Organisatie | Midden-Drenthe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel persoonlijke ondersteuning |
Citeertitel | Beleidsregel persoonlijke ondersteuning |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Participatiewet, artikel 13 lid 2 Re-integratieverordening Participatiewet gemeente Midden-Drenthe
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-11-2018 | nieuwe regeling, voortzetting bestaand beleid | 16-10-2018 Gemeenteblad van Midden-Drenthe nr. 1238869, d.d. 7 november 2018 | 1238869 |
Burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Drenthe,
gelet op artikel 13 van de Re-integratieverordening Participatiewet juli 2015 gemeente Midden-Drenthe en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
- de gemeenteraad in de Re-integratieverordening Participatiewet juli 2015 gemeente Midden-Drenthe als re-integratieinstrument persoonlijke ondersteuning heeft ingesteld
vast te stellen de volgende beleidsregel
Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Er is sprake van een noodzakelijke situatie. Dit betekent dat zonder jobcoaching de werknemer niet in staat is de werkzaamheden uit te voeren op een wijze zoals is overeengekomen of is vastgesteld tijdens de loonwaardebepaling. Het college kan voor de vaststelling daarvan deskundigenadvies inwinnen.
Hoofdstuk 4 INTERNE JOBCOACHING
De vergoeding die wordt verstrekt voor interne jobcoaching wordt aangemerkt als een subsidie als bedoeld in artikel 4:21 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht.
Het college stelt de definitieve subsidie vast voor de interne jobcoaching op basis van de feitelijke duur van het dienstverband of de proefplaatsing en/of feitelijk gewerkte uren van de te begeleiden persoon en aan de hand van een door de werkgever gegeven financiële en inhoudelijke verantwoording.
Aldus besloten in de vergadering van 16 oktober 2018
burgemeester en wethouders van Midden-Drenthe,
de secretaris de burgemeester
A.Pruntel M.F.V. Damsma
Toelichting bij de Beleidsregel persoonlijke ondersteuning
Op 11 december 2014 heeft de gemeenteraad van de gemeente Midden-Drenthe de kadernota Participatiewet vastgesteld. Op 11 december 2014 werd ook de daarbij behorende Re-integratieverordening Participatiewet 2015 gemeente Midden-Drenthe vastgesteld. Conform de Participatiewet zijn de gemeenten en UWV in de arbeidsmarktregio vanaf 1 juli 2015 verplicht om de re-integratieinstrumenten op elkaar af te stemmen. Daarom is op 25 juni 2015 de verordening vervangen door de Re-integratieverordening Participatiewet juli 2015 gemeente Midden-Drenthe, waarin re-integratieinstrumenten zijn afgestemd binnen de arbeidsmarktregio.
Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Midden-Drenthe is op grond van artikel 13, tweede lid van de Re-integratieverordening Participatiewet juli 2015 gemeente Midden-Drenthe bevoegd om nadere regels vast te stellen met betrekking tot persoonlijke ondersteuning.
In deze beleidsregel wordt nader vorm gegeven aan het instrument van de persoonlijke ondersteuning, dat het college kan inzetten om een persoon te ondersteunen bij de arbeidsinschakeling. Een ander woord voor persoonlijke ondersteuning is jobcoaching.
De basis voor deze bevoegdheden uit de Re-integratieverordening Participatiewet juli 2015 gemeente Midden-Drenthe ligt in het volgende artikel:
Artikel 13 Persoonlijke ondersteuning
1. Aan een persoon die behoort tot de doelgroep kan het college persoonlijke ondersteuning bij het verrichten van de aan die persoon opgedragen taken aanbieden in de vorm van structurele begeleiding als hij zonder persoonlijke ondersteuning niet in staat is de aan hem opgedragen taken te verrichten. Het doel is uiteindelijk dat iemand wordt begeleid naar een situatie waarin de persoon uiteindelijk zonder begeleiding bij een reguliere werkgever werkzaam kan zijn.
2. Het college kan nadere regels stellen over de toepassing van lid 1.
Met de invoering van de Participatiewet heeft de gemeente als taak om personen met een arbeidsbeperking te ondersteunen bij hun arbeidsinschakeling. Het college ziet jobcoaching als een belangrijk instrument om mensen met een vastgestelde arbeidsbeperking aan het werk te helpen.
