Organisatie | Bonaire |
---|---|
Organisatietype | Caribisch openbaar lichaam |
Officiële naam regeling | Eilandsverordening van 16 juli 2010 no. 1 , regelende de behoefte bepaling inzake de aanvang en beëindiging bekostiging funderend onderwijs en voortgezet onderwijs. (Regeling behoefte bepaling aanvang en beëindiging bekostiging funderend onderwijs en voortgezet onderwijs) |
Citeertitel | Regeling aanvraag en beëindiging bekostiging funderend onderwijs en voortgezet onderwijs Bonaire |
Vastgesteld door | Eilandsraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vastgesteld en in werking getreden vóór 10-10-2010, maar op grond van artikel 7 van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en het Eilandsbesluit vaststellen positieve lijst regelgeving Bestuurscollege Bonaire (AB 2010, nr. 19) tevens vastgesteld voor het openbaar lichaam Bonaire en derhalve met ingang van 10-10-2010 in het openbaar lichaam Bonaire van toepassing.
De oorspronkelijke grondslag(en) kan men vinden door de regeling te zoeken op 09-10-2010.
Eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen van 08 OKT. 2010 no. 12 tot vaststelling van de eilandsbesluiten, houdende algemene maatregelen voor het openbaar lichaam Bonaire
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2010 | Bestendiging eilandsregeling in het openbaar lichaam | 08-10-2010 A.B. 2010, no. 19 | Onbekend | ||
24-08-2010 | 10-10-2010 | Nieuwe regeling | 16-07-2010 A.B. 2010, no. 13 | onbekend |
Voldoende behoefte, bedoeld in het eerste lid, aan een school voor funderend onderwijs respectievelijk een school voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs respectievelijk een school voor hoger algemeen voortgezet onderwijs respectievelijk een school voor voorbereidend secundair beroepsonderwijs wordt geacht aanwezig te zijn indien naar redelijke verwachting respectievelijk:
De eilandsraad acht de behoefte, bedoeld in artikel 2, eerste lid, niet langer in voldoende mate aanwezig indien gedurende twee achtereenvolgende jaren:
in geval van een school voor voortgezet onderwijs het aantal leerlingen dat in het eerste leerjaar van de desbetreffende school instroomt telkens minder dan 60 heeft bedragen en tevens het totaal aantal leerlingen dat die school bezoekt, minder is dan het desbetreffende in artikel 2, tweede lid, genoemde minimum aantal leerlingen.
Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing zolang een school nog binnen de in artikel 2, tweede lid, genoemde eerste periode tracht te voldoen aan het daarin gestelde minimum, op grond waarvan de desbetreffende school voor bekostiging in aanmerking is gebracht. Indien die school na de eerste periode niet door het in artikel 2, tweede lid, genoemde minimum aantal leerlingen is bezocht, dan wordt de behoefte aan die school geacht niet voldoende aanwezig te zijn.
De artikelen 2 tot en met 5 zijn van overeenkomstige toepassing op de aanvang en beëindiging van bekostiging van een sectorprogramma met dien verstande dat er voldoende behoefte aan een sectorprogramma aanwezig wordt geacht te zijn indien er naar redelijke verwachting binnen de eerste periode van 2 jaar minimaal 150 leerlingen aan dat sectorprogramma onderwijs volgen.