Organisatie | Nederweert |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nederweert houdende regels omtrent beschermd wonen en opvang Besluit Beschermd wonen en opvang Nederweert 2018 |
Citeertitel | Besluit Beschermd wonen en opvang Nederweert 2018 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt het Besluit beschermd wonen en maatschappelijke opvang 2017.
Verordening maatschappelijke ondersteuning Nederweert 2018
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-10-2018 | 01-01-2018 | nieuwe regeling | 02-10-2018 Weekblad, 24-10-2018 | BW-18-02061 |
Burgemeester en wethouders van de gemeente Nederweert;
gelet op de Verordening maatschappelijke ondersteuning Nederweert 2018;
de colleges van de gemeenten van Noord- en Midden Limburg (Beesel, Bergen, Echt-Susteren, Horst aan de Maas, Leudal, Maasgouw, Nederweert, Peel en Maas, Roerdalen, Roermond, Venlo, Venray en Weert) aan het college van de gemeente Venlo (door middel van een apart besluit) mandaat verlenen om de verantwoordelijkheden ten aanzien van beschermd wonen en opvang uit te voeren voor deze gemeenten;
dit Besluit Beschermd wonen en opvang Nederweert 2018 is afgestemd met de gemeenten uit de regio Noord- en Midden-Limburg. In dit besluit is het regionaal afgestemde kader geformaliseerd waarbinnen de centrumgemeente Venlo de bevoegdheid tot het beoordelen en toekennen van maatwerkvoorzieningen voor beschermd wonen en opvang voor deze gemeenten dient uit te voeren;
vast te stellen het Besluit Beschermd wonen en opvangNederweert2018.
Hoofdstuk 1 - Algemene bepalingen
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
beschermd wonen: de maatwerkvoorziening beschermd wonen die kan worden ingezet in twee ondersteuningsvormen:
ondersteuningsvorm ‘beschermd wonen’;
wonen in een accommodatie van een instelling met daarbij behorende toezicht en begeleiding, gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie, het psychisch en psychosociaal functioneren, stabilisatie van een psychiatrisch ziektebeeld, het voorkomen van verwaarlozing of maatschappelijke overlast of het afwenden van gevaar voor de cliënt of anderen, bestemd voor personen met psychische of psychosociale problemen, die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving; en,
Alle begrippen die in dit besluit worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wmo 2015 (in het bijzonder artikel 1.1.1), het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 (in het bijzonder artikel 1.1) en de Verordening (in het bijzonder artikel 1).
wordt een melding voor beschermd wonen en opvang gezien als een aanvraag en organiseert het college in overleg met aanbieders onverwijld de inzet van een tijdelijke (maatwerk-)voorziening voor beschermd wonen en opvang, in afwachting van de uitkomst van het onderzoek en op grond van artikel 2.3.3 Wmo 2015;
Tijdens het keukentafelgesprek worden alle voor het onderzoek van belang zijnde aspecten over onder andere de mogelijkheden, de persoonlijke situatie en leefomgeving van de cliënt, zijn gezin en/of mantelzorger besproken, zoals bedoeld in artikel 2.3.2 lid 4 Wmo 2015, om te komen tot een afweging voor de noodzaak, omvang en duur van de ondersteuning;
De cliënt (en eventuele vertegenwoordiger) wordt geïnformeerd over de toestemmingsverklaring voor het uitwisselen van gegevens en wordt verzocht deze te ondertekenen.
1.3.4Indien blijkt dat nader (medisch) advies nodig is, schakelt het ZVH een adviseur in, nadat de cliënt (en eventuele vertegenwoordiger) is geïnformeerd welk advies aan welke deskundige wordt gevraagd om tot een beoordeling van de ondersteuningsbehoefte te komen.
Indien een aanvraag later dan vier weken nadat het Leefzorgplan bekend is gemaakt, zoals bedoeld in artikel 1.4.1 van dit besluit, ondertekend wordt geretourneerd aan het college, dan is aan het college het recht voorbehouden om, indien het aannemelijk is dat er sprake is of kan zijn van nieuwe feiten en/of gewijzigde omstandigheden, een nieuw onderzoek te laten starten.
Artikel 1.7 Inlichtingenplicht
1.7.1Een cliënt (of zijn vertegenwoordiger) stelt het ZVH uit eigen beweging of na een verzoek van het ZVH, zo spoedig mogelijk op de hoogte van alle feiten en omstandigheden, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing, zoals bedoeld in artikel 2.3.5 of 2.3.6 van de Wmo 2015.
