Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Midden-Drenthe

Verordening van de raad van de gemeente Midden-Drenthe houdende bepalingen over geldelijke voorzieningen voor commissieleden en fractievergoedingen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMidden-Drenthe
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de raad van de gemeente Midden-Drenthe houdende bepalingen over geldelijke voorzieningen voor commissieleden en fractievergoedingen
CiteertitelVerordening geldelijke voorzieningen voor commissieleden en fractievergoedingen Midden-Drenthe 2018
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikelen 33, 82, 83, 84, 96, 97 en 149 van de Gemeentewet
  2. artikelen 14 en 15 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2019intrekking van hoofdstuk 1 door Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Gemeente Midden-Drenthe 2019 per 1 januari 2019

28-05-2019

Gemeenteblad Gemeente Midden-Drenthe nr. 1461730, d.d. 21 augustus 2019

1461730
06-11-201801-01-201801-01-2019nieuwe regeling, vervangt eerdere regeling uit 2011

01-11-2018

Gemeenteblad Midden-Drenthe nr 1190919

1190919

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening geldelijke voorzieningen voor commissieleden en fractievergoedingen Midden-Drenthe 2018

De raad van Midden-Drenthe;

gelet op:

 

  • -

    de artikelen 33, 82, 83, 84, 96, 97 en 149 van de Gemeentewet;

  • -

    de artikelen 14 en 15 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;

Besluit:

Vast te stellen de volgende verordening:

Verordening van de raad van de gemeente Midden-Drenthe houdende bepalingen over geldelijke voorzieningen voor commissieleden en fractievergoedingen

Hoofdstuk 1 Geldelijke vergoeding commissieleden

Artikel 1. Begripsbepalingen

(vervallen)

Artikel 2. Geldelijke vergoeding commissieleden

  • 1.

    (vervallen)

  • 2.

    (vervallen)

Artikel 3. Onkostenvergoeding commissieleden

  • 1.

    (vervallen)

  • 2.

    (vervallen)

Hoofdstuk 2 Fractieondersteuning

Artikel 4. Fractieondersteuning

  • 1.

    Elke raadsfractie ontvangt per kalenderjaar een financiële bijdrage ter ondersteuning van het functioneren van de fractie.

  • 2.

    Indien voor een fractie een reserve wordt aangehouden, kan de raad op verzoek van de fractie een aanvullende financiële bijdrage ter beschikking stellen ter hoogte van ten hoogste het bedrag van de daartoe aangehouden reserve.

Artikel 5. Besteding fractievergoeding

  • 1.

    Fracties besteden de financiële bijdrage uitsluitend om de volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol van de fractie te versterken. De vergoeding is in hoofdzaak bedoeld voor personele ondersteuning en daaraan gerelateerde bureaukosten van de fractie.

  • 2.

    De vergoeding wordt niet gebruikt ter bekostiging van:

    • a.

      uitgaven die in strijd zijn met enige wettelijke bepaling;

    • b.

      betalingen, inclusief die ter voldoening van contributie, aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan die bedoeld in het eerste lid;

    • c.

      giften, leningen, beleggingen en voorschotten;

    • d.

      uitgaven die op grond van enige andere wettelijke regeling in aanmerking komen voor vergoeding van overheidswege, inclusief uitgaven in verband met verkiezingsactiviteiten;

    • e.

      bestedingen aan raadsleden of bedrijven van raadsleden voor werkzaamheden die zij als (beleids)medewerker of anderszins in opdracht van een fractie verrichten;

    • f.

      (her)verkiezing van raadsleden;

    • g.

      reizen;

    • h.

      representatie;

    • i.

      opleidingen voor individuele raads- en commissieleden;

    • j.

      niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van de functie van raads- of commissielid, voor zover deze door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd.

Artikel 6. De hoogte van de financiële bijdrage

  • 1.

    De bijdrage als bedoeld in artikel 4 lid 1 bedraagt € 1.200,00 per fractie, vermeerderd met € 150,00 per fractielid per jaar, tenzij anders in deze verordening bepaald.

  • 2.

    In een jaar waarin raadsleden aftreden als gevolg van verkiezingen, zoals bedoeld in artikel C 4, tweede lid, van de Kieswet, bedraagt de bijdrage voor de periode tot de verkiezingen drie twaalfde deel van het jaarbedrag. In dat jaar worden de financiële bijdragen voor het overige gedeelte van het jaar opnieuw berekend en bepaald op negen twaalfde gedeelte van het jaarbedrag.

  • 3.

    Indien het ledental van de fractie wijzigt door het ontstaan van een andere fractie, wordt de oorspronkelijke bijdrage van de fractie per de eerste van de maand volgende op de datum van de wijziging gesplitst naar rato van het aantal vertrekkende en overblijvende leden. Het in dit lid bepaalde blijft gelden tot de opheffing van één van de betreffende fracties of de eerstvolgende verkiezingen.

  • 4.

    Indien het ledenaantal van de fractie anderszins wijzigt, wordt de hoogte van de bijdrage opnieuw bepaald per de eerste van de maand volgende op de datum van de wijziging.

  • 5.

    Als een fractie als gevolg van verkiezingen ophoudt te bestaan, vervalt de aanspraak op de financiële bijdrage met ingang van de eerste van de maand dat de raad in de nieuwe samenstelling aantreedt.

  • 6.

    Als een fractie tijdens een zittingsperiode ophoudt te bestaan, vervalt de aanspraak op de financiële bijdrage met ingang van de maand volgend op de maand waarin de fractie hiervan kennisgeving heeft gedaan.

