Organisatie | Bergen (L) |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening jeugdhulp gemeente Bergen (L) 2019 |
Citeertitel | Verordening jeugdhulp gemeente Bergen (L) 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening jeugdhulp gemeente Bergen (L) 2018
artikel 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1, derde lid van de Jeugdwet
Nadere regels jeugdhulp
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2019 | nieuwe regeling | 18-12-2018 Gemeenteblad, 539, 24-12-2018 | Geen |
De raad van de gemeente Bergen,
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 november 2018;
gelet op de artikelen 2.9, 2.10 en 2.12 en 8.1.1, derde lid van de Jeugdwet;
gezien het advies van de commissie Samenleving van 27 november 2018;
de waarborging van een goede verhouding tussen de prijs voor de levering van jeugdhulp of de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering en de eisen die worden gesteld aan de kwaliteit daarvan;
overwegende dat het voorts wenselijk is te bepalen onder welke voorwaarden degene aan wie een persoonsgebonden budget wordt verstrekt, de jeugdhulp kan betrekken van een persoon die behoort tot diens sociale netwerk;
vast te stellen de Verordening jeugdhulp gemeente Bergen (L) 2019.
HOOFDSTUK 2: Vormen van voorzieningen ten behoeve van jeugdhulp
HOOFDSTUK 3: Toegang tot jeugdhulp niet via de gemeente
Artikel 4. Toegang tot jeugdhulp niet via de gemeente
Het college draagt zorg voor de inzet van jeugdhulp na een verwijzing door de huisarts, medisch specialist en jeugdarts naar een jeugdhulpaanbieder, als en voor zover genoemde jeugdhulpaanbieder van oordeel is dat inzet van jeugdhulp nodig is. Het college legt de te verlenen maatwerkvoorziening vast in een beschikking.
Het college draagt zorg voor de inzet van jeugdhulp die de gecertificeerde instelling nodig acht ter uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel, of die de rechter, het openbaar ministerie, de directeur of de selectiefunctionaris van de justitiële jeugdinrichting of de gecertificeerde instelling nodig achten ter uitvoering van de jeugdreclassering. Het college legt de bepaling jeugdhulp vast in een brief of in een beschikking ingeval van een pgb.
HOOFDSTUK 4: Toegang tot jeugdhulp via de gemeente
Het college verzamelt alle voor het onderzoek, van belang zijnde en toegankelijke gegevens over de jeugdige en zijn situatie. Het college brengt de jeugdige en zijn ouders op de hoogte van de mogelijkheid om binnen een redelijke termijn een gezinsleefplan op te stellen. Als de jeugdige en zijn ouders daarom verzoeken, draagt het college zorg voor ondersteuning bij het opstellen van gezinsleefplan.
Heeft de aanvraag betrekking op een minderjarige die de leeftijd van 12 maar nog niet die van 16 jaren heeft bereikt, dan behoeft de aanvraag de instemming van zowel de minderjarige als de wettelijk vertegenwoordiger, mits de minderjarige in staat is tot een redelijke waardering van zijn belangen terzake. Weigert de wettelijke vertegenwoordiger in te stemmen met de aanvraag, dan zal het college de aanvraag toch in behandeling nemen als de jeugdhulp voor de minderjarige kennelijk nodig is teneinde ernstig nadeel voor de minderjarige te voorkomen, alsmede indien de minderjarige ook na de weigering van de toestemming de jeugdhulp weloverwogen blijft wensen.
HOOFDSTUK 5: Maatwerkvoorziening
Artikel 11. Criteria maatwerkvoorzieningen
Artikel 12. Aanvullende criteria voor persoonsgebonden budget
Artikel 13. Onderscheid formele en informele hulp
Van formele hulp is sprake als de hulp verleend wordt door onderstaande personen, met uitzondering van bloed- of aanverwanten in de 1e of 2e graad van de budgethouder:
personen die werkzaam zijn bij een instelling die ten aanzien van de voor het pgb uit te voeren taken/werkzaamheden ingeschreven staat in het Handelsregister (conform artikel 5 Handelsregisterwet 2007), en die beschikken over de relevante diploma’s die nodig zijn voor uitoefening van de desbetreffende taken, of;
personen die aangemerkt zijn als Zelfstandige zonder personeel. Daarnaast moeten ze ten aanzien van de voor het pgb uit te voeren taken/werkzaamheden ingeschreven staan in het Handelsregister (conform artikel 5 Handelsregisterwet 2007) en beschikken over de relevante diploma’s die nodig zijn voor uitoefening van de desbetreffende taken, of;
De hoogte van het pgb voor formele hulp niet in dienst van een instelling bedraagt 75% van het tarief voor gecontracteerde jeugdhulp in natura, tenzij op basis van het door de jeugdige en/of zijn ouders ingediende budgetplan passende en toereikende jeugdhulp voor een lager tarief kan worden ingekocht.
HOOFDSTUK 6: Gegevensverwerking
Artikel 16. Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering
Degene aan wie krachtens deze verordening een maatwerkvoorziening is verstrekt, is verplicht op verzoek of onverwijld uit eigen beweging aan het college mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hun redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing aangaande een maatwerkvoorziening.
Als het college een beslissing op grond van het tweede lid, onder a, heeft herzien of ingetrokken kan het college van degene die onjuiste of onvolledige informatie heeft verschaft de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten maatwerkvoorziening of het ten onrechte genoten persoonsgebonden budget.
HOOFDSTUK 8: Vertrouwenspersoon, klachtregeling, medezeggenschap, inspraak en bestrijding oneigenlijk gebruik, misbruik en niet-gebruik
Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht inzake de behandeling van klachten over gedragingen van de overheid ziet college erop toe dat bij alle jeugdhulpaanbieders die worden ingezet en waarvoor zij verantwoordelijk is een klachtenregeling geldt voor de afhandeling van klachten van jeugdigen en ouders die betrekking hebben op de wijze van afhandeling van meldingen en aanvragen als bedoeld in deze verordening.
Artikel 20. Betrekken van ingezetenen bij het beleid
Het college stelt de jeugdige en zijn ouders en vertegenwoordigers van cliëntgroepen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende jeugdhulp te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende jeugdhulp, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.