Hoofdstuk 2 Toekenning en afwijzing beschermd wonen
Artikel 2.1 Criteria voor de toekenning van een maatwerkvoorziening beschermd wonen
Artikel 2.2 Overdracht van cliënten tussen verschillende centrumgemeenten
Indien een cliënt of zijn vertegenwoordiger, die een toekenning voor een maatwerkvoorziening heeft, een (voornemen tot) verhuizing naar een andere gemeente mededeelt aan het ZVH, dan neemt het ZVH na overleg met de cliënt of zijn vertegenwoordiger contact op met de gemeente van nieuwe vestiging om een goede overdracht te organiseren.
Indien een cliënt of zijn vertegenwoordiger, die in een andere gemeente een toekenning voor een maatwerkvoorziening heeft ontvangen, een (voornemen tot) verhuizing naar de gemeente Nederweert mededeelt aan het ZVH, dan neemt het ZVH na overleg met de cliënt of zijn vertegenwoordiger contact op met de gemeente van herkomst om een goede overdracht te organiseren.
Artikel 2.3 Maatwerkvoorziening beschermd wonen
De inzet van de maatwerkvoorziening beschermd wonen heeft tot doel het aanleren van vaardigheden die noodzakelijk zijn om op termijn zelfstandig(er) te kunnen wonen en leven. Voor cliënten voor wie dit geen optie is, heeft de maatwerkvoorziening tot doel het zo mogelijk stabiliseren van de cliënt. De ondersteuning richt zich op het realiseren van de doelen en afspraken uit het Leefzorgplan
De maatwerkvoorziening beschermd wonen kan worden ingezet in twee ondersteuningsvormen:
a.ondersteuningsvorm ‘beschermd wonen’:
- er wordt 24 uur per dag toezicht geboden op basis van actieve observatie in de directe omgeving van de cliënt. Dit toezicht heeft als doel dreigende ontsporing in het gedrag of de gezondheidssituatie vroegtijdig de signaleren, waardoor er tijdig ingegrepen kan worden en escalaties voorkomen kunnen worden, en:
- de cliënt woont in een woonvoorziening van de aanbieder. De aanbieder verzorgt tevens de hotelfuncties.
b. ondersteuningsvorm 'beschermd thuis':
- de aanbieder ondersteunt zo nodig de cliënt bij het verkrijgen van een geschikte woonruimte. De cliënt betaalt zijn eigen woongelegenheid en levensonderhoud.
Artikel 2.4 Persoonsgebonden budget
Indien de cliënt de beschikte maatwerkvoorziening wil ontvangen via een persoonsgebonden budget (PGB), dan geldt conform artikel 2.6.3, tweede lid van de Wmo 2015 en artikel 6 van de Verordening als aanvullende voorwaarde dat de cliënt en eventueel zijn vertegenwoordiger een plan moet opstellen. Dit plan dient een motivering te bevatten:
Bij de beoordeling van de kwaliteit van een maatwerkvoorziening in de vorm van een PGB, wordt uitgegaan van minimaal de wettelijke kwaliteitseisen voor de maatwerkvoorzieningen waarvoor het PGB bedoeld is en de handreiking ‘kwaliteitseisen beschermd wonen en opvang’ zoals vastgesteld door de Vereniging Nederlandse Gemeenten.
Artikel 2.6 Verantwoording van het PGB
Indien blijkt dat het PGB geheel of gedeeltelijk onterecht is betaald vanwege een foutieve declaratie dan kan dit, naast wat is bepaald bij artikel 2.4.1 Wmo 2015, indien mogelijk worden verrekend met het beschikbaar gestelde budget, of teruggevorderd bij de cliënt die de declaratie heeft ingediend. Het niet-geaccepteerde deel van de verantwoording wordt verrekend met het beschikbaar gestelde budget waarna de cliënt of zijn vertegenwoordiger binnen acht weken na verantwoording een besluit tot verrekening ontvangt.
Artikel 2.7 Aflopende indicaties en beschikkingen
Indien de cliënt een andere vorm van zorg wenst dan beschermd wonen, draagt het ZVH de cliënt over naar de gemeente waar de cliënt woonachtig is of een naar landelijke voorziening. Indien de cliënt daarmee instemt, draagt het ZVH de reeds bekende informatie over de cliënt over aan de betreffende gemeente of voorziening.
