Organisatie | Huizen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2020 |
Citeertitel | Verordening lijkbezorgingsrechten 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet art. 229 lid 1
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-11-2019 | 01-01-2021 | nieuwe regeling | 31-10-2019 Gemeenteblad van Huizen 2019-13 d.d. 20-11-2019 | Onbekend |
De raad van de gemeente Huizen;
in vergadering bijeen op 31 oktober 2019,
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van d.d. 22 oktober 2019;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet, alsmede de beheers-verordening begraafplaatsen gemeente Huizen
VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN LIJKBEZORGINGSRECHTEN 2020(Verordening lijkbezorgingsrechten 2020)
Artikel 1 - Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
– het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
– het doen verstrooien van as;
– het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
– het doen verstrooien van as;
Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 4 - Maatstaf van heffing en belastingtarief
De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten *
* Hier geldt een overgangsbepaling zoals vermeld in artikel 11.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten *
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in 11.1 tot en met 11.5 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in 11.1 tot en met 11.5 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
* Hier geldt een overgangsbepaling zoals vermeld in artikel 11.
Artikel 9 - Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten
Andere rechten dan die bedoeld in 11.1 tot en met 11.5 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
Artikel 11 Overgangsbepaling onderhoudsrechten
Vanaf 1 januari 2020 wordt artikel 7 vervangen door artikel 8 en is van toepassing voor de belastbare feiten vanaf genoemde datum. Hetgeen in artikel 7 van deze verordening is omschreven onder: “het ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten” blijft van toepassing voor de belastbare feiten die zich hebben voorgedaan tot en met 31 december 2019.
Artikel 13 - Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.
De Verordening Grafrechten 2019, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 1 november 2018, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 15, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 15, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.
Hoofdstuk 1 - Huur- / kooprechten
Hoofdstuk 3 - Onderhoudsrechten
Hoofdstuk 4 - Afkoop onderhoudsrechten