De raad van de gemeente Stede Broec;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 april 1996;
Gelet op de Winkeltijdenwet en artikel 149 van de Gemeentewet;
B e s l u i t :
Vast te stellen de volgende: Verordening inzake de winkeltijden.
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
De wet: de Winkeltijdenwet;
- b.
Feestdagen: nieuwjaarsdag, tweede paasdag, Hemelvaartsdag, tweede
pinksterdag, eerste kerstdag en tweede kerstdag.
Artikel 2 Beslistermijn
- 1.
Het college van burgemeester en wethouders beslist op een aanvraag om
ontheffing binnen 8 weken.
- 2.
Het college van burgemeester en wethouders kan de beslissing voor ten
hoogste 4 weken verdagen.
Artikel 3 Overdracht van de ontheffing.
- 1.
Ontheffingen op grond van deze verordening zijn overdraagbaar na verkregen
toestemming van het college van burgemeester en wethouders.
- 2.
In geval van een voorgenomen overdracht van de in het eerste lid bedoelde
ontheffingen doet de houder van de ontheffing hiervan onmiddellijk
schriftelijk mededeling aan het college van burgemeester en wethouders onder
vermelding van de naam den het adres van de rechtverkrijgende.
Artikel 4 Intrekken of wijzigen van de ontheffing
Het college van burgemeester en wethouders kan een ontheffing intrekken of
wijzigen indien:
- a.
Ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn
verstrekt;
- b.
Op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden
na verlening van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of
wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming
waarvan de ontheffing is vereist;
- c.
Het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in
een winkel op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde,
de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;
- d.
De aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of
worden nagekomen;
- e.
Van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde
termijn of, bij gebrek van een dergelijke termijn, binnen een redelijke
termijn;
- f.
De houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt.
Artikel 5 Zon- en feestdagenregeling
- 1.
De verboden, vervat in artikel 2, eerste lid, onder a en b van de wet,
gelden niet op ten hoogste twaalf door het college van burgemeester en
wethouders aan te wijzen zon- en feestdagen per kalenderjaar.
- 2.
De in het eerste lid bedoelde bevoegdheid geldt voor elke deel van de
gemeente afzonderlijk.
Artikel 6 Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor afzonderlijke situaties
- 1.
Het college van burgemeester en wethouders kan ontheffing verlenen van de
in artikel 2 van de wet vervatte verboden, voor zover deze be4trekking
hebben op de zondag, nieuwjaarsdag, tweede paasdag, Hemelvaartsdag, tweede
pinksterdag en eerste en tweede kerstdag, ten behoeve van:
- a.
Bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard;
- b.
Het uitstallen van goederen.
- 2.
De in het eerste lid genoemde ontheffing kan worden verleend in geval van:
feestelijkheden, bijeenkomsten, veilingen, beurzen, kunstateliers en
galeries.
Artikel 7 Openstelling op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur
- 1.
Het college van burgemeester en wethouders kan op aanvraag ontheffing
verlenen van de verboden van artikel 2 van de wet, voor zover deze
betrekking hebben op werkdagen.
- 2.
De ontheffing kan worden geweigerd indien de woon- en leefsituatie of de
openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze wordt
beïnvloed door de openstelling van de winkel.
Artikel 8 In werkintreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking op een door burgemeester en wethouders
te bepalen tijdstip.
- 2.
De Verordening winkelsluiting Stede Broec wordt ingaande dat tijdstip
ingetrokken.
Artikel 9 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening winkeltijden Stede
Broec”.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad
van de gemeente Stede Broec, gehouden op 2 mei 1996.
De secretaris, De voorzitter,