Wanneer een cliënt voor beschermd wonen tijdelijk geen gebruik kan maken van het Beschermd Wonen, omdat andere problematiek (tijdelijk) op de voorgrond staat, kan de cliënt terugkeren naar het Beschermd Wonen, zonder een nieuwe indicatie aan te hoeven vragen bij het ZVH. Deze andere problematiek mag niet langer dan zes weken duren.
Hoofdstuk 4 Onderzoek kwaliteit, meldingsregeling en toezichthouder
Artikel 4.3 Bevoegdheden toezicht houder
Wanneer het gesprek zoals bedoeld in lid 4.3.2 niet leidt tot een oplossing voor alle partijen, dan kan de toezichthouder, met inachtneming van wat er in de met de aanbieders afgesloten contracten is afgesproken, een voorstel doen aan het college om:
a. de betreffende aanbieder tijdelijk uit te sluiten van de overlegtafel;\
b. tijdelijk geen cliënten toe te wijzen aan de betreffende aanbieder;
c. indien er sprake is van ernstige overtredingen een aanwijzing met hersteltermijn te bieden;
d. indien er sprake is van herhaalde en/of grote overtredingen de contracten op te zeggen;
De Wmo 2015 legt de nadruk op de eigen kracht en samenredzaamheid van burgers. Daar waar een burger niet meer in staat is om zelf, met behulp van zijn netwerk of algemene voorzieningen te voorzien in zijn zelfredzaamheid en participatie, kan hij een beroep doen op een maatwerkvoorziening. Hierbij wordt eerst gekeken naar de mogelijkheden van de cliënt, de mogelijkheden van gebruikelijke hulp, het netwerk rondom de cliënt, de beschikbaarheid van voorliggende voorzieningen, voorzieningen in de buurt of algemene voorzieningen zoals beschikbaar gesteld door het college.
Het antwoord op de vraag wie in aanmerking komt voor een maatwerkvoorziening is afhankelijk van de persoonlijke situatie. Zodoende, zowel bij opvang als ook bij beschermd wonen gaat het om voorzieningen voor mensen die als gevolg van ernstige en complexe problemen een sterk verminderde zelfredzaamheid hebben. In dit besluit wordt helder uiteengezet hoe men in aanmerking komt voor een maatwerkvoorziening beschermd wonen en opvang en wie ervoor in aanmerking komt.
Het Zorg- en Veiligheidshuis Limburg-Noord vormt de toegang tot de maatwerkvoorzieningen beschermd wonen en opvang. Het ZVH is onderdeel van de gemeente Venlo. De gemeente Venlo wordt door het college van Nederweert via een apart besluit gemandateerd voor de uitvoering van de taken en bevoegdheden die samenhangen met beschermd wonen en opvang. Dit besluit wordt vastgesteld door de colleges van de gemeente Beesel, Bergen, Echt-Susteren, Horst aan de Maas, Leudal, Maasgouw, Nederweert, Peel en Maas, Roerdalen, Roermond, Venlo, Venray en Weert en treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2018.
Beschermd wonen is een maatwerkvoorziening voor mensen die als gevolg van een ernstige psychische of psychiatrische aandoening niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving. Beschermd wonen is voor mensen die als gevolg van deze aandoening 24-uurs toezicht en begeleiding nodig hebben. De ondersteuning is gericht op het leren functioneren met deze (blijvende) beperking, met als doelstelling om zo veel mogelijk zelfredzaamheid en participatie in de maatschappij te bereiken. Bij beschermd wonen staat hulp op maat centraal.
Alhoewel de Wmo 2015 geen grondslagen kent voor de ondersteuningsbehoefte, wordt hiervoor bij beschermd wonen een uitzondering gemaakt. Mensen die als gevolg van een ernstige psychische aandoening zodanig beperkt zijn in hun zelfredzaamheid dat ze niet zonder 24-uurstoezicht of begeleiding kunnen, vormen een bijzonder kwetsbare groep. Hoewel de ondersteuning uiteraard zo veel mogelijk gericht is op het verbeteren van zelfredzaamheid en participatie, is een beschermde omgeving waarin zij zich veilig kunnen voelen en hen gespecialiseerde ondersteuning geboden kan worden onontbeerlijk voor hun functioneren en herstel. Beschermd wonen is dan ook niet bedoeld voor mensen met psychosociale problemen, die met eigen inzet oplosbaar zijn, of voor mensen die in de eerste plaats een woonprobleem hebben. Daarbij is de beschermde component niet in lijn met de ondersteuningsbehoefte. Bovendien is beschermd wonen een zeer kostbare ondersteuningsvorm en is voor oplosbare psychosociale problemen een tijdelijke maatwerkvoorziening zoals opvang of begeleiding in vele gevallen toereikend.
