Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Veiligheidsregio Utrecht

Ziekteverzuimprotocol

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVeiligheidsregio Utrecht
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingZiekteverzuimprotocol
CiteertitelZiekteverzuimprotocol
Vastgesteld doorgemandateerde functionaris
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De bekendmaking van deze regeling is niet te achterhalen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-04-2015nieuwe regeling

08-04-2015

Onbekend

.

Tekst van de regeling

Intitulé

Ziekteverzuimprotocol

 

 

Ziekteverzuimprotocol Veiligheidsregio Utrecht

 

1 Inleiding

 

Wet Verbetering Poortwachter

Vanuit de Wet Verbetering Poortwachter is re-integratie van de medewerker aan regels en voorschriften gebonden. De Wet Verbetering Poortwachter is de leidraad waarvandaan gewerkt wordt. In de bijlage staat een toelichting op deze wet en de belangrijke momenten vermeld en wie eindverantwoordelijk is. Uiteraard blijven medewerker en leidinggevende gedurende het hele traject beiden verantwoordelijk voor de reïntegratie en de acties die voortkomen vanuit de Wet Poortwachter.

 

1.1 Doorgeven van de verzuimmelding

De medewerker die door ziekte of ongeval niet in staat is om te werken, geeft de verzuimmelding altijd telefonisch door bij de direct leidinggevende.

 

Het tijdstip van het doorgeven van de verzuimmelding is uiterlijk om 09.00 uur 's morgens.

 

Ziekmelden warme functie:

Binnen de diverse districten met warme functies gelden andere rooster- en starttijden.

Voor medewerkers met een repressieve functie geldt dat er nog meeraandacht is voor het tijdig melden voor vervanging te kunnen zorgen in deploeg. Ook hier is van toepassing dat de medewerker de melding telefonischdoorgeeft aan zowel de eigen of plaatsvervangend leidinggevende. Als erafspraken gemaakt zijn over het informeren van ondersteunende afdelingendan moeten deze opgevolgd te worden.

 

Bij het doorgeven van de verzuimmelding kunnen de volgende aspecten aan bod komen:

  • -

    Wat is er aan de hand? Wat is er gebeurd? (medewerker hoeft hier medisch inhoudelijk geen info over te verstrekken aan de werkgever, echter wel desgevraagd aan de bedrijfsarts.)

  • -

    Wat zijn je beperkingen om te werken? Wat kun je nog wel doen?

  • -

    Wat heb je zelf gedaan om de klachten te verminderen? Heb je medische hulp ingeschakeld?

  • -

    Wat is het telefoonnummer en verblijfadres waar je te bereiken bent?

  • -

    Wat is de vermoedelijke duur van het verzuim?

  • -

    Wat zijn lopende zaken en afspraken; wat moeten we regelen/overnemen?

  • -

    Wat kunnen wij verder doen om de arbeidsongeschiktheid te beperken en welke eventuele re-integratie activiteiten zijn er nodig?

  • -

    Houdt het verzuim verband met een dienstongeval? (volg de leidraad OSIO-melding op het intranet)

  • -

    Is het verzuim veroorzaakt door een ongeval? Is dit veroorzaakt door derden?

  • -

    Is er sprake geweest van agressie en in hoeverre beïnvloedt dit de verzuimmelding?

     

Verpleegadres

Tijdens ziekte dient de medewerker op het (verpleeg)adres aanwezig te zijn zodat hij/zij bereikbaar is voor de werkgever en mogelijk de bedrijfsarts.

 

Als er sprake is van een ander verpleegadres dan het huisadres wordt dit aangegeven door de leidinggevende bij P&O, die registreert dit en draagt er zorg voor dat dit doorgegeven wordt aan de Arbodienst zodat uitnodigingen voor het spreekuur op het juiste adres terecht komen.

 

Vakantie

Is de medewerker tijdens de vakantie ziek geworden dan moet een verklaring van een arts worden overlegd om de verlofdagen terug te krijgen. De verklaring dient in het Nederlands of Engels opgesteld te zijn.

 

Arbeid

Een zieke medewerker mag geen andere arbeid verrichten in welke zin ook. Ook niet als de medewerker zelfstandige is. Het toch verrichten van arbeid bij derden of voor zichzelf zonder toestemming van zowel de Arbodienst als de directeur van het betreffende directie van de VRU kan leiden tot een loonsanctie zoals bepaald in de CAR-UWO, artikel 7:13:2

 

Rollen en verantwoordelijkheden

Voor zowel de leidinggevende, de medewerker en de bedrijfsarts wordt vanuit zowel de Wetgeving als wel de voorschriften in de CAR UWO het een en ander verwacht. Hieronder de rollen uitgewerkt.