Artikel 7. Betaling van voorschotten

  • 1.

    De bijdrage als bedoeld in artikel 4 lid 1 wordt in vier gelijke delen per de eerste van het kwartaal als voorschot verstrekt.

  • 2.

    In een jaar waarin raadsleden aftreden als gevolg van verkiezingen, zoals bedoeld in artikel C 4, tweede lid, van de Kieswet, worden voorschotten voor de periode tot de verkiezingen vóór 31 januari van dat jaar verstrekt. Voorschotten voor de periode na de verkiezingen worden vóór 30 april van dat jaar verstrekt.

  • 3.

    Als de bijdrage gedurende het jaar naar aanleiding van een wijziging in het aantal fractieleden naar boven wordt bijgesteld, wordt het bedrag dat het oorspronkelijke voorschot overstijgt, als voorschot betaald per de eerste van de maand volgende op de datum van de wijziging.

  • 4.

    De aanvullende financiële bijdrage wordt als voorschot verstrekt.

  • 5.

    De voorschotten worden zo mogelijk verrekend met bedragen die als gevolg van de vaststelling over eerdere perioden terugbetaald moeten worden.

Artikel 8. Administratieve verplichtingen

  • 1.

    Fracties voeren een degelijke financiële administratie op basis van het stelsel van baten en lasten.

  • 2.

    De administratie wordt zodanig ingericht dat op eerste aanvraag van de raad nadere informatie kan worden gegeven en bescheiden of bewijsstukken met betrekking tot de uitgaven kunnen worden overgelegd.

Artikel 9. Verantwoording

  • 1.

    Fracties leggen binnen drie maanden na het einde van een kalenderjaar aan de raad verantwoording af over de besteding van de bijdragen gedurende het kalenderjaar, onder overlegging van een verslag.

  • 2.

    Het verslag vermeldt in elk geval:

    • a.

      het bedrag dat in het voorafgaande kalenderjaar aan voorschotten is ontvangen;

    • b.

      het bedrag van de uitgaven ten laste van de voorschotten over het voorafgaande kalenderjaar;

    • c.

      de aard van de uitgaven waaraan de bijdrage en eventueel de aanvullende financiële bijdrage is besteed;

    • d.

      het saldo van de inkomsten en uitgaven per 1 januari van het voorafgaande kalenderjaar.

  • 3.

    Bij het verslag wordt gevoegd een verklaring van de fractie over de juistheid van de overgelegde gegevens. Deze verklaring wordt ondertekend door de fractievoorzitter en een tweede fractielid dan wel de penningmeester van de fractie.

  • 4.

    Controle van het verslag vindt plaats door de griffier. De griffier brengt advies uit aan de raad via het seniorenconvent.

  • 5.

    In afwijking van het eerste lid wordt door fracties die na verkiezingen of tussentijds als zodanig ophouden te bestaan rekening en verantwoording afgelegd binnen 3 maanden na de verkiezingsdatum dan wel de datum van kennisgeving als bedoeld in artikel 6 lid 6.

  • 6.

    De aanspraak op uitbetaling van voorschotten schort op tot het moment van ontvangst van de in lid 1 bedoelde rekening en verantwoording van enig jaar.

  • 7.

    Het recht op vergoeding van het komende kalenderjaar vervalt als voor het eind van het jaar geen rekening en verantwoording als bedoeld in dit artikel is afgelegd.

Artikel 10. Vaststelling

De raad stelt op advies van de griffier de hoogte vast van:

  • a.

    de financiële bijdrage en de aanvullende financiële bijdrage;

  • b.

    het terug te betalen verschil tussen de vastgestelde financiële bijdragen en het ontvangen voorschot;

Artikel 11. Terugbetaling van de door de fractie

Het door de raad vastgestelde verschil tussen de vastgestelde financiële bijdragen en het ontvangen voorschot wordt binnen dertig dagen na de vaststelling door de fractie betaald aan de raad.

Artikel 12. Reserve

  • 1.

    De raad reserveert het in enig jaar niet gebruikte gedeelte van de financiële bijdrage voor het kunnen verlenen van een aanvullende financiële bijdrage aan die fractie in volgende jaren.

  • 2.

    Een reserve is niet groter dan 30% van de financiële bijdrage die de fractie in het voorgaande kalenderjaar toekwam op grond van artikel 6.

  • 3.

    Een reserve blijft na verkiezingen beschikbaar voor de fractie die onder dezelfde naam terugkeert, dan wel voor de fractie die naar het oordeel van de raad als rechtsopvolger daarvan kan worden beschouwd.

Artikel 13. Intrekking en overgangsrecht

  • 1.

    De Verordening geldelijke voorzieningen voor commissieleden en fractievergoedingen Midden-Drenthe van 31 maart 2011 wordt ingetrokken.

  • 2.

    De Verordening geldelijke voorzieningen voor commissieleden en fractievergoedingen Midden-Drenthe van 31 maart 2011 blijft van toepassing ten aanzien van de op basis van die verordening verleende financiële bijdragen en de verantwoording, controle, vaststelling en afrekening van die financiële bijdragen

Artikel 14. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de bekendmaking.

  • 2.

    Deze verordening heeft terugwerkende kracht tot 1 januari 2018

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening geldelijke voorzieningen voor commissieleden en fractievergoedingen Midden-Drenthe 2018.

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 1 november 2018

De griffier De voorzitter

C.Vos M.F.V. Damsma