Organisatie | Weststellingwerf |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2019 |
Citeertitel | Verordening afvalstoffenheffing 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-12-2018 | 01-01-2020 | Nieuwe regeling | 05-11-2018 | 2018-001294-r |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.
Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit
De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld, al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht, gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een schriftelijke gedagtekende kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing van de belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar wijzigt doordat er een huishouding van minder dan twee personen ontstaat, wordt ontheffing verleend van zoveel maal een twaalfde gedeelte van het bedrag van het verschil tussen de tarieven bedoeld in Hoofdstuk 1 van de tarieventabel, als na dat tijdstip van wijziging, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het heffingstijdvak wijzigt doordat er een huishouding van meer dan één persoon ontstaat, is een aanvullende belasting verschuldigd van zoveel maal een twaalfde gedeelte van het bedrag van het verschil tussen de tarieven, bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel, als na dat tijdstip van wijziging nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 8 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt dat, in geval het totaalbedrag van afvalstoffenheffing of van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen afvalstoffenheffing en andere heffingen meer dan € 75,00 doch minder is dan € 3.000,00, moet worden betaald in twee termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de volgende termijn op de laatste dag van de maand drie maanden na de dagtekening.
Indien voor de betaling van de verschuldigde belasting een machtiging voor automatische incasso is afgegeven, dienen voor de in het tweede lid genoemde twee termijnen acht maandelijkse termijnen te worden gelezen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening is vermeld en de volgende termijnen steeds één maand later.
De machtiging voor automatische incasso zoals genoemd in het derde lid, wordt geacht niet te zijn verleend indien gedurende de looptijd van de automatische incasso twee termijnen worden gestorneerd dan wel de incassomachtiging door de belastingschuldige of de rekeninghouder tussentijds wordt ingetrokken. In dat geval treedt het tweede lid met onmiddellijke ingang in werking.
Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.
De ‘Verordening afvalstoffenheffing 2018’, vastgesteld bij raadsbesluit van 6 november 2017, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Bijlage bij Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2019
De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.
Hoofdstuk 1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing
1.1. Huishoudingen met twee of meer personen
De belasting bedraagt voor een huishouding met twee of meer personen per perceel,
1.2 Huishoudingen met minder dan twee personen
De belasting bedraagt voor een huishouding met minder dan twee personen per
perceel, per belastingjaar € 160,64
1.3 Tweede container voor gft-afval
De belasting als bedoeld in onderdeel 1.1 of 1.2 wordt vermeerderd voor het op 1
januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang
van de belastingplicht, in bruikleen hebben van maximaal één extra
container van 140 liter bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval met € 40,00
Hoofdstuk 2 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing
Een recht wordt geheven voor het op verzoek verwijderen van:
2.1 Restafval dat niet in de grijze container past
Voor het op verzoek verwijderen van maximaal 2 m³ restafval dat niet in de grijze
container past, bijvoorbeeld huisraad of vloerbedekking, bedraagt het tarief per m³,
exclusief voorrijdtarief € 16,50
2.2 Groenafval dat niet in de groene container past
Voor het op verzoek verwijderen van maximaal 2 m³ groenafval dat niet in de groene
container past bedraagt het tarief per m³, exclusief voorrijdtarief € 5,50
Voor het op verzoek verwijderen van rest- en/of groenafval bedraagt het voorrijdtarief € 16,50
2.4 Tarieven afvalbrengstation
Voor het afvoeren van afvalstoffen via het gemeentelijk afvalbrengstation gelden de volgende tarieven:
2.4.1 Ongesorteerde afvalstromen
Indien op het afvalbrengstation zowel gratis als betaalde afvalstromen ongesorteerd in één vracht worden aangeboden, wordt het tarief van € 0,04 per kilo geheven.
Om te voorkomen dat pinbetalingen plaatsvinden waarbij de kosten van de transactie duurder zijn dan het storttarief, geldt een minimum tarief van € 2,00 per bezoek voor alle afvalstromen waarbij een storttarief verschuldigd is.
Het verstrekken van een afvalpas voor gebruik van ondergrondse afvalcontainer(s)
binnen de gemeente Weststellingwerf, als gevolg van vermissing of diefstal, per keer € 12,50.