 

Medewerker

De re-integrerende medewerker moet zich aan een aantal verplichtingen houden. Deze zijn er op gericht om verzuim te voorkomen. Als dat verzuim zich toch voordoet, is het belangrijk zo goed mogelijk te werken aan herstel om zo snel mogelijk weer aan het werk te gaan.

 

1.2 De re-integratieverplichtingen van de medewerker op een

rijtje:

  • -

    De medewerker reageert positief op het aanbod om het eigen werk te hervatten onder gewijzigde omstandigheden.

  • -

    De medewerker reageert positief op mogelijkheden tot herplaatsing in een andere functie binnen de eigen organisatie als terugkeer op de eigen werkplek niet mogelijk is.

  • -

    De medewerker staat positief tegenover re-integratie 2e spoor indien dit van toepassing is op zijn/haar situatie.

  • -

    De medewerker moet meewerken aan redelijke voorschriften van de leidinggevende of deskundigen die hem/haar begeleiden.

  • -

    De medewerker is verplicht om op het spreekuur te verschijnen als hij is opgeroepen, ook als hij/zij weer werkt.

  • -

    De medewerker is verplicht om op het werk te verschijnen voor een gesprek met de leidinggevende, indien de gezondheid dit toelaat.

  • -

    De medewerker is verplicht mee te werken aan redelijke maatregelen gericht op vergroting van zijn/haar bekwaamheden zoals training en scholing.

  • -

    De medewerker is verplicht mee te werken aan zijn/haar genezing en deze niet belemmeren of vertragen.

  • -

    De medewerker is verplicht mee te werken aan het opstellen van het plan van aanpak en het uitvoeren van het overeengekomen plan en aan de in de CAR overeengekomen maatregelen ter bevordering van herstel of re-integratie

  • -

    De medewerker is verplicht om tijdig en juist (telefonisch) ziek- en herstelmeldingen door te geven.

  • -

    Indien de medewerker zich niet houdt aan bovenstaande voorschriften dan is het sanctiebeleid uit de CAR-UWO op hem/haar van toepassing. De aanspraken bij ongeschiktheid en de verplichtingen I sancties die hierbij horen zijn terug te vinden in Artikel 7 van de CARUWO.

     

Overige verplichtingen voor de medewerker

  • -

    De medewerker dient tijdens het ziekteverzuim bereikbaar te zijn voor de leidinggevende, en de bedrijfsarts. Uiteraard voor zover de gezondheidstoestand dit toelaat.

  • -

    De zieke medewerker moet informatie verstrekken over het verloop van de ziekte. Hij/zij hoeft geen medische informatie te verstrekken aan de leidinggevende. Wél aan de bedrijfsarts.

  • -

    Deze verstrekking van informatie kan op eigen initiatief zijn dan wel naar aanleiding van de vraag van de leidinggevende en/of Arbodienst/bedrijfsarts.

    De zieke medewerker is gehouden gevolg te geven aan een oproep van de Arbodienst/ bedrijfsarts en staat medisch onderzoek toe om de aard van arbeidsongeschiktheid te kunnen vaststellen.

  • -

    De zieke medewerker verleent medewerking aan de begeleiding en behandeling om herstel te bevorderen.

  • -

    Er dient altijd gehoor gegeven te worden aan de oproep van de Arbodienst. Indien de zieke medewerker niet in staat is om naar de arbodienst te reizen zal in overleg met de leidinggevende besloten worden hoe er met deze situatie wordt omgegaan. Indien de medewerker meerdere keren niet verschijnt op het spreekuur van de arbodienst dan kan de VRU besluiten de gemaakte kosten hiervoor op de medewerker te verhalen. Daarnaast kan het niet meewerken aan herstel disciplinaire gevolgen hebben voor de aanstelling van de medewerker.

  • -

    De medewerker is vanuit de Wet Verbetering Poortwacht verantwoordelijk om zelf de WIA aanvraag in te dienen bij het UWV in het geval dat hij/zij na 104 weken nog steeds ziek is. De VRU signaleert en ondersteunt de medewerker hierbij actief als de medewerker dit wil.

     

1.3 De rol van de leidinggevende

  • -

    De leidinggevende is de casemanager namens de VRU. Dat wil zeggen dat hij/zij verantwoordelijk is voor het juist en tijdig uitvoeren van de verzuimbegeleiding en alle gevraagde acties die conform de Wet Verbetering Poortwachter voortkomen uit een ziekmelding. De leidinggevende wordt hierbij ondersteund door de verzuimcoach en arbodienst.

  • -

    Leidinggevende geeft de ziek- en (gedeeltelijke) hersteld meldingen tijdig door in de Verzuimmanager.

