Organisatie | Halderberge |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel Collectieve zorgverzekering voor minima gemeente Halderberge |
Citeertitel | Beleidsregel collectieve zorgverzekering voor minima van de gemeente Halderberge |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Vervangt beleidsregel vastgesteld op 28 juni 2016
artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht en artikel 35 lid 3 Participatiewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2019 | nieuwe regeling | 11-12-2018 Gemeenteblad Halderberge 20 december 2018, nummer 275014 | Onbekend |
Burgemeester en wethouders van de gemeente Halderberge;
gelet op de artikelen: 4:81 Algemene wet bestuursrecht en artikel 35 lid 3 van de Participatiewet,
- een collectieve zorgverzekering een goed middel is om te bewerkstelligen dat ook burgers met een laag inkomen goed verzekerd zijn tegen zorgkosten;
vast te stellen de Beleidsregel 'Collectieve zorgverzekering voor minima gemeente Halderberge'
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
laag inkomen: hiervan is sprake als de rechthebbende:
in de maand januari van het jaar van deelname aan de collectieve zorgverzekering een netto-maandinkomen exclusief vakantietoeslag heeft dat niet hoger is of was dan 120% van:
de normen bijstandsgerechtigden voor respectievelijk een alleenstaande ingeval van een alleenstaande of alleenstaande ouder of voor gehuwden ingeval van gehuwden genoemd in artikel 21 onder a en b Participatiewet exclusief vakantietoeslag per 1 januari van het jaar van deelname als de rechthebbende(n) jonger is/zijn dan de pensioengerechtigde leeftijd of,
Bij de vaststelling van laag inkomen is, als sprake is van kostendelende medebewoners, het bepaalde in artikel 22a van de Participatiewet niet van toepassing. Bij gehuwden of bij een gezamenlijke huishouding als bedoeld in artikel 3 van de Participatiewet wordt bij de vaststelling van laag inkomen uitgegaan van het gezamenlijk inkomen.
f. peildatum: 1 januari van het jaar van deelname aan de collectieve zorgverzekering.
HOOFDSTUK 2 Recht op deze voorziening
Artikel 2 Recht op deze voorziening
Een inwoner is rechthebbende van een voorziening op grond van deze regeling als deze op
de peildatum aan alle hieronder genoemde voorwaarden voldoet:
De hoogte van het vermogen van de rechthebbende is niet van belang voor het recht op eenvoorziening op grond van deze regeling.
Artikel 4 Periode waarin recht op deze voorziening bestaat
Na afloop van de onder lid 1 bedoelde periode, wordt bij ongewijzigde omstandigheden de voorziening steeds met een heel kalenderjaar voortgezet tenzij de belanghebbende zelf vô5r 25 december via het daarvoor ontwikkelde beëindigingformulier kenbaar maakt daarvan met ingang van 1 januari van het daarop volgende kalenderjaar geen gebruik meer te willen maken of de belanghebbende niet meer aan de voorwaarden voldoet voor het recht op deze voorziening;
HOOFDSTUK 3 Beoordeling en (inkomens)controle
Artikel 6 Gevolgen te hoog inkomen
Als bij de inkomensbeoordeling als bedoeld in artikel 5 wordt vastgesteld dat er geen recht op een voorziening op grond van deze regeling bestaat, wordt de voorziening beëindigd met ingang van de eerste dag van de maand volgend op die waarin de inkomenscontrole is uitgevoerd.
HOOFDSTUK 4 Pakketkeuze, verplicht eigen risico en gemeentelijke premiebijdrage
Aan de rechthebbende wordt een zorgverzekering aangeboden die bestaat uit een basisverzekering aangevuld met één of meerdere aanvullende verzekeringen en een module welke dekking biedt voor de door het Centraal Administratiekantoor (CAK) opgelegde eigen bijdragen op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz) en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).
Bij het aanbod van een aanvullende verzekering die een aangepaste dekking biedt voor mensen met hoge zorgkosten in verband met een chronische ziekte of handicap, wordt het principe van zelfindicatie door de rechthebbende toegepast met de restrictie dat de deelname aan deze aanvullende verzekering kan worden geweigerd als het zeer aannemelijk is dat de (potentiële) rechthebbende niet tot deze doelgroep behoort.
Artikel 8 Betaling eigen risico bij aanvullende verzekering voor mensen met hoge zorgkosten
Voor deelnemers aan de aanvullende verzekering die een aangepaste dekking biedt voor mensen met hoge zorgkosten in verband met een chronische ziekte of handicap, wordt voor de betaling van het wettelijk verplicht eigen risico een betalingsregeling getroffen tussen de gecontracteerde zorgverzekeraar en het Werkplein Hart van West-Brabant.
Het Werkplein Hart van West-Brabant betaalt bij wijze van voorlopige betaling het op jaarbasis verschuldigde bedrag van het wettelijk verplicht eigen risico aan de gecontracteerde zorgverzekeraar. Na afloop van het jaar van deelname restitueert de gecontracteerde zorgverzekeraar het niet-verbruikte deel van het wettelijk verplicht eigen risico aan het Werkplein Hart van West-Brabant.