend is. Het lidmaatschap eindigt door:
Hoofdstuk 3 TAKEN, RECHTEN EN PLICHTEN
De Participatieraad adviseert: de gemeente geeft de Participatieraad Wmo de gelegenheid om problemen aan te dragen en oplossingen te formuleren. De ideeën van de Participatieraad Wmo spelen een volwaardige rol bij de ontwikkeling van beleid. De gemeente verbindt zich in principe aan de resultaten, maar kan bij de uiteindelijke besluitvorming hiervan schriftelijk beargumenteerd afwijken.
Het college is verplicht aan de Participatieraad Wmo tijdig alle informatie te verstrekken die deze voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijze nodig heeft.
Hoofdstuk 4 VERGADERINGEN, VERGADERORDE EN BESLISSINGEN
Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit. Dit houdt in ieder geval in dat de Participatieraad Wmo:bij nieuw beleid wordt betrokken bij het vaststellen van de hoofdlijnen van het beleid (WMO-prestatievelden);bij evaluatie wordt betrokken bij het vaststellen van vragen die ten grondslag liggen aan evaluatie (vergelijking WMO-prestatievelden).
Het college maakt jaarlijks aan de hand van de beleidscyclus in overleg afspraken met de Participatieraad Wmo over:- de onderwerpen waarover de Participatieraad Wmo geconsulteerd wordt;- de wijze en het moment waarop de Participatieraad Wmo in het beleidsvormingsproces wordt betrokken;- het budget van de Participatieraad Wmo.
Het college draagt er zorg voor dat van de zijde van de gemeente aan de Participatieraad Wmo tijdig de nodige informatie wordt verstrekt ten behoeve van het naar behoren functioneren van de Participatieraad Wmo. Het betreft hier alle informatie die noodzakelijk is om beleid en uitvoering te begrijpen en om ontwikkelingen en wijzigingen te kunnen volgen.
Artikel 18 Schriftelijke oproeping
De secretaris roept in overleg met de voorzitter de leden en eventuele genodigden, tot de vergadering op. De oproeping geschiedt door middel van een tijdige, schriftelijke uitnodiging waarin de datum, het tijdstip van aanvang, de plaats van de vergadering en de agenda zijn vermeld. Eventuele bijlagen worden bij de agenda gevoegd.
Na goedkeuring van het verslag door de Participatieraad Wmo, bedoeld in het eerste lid, zendt de secretaris een afschrift naar de GV-raad en Seniorenraad, het college en naar de griffier die het vervolgens openbaar maakt door het te publiceren op onder andere het RIS, voor zover niet in strijd met artikel 14.
Voor vergoeding komt onder meer in aanmerking: - Onkosten die als algemeen gebruikelijk worden gezien bij de uitoefening van de taken zoals deze staan omschreven in artikel 4 en 5; - Aanschaf documentatie, literatuur en vaktijdschriften; - Deskundigheidsbevordering ( cursussen/ inhuur deskundigheid); - Faciliteiten voor het verzorgen van: - voorlichting en PR - overleg en activering van de achterban.
Aldus besloten in de openbare vergadering van 16 januari 2007.
De raad van de gemeente Waalrede griffier, de voorzitter,
1 Algemene toelichting wettekst Wmo en Memorie van Toelichting
Relevant in dit verband zijn de volgende bepalingen zoals opgenomen in de wettekst WMO en Memorie van Toelichting (MvT):
In het plan wordt in ieder geval aangegeven: a.wat de gemeentelijke doelstellingen zijn op de verschillende in artikel 1, eerste lid, onder g, genoemde onderdelen van maatschappelijke ondersteuning; b.hoe het samenhangende beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning zal worden uitgevoerd en welke acties in de door het plan bestreken periode zullen worden ondernomen; c.welke resultaten de gemeente in de door het plan bestreken periode wenst te behalen; d.welke maatregelen de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders nemen om de kwaliteit te borgen van de wijze waarop de maatschappelijke ondersteuning wordt uitgevoerd; e.welke maatregelen de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders nemen om voor degene aan wie maatschappelijke ondersteuning als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g, onderdelen 2°, 5° en 6°, wordt verleend, de keuzevrijheid te bieden met betrekking tot de activiteiten van maatschappelijke ondersteuning; f.op welke wijze de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders zich hebben vergewist van de behoeften van kleine doelgroepen.
Het college van B en W publiceert jaarlijks voor 1 juli de uitkomsten van onderzoek naar de tevredenheid van vragers over maatschappelijke ondersteuning over de uitvoering van de wet, die verkregen zijn volgens een methode die na overleg met representatieve organisaties op het gebied van maatschappelijke ondersteuning tot stand is gekomen.
In artikel 150 van de gemeentewet staat het volgende:
In deze verordening worden ten minste geregeld:a. de wijze waarop van de beleidsvoornemens waarop inspraak zal worden verleend, openbaar wordt kennis gegeven;b. de wijze waarop ingezetenen en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen in staat worden gesteld hun mening over de onder a. bedoelde beleidsvoornemens kenbaar te maken;c. de rapportering over de onder b. bedoelde inspraak en over de uitkomsten daarvan;d. de wijze waarop ingezetenen en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen in de gelegenheid worden gesteld hun beklag te doen over de uitvoering van de verordening.