  • -

    De leidinggevende begeleidt het reïntegratie traject, neemt initiatief tot vervolgacties en vervolggesprekken met medewerker, onderzoekt zo nodig de mogelijkheden voor reïntegratie in aangepaste taken (in de eigen dan wel een andere functie), onderneemt de nodige acties om dit realiseren en maakt concrete afspraken met medewerker m.b.t. uren (verdeeld over dagen in de week), taken en zo nodig (aanpassing van) de werkplek. Voor de begeleiding van het traject wordt en laat de leidinggevende zich adviseren door de verzuimcoach en arbodienst.

  • -

    De leidinggevende heeft de verplichting een zorgvuldig herplaatsingsonderzoek uit te voeren indien blijkt dat medewerker op medische gronden niet kan terugkeren in de eigen functie. In dit kader doet leidinggevende onderzoek naar reïntegratie- en/of herplaatsingsmogelijkheden binnen de eigen organisatie (eerste spoor) en/of buiten de organisatie (tweede spoor). Zo nodig laat hij'/zij zich hierbij actief adviseren door de verzuimcoach en/of personeelsadviseur.

     

1.4 De rol van de bedrijfsarts

De bedrijfsarts komt in beeld als de leidinggevende I verzuimcoach en/of de medewerker dit noodzakelijk acht. Maar in ieder geval binnen 6 weken na de datum van ziekmelding. Dit in verband met de naleving van de Wet Verbetering Poortwachter.

 

Na elk contact met de medewerker informeert de bedrijfsarts de leidinggevende en de medewerker over mogelijkheden van de medewerker en verwachtingen ten aanzien van terugkeer. De rapportage die wordt verzonden wordt eerst op het spreekuur met de medewerker besproken, pas als deze toestemming heeft gegeven voor verzending gaat deze naar de leidinggevende en P&O.

 

De bedrijfsarts is verantwoordelijk voor de medische beoordeling van de mate van arbeidsgeschiktheid van de medewerker. Daarnaast geeft de bedrijfsarts een oordeel en advies over re-integratiemogelijkheden (na 6 weken stelt hij de probleemanalyse en het advies vast) en informeert de bedrijfsarts de zieke medewerker over zijn/haar rechten en plichten. Tevens levert de bedrijfsarts een bijdrage aan het re-integratieverslag (bij aanvraag WIA-uitkering).

 

De medewerker mag een second opinion aanvragen bij het UWV als hij/zij het niet eens is met het oordeel van de bedrijfsarts.

 

De medische informatie die de medewerker aan de bedrijfsarts verstrekt valt onder het beroepsgeheim van de bedrijfsarts. De bedrijfsarts koppelt alleen datgene terug aan de leidinggevende waar de medewerker toestemming voor heeft gegeven.

 

De medewerker heeft recht op een arbeidsomstandigheden spreekuur. Dit spreekuur is anoniem en wordt niet bekend gemaakt bij de werkgever. Ook een terugkoppeling aan de leidinggevende wordt niet gedaan als de medewerker hier bezwaar tegen heeft.

 

1.5 Vakantie en verlof

De medewerker bouwt verlof op conform de daarvoor geldende regels in de CAR-UWO en voor zover van toepassing de UVRU. Deze regelgeving is aan verandering onderhevig.

 

1.6 Loondoorbetaling bij ziekte

De medewerker krijgt conform bepalingen uit de CAR-UWO zijn/haar bezoldiging bij ziekte.

 

1.7 Frequent verzuim

Een frequent ziekteverzuimgesprek is een gebruikelijk en algemeen geaccepteerd middel om (nieuw) ziekteverzuim te voorkomen, verzuimkosten te verlagen en extra belasting van collega 's te beperken. Hierbij zijn zowel werkgever als werknemer gebaat.

 

Veelvuldig (vanaf de 3e ziekmelding in 12 maanden tijd) kortdurend verzuim kan mogelijk leiden tot langdurige uitval.

 

Doel van het gesprek is inzicht te krijgen in de oorzaken van het ziekteverzuim en met name de oorzaken die mogelijk in het werk gelegen zijn en vooral ook gezamenlijk naar oplossingen/aanpassingen te zoeken voor eventuele knelpunten.

Vanzelfsprekend volgt de leidinggevende hier de geldende wet- en regelgeving ten aanzien van privacy en is medewerker niet verplicht medische informatie met de leidinggevende te delen. Het gesprek gaat dan ook niet over de medische kant van de ziektemeldingen.

 

In het (frequent) verzuimgesprek komt het volgende aan de orde:

  • -

    Wat is de reden/wat zijn de oorzaken van het frequente verzuim?

  • -

    Wat kan de leidinggevende voor de medewerker doen?

  • -

    Welke ondersteuning kan geboden worden vanuit het bedrijfszorgpakket?

  • -

    Wat kan de medewerker zelf doen? Wat heeft de medewerker zelf al gedaan?

  • -

    Er wordt een nieuwe afspraak ingepland om het verzuimverloop te evalueren.

