Organisatie | Waterland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de weekmarkt in de kern Monnickendam |
Citeertitel | Weekmarktverordening kern Monnickendam 1992 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de weekmarktverordening van 4 april 1985.
Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-05-1993 | 15-06-2012 | Nieuwe regeling | 18-01-1996 Ons Streekblad, 19-05-1993 | Onbekend |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In de verordening wordt verstaan onder:
markt : de warenmarkt in Monnickendam welke krachtens besluit van de raad op de daartoe aangewezen plaats en dag wordt gehouden;
marktterrein : de gehele oppervlakte openbare of voor het publiek toegankelijke grond, welke bij besluit van burgemeester en wethouders voor het uitoefenen van de markthandel is aangewezen;
standplaats : de op en voor de duur van een markt door of namens burgemeester en wethouders aangewezen ruimte voor het uitoefenen van de markthandel;
vaste plaats : een standplaats die tot wederopzegging beschikbaar wordt gesteld aan de vergunninghouder;
dagplaats : een standplaats die per marktdag beschikbaar wordt gesteld aan de vergunninghouder;
standwerkersplaats : een standplaats bestemd voor het uitoefenen van de markthandel op een wijze als bij standwerken gebruikelijk is;
standplaatshouder : ieder aan wie door burgemeester en wethouders een vergunning is afgegeven om gedurende de markt een standplaats in te nemen;
marktmeester : de als zodanig door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaar;
Overal waar in deze verordening sprake is van hij, hem enz. kan ook gelezen worden zij, haar enz.
Een ieder, die een vaste standplaats op de markt wenst te krijgen, dient zich te laten inschrijven in een door burgemeester en wethouders bij te houden register. Bij inschrijving op deze lijst worden naast de datum van inschrijving, de artikelen of groepen van artikelen vermeld, die door de gegadigde krachtens vergunning van burgemeester en wethouders mogen worden verhandeld.
Om voor een dagplaats in aanmerking te komen, dient aanvrager op de in artikel 7, lid 1, bedoelde lijst te zijn ingeschreven. De verlening van vergunningen voor dagplaatsen geschiedt in volgorde van de datum van inschrijving op de lijst als bedoeld in artikel 7, lid 1.
De inschrijving op de in artikel 7, lid 1, bedoelde lijst van gegadigden voor een dagplaats wordt doorgehaald:
Een ieder die een standplaats op een markt inneemt of wenst in te nemen, dient zich tegenover de marktmeester te kunnen legitimeren door middel van een door een officiële instantie afgegeven, van een goedgelijkende foto voorzien, identiteitsbewijs. Hij moet dit legitimatiebewijs op eerste aanvraag van de marktmeester tonen.
Elke standplaats moet persoonlijk door de standplaatshouder worden ingenomen. Hij mag de standplaats derhalve niet aan een ander in gebruik geven. Burgemeester en wethouders kunnen hiervan ontheffing verlenen. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen ten aanzien van het innemen van de standplaats, waartoe aan een rechtspersoon vergunning is verleend.
Burgemeester en wethouders kunnen, indien één maand na het overlijden van de rechthebbende een daartoe strekkend verzoek is gedaan, toestaan, dat de opengevallen standplaats wordt ingenomen door een lid van het gezin of ander samenlevingsverband waarvan de overledene kostwinner was, één en ander met inachtneming van het bepaalde in artikel 7, derde lid.
Tot de loting voor een vergunning voor een standwerkersplaats kunnen slechts worden toegelaten marktkooplieden die voldoen aan de in artikel 7, lid 3, gestelde eisen, met dien verstande, dat allereerst tot de loting worden toegelaten:
andere kooplieden die door het Centraal Registratiekantoor Detailhandel-Ambacht als standwerker geregistreerd zijn, of in het bezit zijn van een geldig voorlopig standwerkersbewijs en ten aanzien van wie niet gebleken is dat zij op een standwerkersplaats niet daadwerkelijk actief zijn als standwerker.
Standwerkers die gezamenlijk willen optreden, kunnen slechts gezamenlijk voor een vergunning voor een standwerkersplaats loten en gezamenlijk slechts één soort artikel op de voor standwerkers geboden wijze ten verkoop aanbieden.
De betrokkenen dienen zulks vóór de loting aan burgemeester en wethouders kenbaar te maken met vermelding van het te verhandelen artikel.
Het is verboden eerder dan één uur vóór de aanvang van de markt goederen of waren ter markt aan te voeren. De aanvoer moet zijn beëindigd op het aanvangsuur van de markt behoudens bijzondere omstandigheden, zulks ter beoordeling van burgemeester en wethouders en behoudens ter aanvulling van de voorraad na het aanvangsuur.
De standplaatshouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen, van deze bepaling ontheffing verlenen, onder nader te stellen voorschriften.
De standplaatshouder, aan wie het is toegestaan eet- en drinkwaren te verkopen, welke niet zijn voorzien van een gesloten omhulling en die evenmin plegen te worden geschild of gewassen danwel een warmtebehandeling plegen te ondergaan alvorens te worden geconsumeerd, is verplicht deze te plaatsen op zodanige wijze, dat zij voor het publiek niet bereikbaar zijn.
Hoofdstuk V Straf- en Slotbepalingen
Degene die in strijd handelt met het bij of krachtens deze verordening bepaalde of zich aan wangedrag of bedrog op de markt schuldig maakt, de marktmeester in de uitvoering van zijn taak belemmert, dan wel direct of indirect de orde op de markt verstoort of in gevaar brengt, kan onverminderd het bepaalde in de artikelen 12 en 28, door burgemeester en wethouders gelast worden zich met zijn goederen of waren ogenblikkelijk van de markt te verwijderen, aan welke last onmiddellijk gevolg dient te worden gegeven.
Overtreding van de bij of krachtens deze verordening gestelde verboden wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste twee maanden.
In die gevallen waarin deze verordening niet voorziet, voorzien burgemeester en wethouders.