In het Sociaal Akkoord in 2013 is afgesproken door het rijk, werkgevers en werknemers dat in de komende periode 125.000 (nieuwe) banen zullen worden gerealiseerd voor juist mensen met een arbeidsbeperking.
Sommige personen hebben persoonlijke ondersteuning nodig om betaald werk te kunnen verrichten op de reguliere arbeidsmarkt. Als een persoon behorende tot de doelgroep zonder persoonlijke ondersteuning de functie niet kan uitoefenen, kan het college besluiten om ten behoeve van deze persoon de werkgever persoonlijke ondersteuning toe te kennen. Het doel van deze ondersteuning is te bereiken dat de betreffende persoon na maximaal twee jaar de functie geheel zelfstandig kan uitoefenen en zonder begeleiding bij een reguliere werkgever werkzaam kan zijn.
Op welke wijze de persoonlijke ondersteuning vorm gegeven wordt dient per persoon bekeken te worden. Hierbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld extra hulp bij het inwerken voor de functie waarvoor een persoon is aangesteld of het begeleiden van een persoon op de werkvloer (door middel van het periodiek voeren van gesprekken over knelpunten).
Zonder begeleiding, vooral in de eerste fase van het dienstverband, blijkt het voor deze doelgroep moeilijk een baan te behouden. In de proefplaatsing kan eveneens persoonlijke ondersteuning worden ingezet.
Persoonlijke ondersteuning kan ook worden ingezet voor personen die geen vastgestelde arbeidsbeperking hebben, bijvoorbeeld aan personen die vanwege uiteenlopende oorzaken een grote afstand hebben tot de arbeidsmarkt.
De inzet van persoonlijke ondersteuning vergroot de kans op een duurzaam dienstverband.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
De inhoud van dit artikel spreekt voor zich.
Personen behorende tot de doelgroep loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 6 lid 1 onder e van de Participatiewet zijn niet in staat tot het verdienen van het wettelijk minimumloon. Naast het inzetten van loonkostensubsidie vergroot het aanbieden van persoonlijke ondersteuning de kans dat de betreffende persoon zijn functie naar behoren kan uitvoeren en daarmee de kans op een duurzaam dienstverband aanzienlijk. Voor een werkgever wordt het bij dergelijke omstandigheden ook aantrekkelijker om een persoon behorende tot de doelgroep loonkostensubsidie een baan aan te bieden.
Niet alleen personen behorende tot de doelgroep loonkostensubsidie kunnen baat hebben bij persoonlijke ondersteuning. Dit geldt voor de brede doelgroep. Als een persoon bijvoorbeeld langdurig ziek is geweest en met tijdelijke persoonlijke ondersteuning weer op redelijk korte termijn went aan het arbeidsritme of het inwerkproces verkort is zowel de betreffende persoon als de werkgever hierbij gebaat.
Bij de beoordeling of het college het noodzakelijk acht of een werkgever ten behoeve van een persoon behorende tot de doelgroep voor persoonlijke ondersteuning in aanmerking komt dienen diverse factoren te worden meegewogen. Per persoon dient hiertoe een oordeel te worden geveld.
Er is sprake van een noodzakelijke situatie als de betreffende persoon zonder persoonlijke ondersteuning niet in staat is om de vereiste werkzaamheden te kunnen verrichten. In beginsel wordt de noodzakelijkheid van de persoonlijke ondersteuning van de betreffende persoon in samenspraak beoordeeld door de werkgever en het college. Het college kan bijvoorbeeld bij onduidelijkheid of onenigheid tussen het college en de betreffende werkgever voor de beoordeling of persoonlijke ondersteuning noodzakelijk is deskundigenadvies inwinnen. De bepalingen over het deskundigenadvies van de Algemene wet bestuursrecht (afdeling 3.3 - Advisering) zijn hierbij van overeenkomstige toepassing.
De inhoud van dit artikel spreekt voor zich.
Artikel 5 Vormen van jobcoaching
Met externe jobcoaching wordt persoonlijke ondersteuning bedoeld die wordt georganiseerd vanuit het college.
Met interne jobcoaching wordt persoonlijke ondersteuning bedoeld die georganiseerd wordt door de werkgever. De werkgever heeft de mogelijkheid om intern iemand aan te stellen en tijd beschikbaar te stellen om de betreffende werknemer te begeleiden, of iemand van extern aan te stellen deze begeleiding van de betreffende werknemer op zich te nemen.