     

Van dit gesprek wordt een kort verslag gemaakt, ondertekend door de leidinggevende en de medewerker. Het verslag wordt in het personeelsdossier opgeborgen en een kopie wordt verzonden naar de verzuimcoach. Indien dit nodig is, kan de leidinggevende de medewerker doorverwijzen naar de bedrijfsarts. Daarnaast kan de leidinggevende in overleg met de verzuimcoach bepalen of er mogelijk preventieve trajecten op te starten zijn vanuit het IZA bedrijfszorgplan.

 

2 Preventie

De medewerker heeft zelf een grote rol in het voorkomen van verzuim. Hiervoor zijn er binnen de VRU veel faciliteiten beschikbaar. Deze zijn voor een groot deel opgenomen in het bedrijfszorgpakket. Denk bijvoorbeeld aan fysiotherapie, gesprekken met bedrijfsmaatschappelijk werk of psycholoog, wachtlijstbemiddeling, mediation. Wil je meer informatie over het bedrijfszorgpakket dan kun je een informatiefolder hiervan opvragen bij de personeelsadministratie (verzuim(5)vru,nl) of bij de verzuimcoach.

 

Indien de medewerker in het kader van preventie een gesprek met de bedrijfsarts wil dan kan hij/zij deze altijd aanvragen. Dit kan via verzuim@vru,nl.

 

3 Hersteld melding

Wanneer de medewerker na overleg met de leidinggevende of eventueel na overleg met de bedrijfsarts, weer in staat is om te werken, dient hij/zij zichzelf direct beschikbaar te stellen voor werk. De medewerker bespreekt de datum van de gehele of gedeeltelijke werkhervatting met zijn/haar leidinggevende. De leidinggevende geeft de gedeeltelijke of gehele hersteldatum per e-mail door aan de afdeling P&O via het e-mailadres verzuim@vru.nl .

 

Wanneer de medewerker niet in staat is het werk te hervatten op de afgesproken datum, dan bespreekt hij/zij dit direct met de leidinggevende. De leidinggevende neemt dan wederom het besluit om hier mee in te stemmen. De leidinggevende noteert de afspraken hieromtrent op het verzuimformulier. Houdt de medewerker zich niet aan de re-integratie activiteiten, zoals terugkeer naar werk, dan kan worden besloten om de loondoorbetaling te blokkeren. Het niet naleven van de regels kan aangemerkt worden als plichtsverzuim.

 

Bijlage: schema Wet Verbetering Poortwachter

 

Aldus vastgesteld door de algemeen directeur,

Utrecht, d.d. 8 april 2015

Dr. P.L.J. Bos

 

BIJLAGE

Wet Verbetering Poortwachter (WVP)

Het doel van de Wet Verbetering Poortwachter is om het ziekteverzuim te beperken en de kansen op re-integratie van zieke medewerkers te verbeteren en daarmee te voorkomen dat medewerkers instromen in de (uitkeringen van de) WIA.

Dit wordt bereikt door de verantwoordelijkheid bij zowel de leidinggevende (integraal manager) als de medewerker te leggen. Beiden moeten actief werken aan de re-integratie. Gebeurt dit niet of onvoldoende dan zijn er financiële consequenties aan verbonden.

 

Wanneer

Actie

Door wie

1ste ziektedag

Verzuimmelding

Verzuimmeldingsformulier versturen naar P&O

Medewerker

leidinggevende

voor 6de week

probleemanalyse + advies

werkhervatting + herstel

bedrijfsarts

continu

Overleg over re-integratie en vervolgactiviteiten

Leidinggevende + medewerker + evt. (arbodienst / bedrijfsarts)

voor 13e week

Plan van aanpak: doelen + activiteiten

leidinggevende + medewerker

vanaf 42ste week

melding aan UWV

leidinggevende

1 jaar

Eerstejaarsevaluatie (eventueel aanvragen deskundigenoordeel bij UWV)

leidinggevende + medewerker

continu

uitvoeren Plan van aanpak en bijhouden re-integratiedossier, eventueel bijstellen Plan van aanpak.

Logboek bijhouden

Evt. herplaatsingsactiviteiten Spoor 1/2

Leidinggevende, medewerker, arbodienst/bedrijfsarts

Vanaf 87ste tot 91ste week (vlak voor 2de jaar)

UWV stuurt signalering van de in te sturen WIA aanvraag naar werknemer en VRU. VRU maakt met de medewerker een afspraak om de WIA-uitkering aan te vragen bij UWV + re-integratieverslag samenstellen. (Indien de medewerker dit wil.)

Daarna beoordeling re-integratieverslag door UWV.

Medewerker en Leidinggevende

2 jaar

WIA-uitkering: aanvang arbeidsongeschiktheid / ontslag / herplaatsing spoort ½

De medewerker is verantwoordelijk voor de aanvraag.