Organisatie | Westvoorne |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Westvoorne houdende regels omtrent de adviesraad sociaal domein Verordening Adviesraad Sociaal Domein Westvoorne 2016 |
Citeertitel | Verordening Adviesraad Sociaal Domein Westvoorne 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning en Sociale Zaken Westvoorne van december 2012.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-12-2018 | nieuwe regeling | 06-06-2016 | . |
De raad van de gemeente Westvoorne;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 mei 2016;
gelet op artikel 2.10 van de Jeugdwet, artikel 47 van de Participatiewet, artikel 2.1.3 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, artikel 2.3 van de Wet sociale werkvoorziening en artikel 84 van de Gemeentewet;
de Verordening Adviesraad Sociaal Domein Westvoorne 2016 vast te stellen.
Artikel 2 Reikwijdte van de verordening
Deze verordening is van toepassing op de organisatie van de door het college ingestelde Adviesraad Sociaal Domein.
Artikel 4 Taak Adviesraad Sociaal Domein
De Adviesraad Sociaal Domein heeft als taak het college gevraagd en ongevraagd te informeren en te adviseren, alsmede ontwikkelingen te signaleren over alle zaken die van belang zijn voor vragers, op het gebied van het Sociaal Domein en waarover het college bevoegd is te beslissen.
de Adviesraad Sociaal Domein krijgt van het college spontaan en op verzoek tijdig alle informatie die hij voor de uitoefening van zijn taken, zoals in deze verordening omschreven, nodig heeft, tenzij enig wettelijk voorschrift de verstrekking daarvan in de weg staat. Zo nodig geven deskundige ambtenaren mondelinge toelichting over lopend beleid, de invloed van (nieuw) rijksbeleid of over ideeën en plannen van college en/of gemeenteraad op het Jeugdwet-, Participatiewet- en Wmo-terrein en alle overige terreinen die met die drie wetten samenhangen en waarover het college bevoegd is te beslissen.
het college stelt de Adviesraad Sociaal Domein op een zodanig tijdstip in de gelegenheid advies uit te brengen dat er een daadwerkelijke invloed mogelijk is op de besluitvorming. De gemeente geeft van tevoren de financiële, juridische en beleidsmatige kaders aan. Indien de gemeente om advies vraagt, wordt er uiterlijk tijdens de eerstvolgende plenaire vergadering van de Adviesraad Sociaal Domein advies uitgebracht of, indien er op korte termijn geen plenaire vergaderingen gepland staan, schriftelijk binnen vier weken. Met wederzijdse toestemming kan ervoor gekozen worden om van deze adviestermijn af te wijken.
Artikel 7 Benoemingen en zittingsduur
Halverwege de benoemingstermijn vindt er een tussentijdse evaluatie plaats naar het functioneren van de leden van de Adviesraad Sociaal Domein. Deze vindt plaats door middel van een evaluerend gesprek met een lid door de voorzitter en de secretaris. De contactambtenaar sluit, indien gewenst door een der partijen, bij het gesprek aansluiten.
Het college draagt er zorg voor dat de vergaderingen (maximaal 10 per jaar) in de vorm van een gratis vergaderaccommodatie (inclusief vergaderfaciliteiten, koffie en thee) worden ondersteund. De voorzitter en secretaris bereiden de vergadering voor, de secretaris draagt zorg voor de uitwerking van het advies en het verslag van de vergadering.
Een vergadering wordt voor het publiek gesloten indien de voorzitter het nodig acht. De Adviesraad Sociaal Domein besluit vervolgens dat (verder) in besloten zitting zal worden vergaderd indien blijkt dat bij (verdere) openbare beraadslaging private of openbare belangen door de openbaarheid wezenlijk kunnen worden geschaad.
Bij de behandeling van ieder agendapunt, met uitzondering van de rondvraag, stelt de voorzitter degene die daartoe een strekkend verzoek heeft ingediend, in de gelegenheid het woord te voeren over het aan de orde zijnde agendapunt, voordat de leden en de voorzitter daarover in eerste termijn het woord voeren.
Bij staking van stemmen over zaken, die geschiedt door handopsteken, vindt in dezelfde vergadering direct een herstemming plaats. Als ook in dat geval de stemmen staken wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. In dit geval worden de afzonderlijke meningen van de leden van de Adviesraad Sociaal Domein aan het college medegedeeld.