Aangezien het van belang is dat de betreffende persoon groeit in zijn ontwikkeling is het van belang dat deze persoon kwalitatief goede ondersteuning krijgt. In dit artikel zijn om deze reden kwaliteitseisen gesteld aan de jobcoach, om de kwaliteit van de persoonlijke ondersteuning te borgen.
Het uitgangspunt is dat persoonlijke ondersteuning van tijdelijke aard is. Het doel is dat de persoon na afloop van de persoonlijke ondersteuning zelfstandig kan functioneren. Mocht na afloop van jobcoaching meer structurele begeleiding nodig zijn dan is het aan de werkgever om hierin te voorzien.
Lid 3 geeft aan dat voor personen genoemd in artikel 2 lid 2 van deze nadere regels geldt dat het college enkel het lichte regime toepast. Een werknemer die niet tot de doelgroep als bedoeld in artikel 6 lid 1 onder e van de Participatiewet behoort is in staat het wettelijk minimumloon per uur te verdienen. Ondanks dat de werknemer wel in staat is het wettelijk minimumloon per uur te verdienen, kan de situatie zich voordoen dat de werknemer wegens omstandigheden begeleiding nodig heeft om zelfstandig de functie uit te kunnen oefenen. Om die reden is er voor gekozen het lichte regime aan persoonlijke ondersteuning ook voor deze doelgroep open te stellen. Als een werknemer bijvoorbeeld lange tijd werkloos is geweest, kan het voor deze werknemer aan het begin van het dienstverband ‘wennen’ zijn weer aan het werk te zijn. De persoonlijke ondersteuning die voor deze werknemer noodzakelijk is kan bijvoorbeeld extra hulp bij het inwerken zijn, of het periodiek voeren van gesprekken met de werknemer. Per persoon dient beoordeeld te worden op welke wijze de persoonlijke ondersteuning vorm gegeven dient te worden.
De inhoud van dit artikel spreekt voor zich.
Wanneer aan een werkgever interne jobcoaching wordt toegekend ontvangt de werkgever een financiële bijdrage. Deze financiële bijdrage wordt aangemerkt als subsidie. Dit heeft tot gevolg dat de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht over subsidie (titel 4.2) van toepassing zijn.
Artikel 11 Subsidievoorwaarden
In lid 1 worden de maximaal te ontvangen subsidiebedragen genoemd per jaar. Lid 1 verwijst naar artikel 8, omdat een relatie bestaat tussen het bedrag dat wordt gesubsidieerd en het aantal uren jobcoaching wat daarmee dient te worden verricht.
Bijvoorbeeld: als een werknemer een loonwaarde heeft van 60% is sprake van het lichte regime (artikel 8 lid 2 onder a). De tabel in artikel 11 lid 1 geeft aan dat voor het lichte regime de maximale subsidie het eerste jaar € 2.700,00 bedraagt. Bij het bepalen van het uurbedrag van persoonlijke ondersteuning is aangehaakt bij de bedragen die het UWV hanteert. In dit voorbeeld betekent dit dat maximaal 36 uren jobcoaching kan worden verstrekt. Deze werkwijze zorgt ervoor dat gelijkheid wordt bereikt in de wijze waarop jobcoaching plaatsvindt.
Als een werknemer het eerste jaar tot het lichte regime behoort en na één jaar bij het opnieuw toekennen van persoonlijke ondersteuning tot het midden regime is gaan behoren, betekent dit dat de werkgever ten behoeve van de werknemer voor het tweede jaar eveneens €2.700,00 toegekend krijgt, volgend uit de tabel in lid 1.
Aan de subsidieverstrekking zijn in artikel 11 lid 3 voorwaarden gesteld aan de persoonlijke ondersteuning georganiseerd vanuit de werkgever. Bij een met succes afgeronde training/opleiding voor het begeleiden van werknemers met een structureel functionele beperking op de werkvloer kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de training praktijkopleider plus.
Dit artikel voorziet in de vaststelling van de definitieve subsidie ingeval de werkgever zelf de persoonlijke ondersteuning organiseert (interne jobcoaching). Tussen het college en de werkgever is in dat geval namelijk een subsidierelatie ontstaan, zoals tevens is uitgelegd in de toelichting bij artikel 10.
De inhoud van dit artikel spreekt voor zich.