De wet verplicht tot het vinden van maximaal lokaal draagvlak, maximale transparantie en verantwoording op het lokale niveau. Er ligt een verplichting om zoveel mogelijk (groepen van) burgers bij de beleidsvoorbereiding te betrekken, maar de vormvereiste beperkt zich tot het formeel regelen van inspraak op het ontwerpbeleidsplan en op de vast te stellen verordening voor voorzieningen waarin een zorgplicht van gemeenten wordt geregeld.
TOELICHTING PER ARTIKEL zoals genoemd in de voorliggende verordening Participatieraad Wmo Waalre
De begrenzing ‘vertegenwoordigers van lokale vrijwilligers- en belangenbehartigingsorganisaties ’ moet niet te ‘eng’ worden gehanteerd. Organisaties die misschien niet helemaal aan de omschrijving voldoen, maar -gelet op hun werkzaamheden en/of contacten met kwetsbare groepen van burgers c.q. vragers- een zinvolle bijdrage kunnen leveren aan het WMO-beleid, worden niet van deelname uitgesloten. Het gaat hier om een voorlopige samenstelling. In de praktijk wordt bekeken in hoeverre een zinvolle bijdrage op het Wmo-beleid geleverd kan worden en of dit consequenties heeft voor de samenstelling.
Vooralsnog gaat het om de volgende organisaties:
Toelichting op het participatiemodel:
Zowel Seniorenraad als GV-raad verzorgen de eigen achterbanraadpleging en vormen tevens het centrale aanspreekpunt voor niet-georganiseerde burgers. De Seniorenraad heeft als achterban de ouderenorganisaties en wijkgerichte klankbordgroepen bestaande uit ouderen wonende in de betreffende wijk. De GV-raad zal leden van de deelnemende organisaties als achterban beschouwen.
De te bespreken onderwerpen worden uitgezet bij de verschillende werkgroepen. De werkgroepen bestaan uit een combinatie van leden uit de Seniorenraad én GV-raad, maar kunnen ook afkomstig zijn uit de wijkgerichte klankbordgroepen van de Seniorenraad of uit de achterban van de vrijwilligersorganisaties. De werkgroepen zijn meestal tijdelijk en worden opgezet rondom een actueel te behandelen thema. Gaat het bijvoorbeeld om het beleid over huishoudelijke verzorging, dan wordt er een werkgroep samengesteld met personen die geïnteresseerd zijn in dit onderwerp en graag willen meedenken in de beleidsvorming. De benamingen van de werkgroepen zijn gebaseerd op de prestatievelden uit de Wmo. Er zijn voorbeelden gegeven om het betreffende prestatieveld te verduidelijken. Aanvullingen en/of aanpassingen zijn uiteraard mogelijk.
Deze bepaling regelt het passieve informatierecht van de Participatieraad Wmo. Het is vorm gegeven in een actieve informatieplicht van het college. Het college dient uit eigen beweging te zorgen dat de Participatieraad Wmo tijdig de nodige informatie ontvangt die voor zijn functioneren noodzakelijk of dienstbaar is.Naast dit passieve informatierecht bezit de Participatieraad Wmo ook een actief informatierecht: hij kan zelf om bepaalde inlichtingen en/of gegevens vragen.Het informatierecht omvat tevens het recht op ondersteuning bij het toegankelijk maken van informatie, de bevordering van de deskundigheid van de Participatieraad Wmoleden, waaronder wordt begrepen het bevorderen van kennis en inzicht, het leren vergaderen en communiceren met de uitvoerders, het leren lezen van beleidsnota's, het formuleren en onderbouwen van de adviezen, het planmatig werken enz.
Artikel 14. – Geheimhoudingsplicht
Artikel 2:5 van de Algemene wet Bestuursrecht luidt:
Eenieder die is betrokken bij de uitvoering van de taak van een bestuursorgaan en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift terzake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behoudens voorzover enig wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit.
Het eerste lid is mede van toepassing op instellingen en daartoe behorende of daarvoor werkzame personen die door een bestuursorgaan worden betrokken bij de uitvoering van zijn taak, en op instellingen en daartoe behorende of daarvoor werkzame personen die een bij of krachtens de wet toegekende taak uitoefenen.Omdat de mogelijkheid bestaat dat de Participatieraad Wmo kennis neemt van vertrouwelijke informatie is het goed zich ervan rekenschap te geven dat hierop de geheimhoudingsplicht van artikel 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht rust. Na vooraf verkregen schriftelijke toestemming van het college mag de Participatieraad Wmo genoemde informatie aan derden verstrekken of publiek maken.
Artikel 15.- Beleidsterreinen en prestatievelden
Bij beleid waarbij individuele voorzieningen in het geding zijn, kan gedacht worden aan de praktische invulling die de gemeente Waalre geeft aan het begrip compensatiebeginsel en in hoeverre de gemeente Waalre de voorzieningen in overleg met de cliënt conform de ICF-classificatie verstrekt.
De eventuele betrokkenheid van de Participatieraad Wmo bij het beleid op andere prestatievelden en beleidsterreinen blijft hiermee open. Dit hangt mede af van samenwerking met andere initiatieven op het gebied van burgerparticipatie in Waalre.