Jaarlijks vóór 1 april maakt de Adviesraad Sociaal Domein een verslag van de werkzaamheden over het afgelopen jaar. Dit verslag wordt aangeboden aan het college en wordt tevens ter informatie gebracht aan de desbetreffende raadscommissie.
De leden van de Adviesraad Sociaal Domein genieten voor het bijwonen van vergaderingen vergoedingen overeenkomstig het bepaalde in de ‘Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Westvoorne 2014’. Deze regeling geldt voor maximaal tien vergaderingen per jaar en is niet van toepassing voor leden van eventuele subcommissies.
De voorzitter kan bij toezending van stukken voor een vergadering, voor zover niet reeds door het college geheimhouding is opgelegd, een voorlopige geheimhouding opleggen. De Adviesraad Sociaal Domein beslist in de eerstvolgende vergadering over definitieve oplegging van geheimhouding omtrent die stukken.
Artikel 17 Geschillen betreffende deze verordening
Over geschillen voortkomend uit de toepassing van deze verordening beslist het college, na de Adviesraad Sociaal Domein gehoord te hebben.
De benoemingen op grond van de Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning en Sociale Zaken Westvoorne 2012, zoals die op de dag voor de dag van de inwerkingtreding van deze verordening van kracht waren, worden geacht benoemingen in het kader van deze regeling te zijn, totdat die benoemingstermijn op grond van de Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning en Sociale Zaken Westvoorne 2012 verstreken is.
Artikel 20 Intrekking Verordening Wet maatschappelijk ondersteuning en Sociale Zaken Westvoorne 2012
De Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning en Sociale Zaken Westvoorne van december 2012 wordt ingetrokken.
Voor wat betreft de medezeggenschap van inwoners, doelgroepen en professionals worden minimaal de wettelijke verplichtingen geborgd. Bepalend in de feitelijke vormgeving is echter de ambitie in het Sociaal Domein zaken passend te organiseren.
Het doel van medezeggenschap in het Sociale Domein is een werkwijze voor het hele Sociale Domein waarbij inwoners, (vertegenwoordigers van) doelgroepen/cliënten en maatschappelijke organisaties:
Met deze verordening wordt dus ook uitvoering gegeven aan artikel 47 van de Participatiewet, artikel 2.3 van de Wet sociale werkvoorziening, artikel 2.1.3 derde lid van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en hoofdstuk XI van de Jeugdwet. Daarin staat:
De gemeenteraad stelt bij verordening regels over de wijze waarop ingezetenen, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, worden betrokken bij de uitvoering van deze wetten, waarbij in ieder geval wordt geregeld de wijze waarop deze personen of hun vertegenwoordigers:
Wat de wetten onder “cliënten” verstaan, wordt beschreven in artikel 7, eerste lid, onder a van de Participatiewet, in artikel 1.1.1., eerste lid, onder “cliënt” van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo) en in artikel 1.1., onder “Jeugdige” van de Jeugdwet. Dit betreft:
Personen die voor de arbeidsinschakeling zijn aangewezen op een door het college aangeboden voorziening en:
als bedoeld in de artikelen 34a, vijfde lid, onderdelen b en c, 35, vierde lid, onderdelen b en c, en 36, derde lid, onderdelen b en c, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) tot het moment dat het inkomen uit arbeid in dienstbetrekking gedurende twee aaneengesloten jaren ten minste het minimumloon bedraagt en ten behoeve van die persoon in die twee jaren geen loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d is verleend,
Personen die gebruik maken van een algemene voorziening of aan wie een maatwerkvoorziening of persoonsgebonden budget is verstrekt of door of namens wie een melding is gedaan als bedoeld in artikel 2.3.2, eerste lid van de Wmo; 3. Personen die:
de leeftijd van achttien jaar doch niet de leeftijd van drieëntwintig jaar heeft bereikt, en voor wie de voortzetting van jeugdhulp als bedoeld in onderdeel 1°, die was aangevangen, of voor wie het college vóór het bereikenvan de leeftijd van achttien jaar heeft bepaald dat een voorziening op het gebied van jeugdhulp noodzakelijk is of voor wie, na beëindiging van jeugdhulpdie was aangevangen vóór het bereiken van de leeftijd van achttien jaar, binnen een termijn van een half jaar hervatting van de jeugdhulp noodzakelijk is.