Dit besluit maakt gebruik van de termen psychisch en psychosociaal. Aangezien deze termen niet in bovenliggende wetgeving zijn gedefinieerd vult dit besluit de termen in. Waar in dit besluit ‘psychisch’ als term wordt gebruikt gaat het om een aandoening van geestelijke aard die aanwijsbaar is in DSM-5. De term psychosociaal is complexer van aard. Het gaat daarbij om sociale en/of emotionele problemen die de leefsituatie aantoonbaar ernstig ontwrichten, bijvoorbeeld een combinatie van schulden, middelengebruik en overlast gevend gedrag, of ernstige relatie- en opvoedingsproblemen in combinatie met economische onzelfstandigheid. Psychosociale problemen hebben een psychische component, bijvoorbeeld ernstige stress, angst, of agressieregulatieproblemen. Deze problemen, alhoewel niet definieerbaar als een ernstige psychische aandoening op grond van DSM 5, kunnen wel reden zijn dat een maatwerkvoorziening nodig is waarbij de regie tijdelijk geheel of grotendeels moet worden overgenomen.
Vanaf 2018 wordt er onderscheid gemaakt tussen de ondersteuningsvorm ‘beschermd wonen’ en de ondersteuningsvorm ‘beschermd thuis’. In de Verordening wordt het verschil tussen beide vormen nader uitgewerkt en voor de leesbaarheid ook opgenomen in artikel 2.3 van dit besluit.
Burgers hebben keuze uit een breed zorg-in-natura aanbod voor beschermd wonen dat wordt aangeboden door zo’n 22 aanbieders2 in de regio Noord- en Midden-Limburg. Indien het zorg-in-natura aanbod niet volstaat kan de burger (of zijn vertegenwoordiger) er – voor kiezen zorg in te kopen via een PGB. In dat geval wordt van de burger (of zijn vertegenwoordiger) verwacht dat hij/zij in een plan beschrijft hoe hij/zij het PGB budget gaat besteden. Het budget mag alleen worden besteed aan de maatwerkvoorziening en het beoogde resultaat waarvoor deze wordt toegekend. Het (budget)beheer van het PGB mag in geen geval worden uitgevoerd door dezelfde partij als die ondersteuning biedt, dit om belangenverstrengeling te voorkomen. Binnen het PGB beschermd wonen bestaat de mogelijkheid om in uitzonderlijke gevallen, naast de reguliere ondersteuningsvormen beschermd wonen en beschermd thuis, een toeslag intensieve ondersteuning toe te kennen. Hiervoor komt een burger alleen in aanmerking indien hij/zij aantoonbaar maakt dat hij/zij aanvullende inzet van zorg en ondersteuning nodig heeft, indien;
er sprake is van dermate complexe psychiatrische problematiek, in combinatie met ernstige gedragsproblematiek, waardoor er aanvullende inzet van begeleiding nodig is bovenop de ondersteuningsvorm beschermd wonen. De psychiatrische problematiek is actief van aard (de psychopathologie is floride en/of psychische instabiliteit dreigt door actief middelengebruik).
Indien er sprake is van beide bovenstaande situaties wordt de toeslag eenmaal toegekend. Indien uit het onderzoek naar voren komt dat de burger behoefte heeft een geregisseerde dagbesteding, kan een toeslag dagbesteding toegekend worden aanvullend op de ondersteuningsvorm beschermd wonen en ondersteuningsvorm beschermd thuis.
Opvang is altijd gericht op een tijdelijk verblijf, met als doelstelling om iemand weer in staat te stellen zich zelfstandig of met lichte ondersteuning te redden in de samenleving. Of, als er sprake is van een ernstige beperking, toe te leiden naar langdurige zorg met verblijf. De algemene principes van de Wmo, zoals gebruik maken van eigen kracht, het sociale netwerk, rekening houden met voorzienbare omstandigheden e.d. zijn ook hier van toepassing. Als iemand bijvoorbeeld zijn woning verloren heeft, maar bij familie of vrienden kan overnachten, is opvang niet nodig.
Binnen de opvang onderscheiden we algemene en maatwerkvoorzieningen. De hoogte van de eigen bijdragen zijn vastgelegd in de Verordening.