Organisatie | Gulpen-Wittem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Gulpen-Wittem houdende regels omtrent jeugdhulp Verordening jeugdhulp versie 2019 Maastricht Heuvelland |
Citeertitel | Verordening jeugdhulp versie 2019 Maastricht Heuvelland |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Toelichting Verordening jeugdhulp versie 2019 |
Deze regeling vervangt de Verordening jeugdhulp 2015.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2019 | nieuwe regeling | 20-12-2018 | . |
Hoofdstuk 2: Vormen van jeugdhulp
Artikel 2. Vormen van jeugdhulp
De ondersteuning die geboden wordt vanuit het flexibel aanbod kan bestaan uit:
ondersteuning van, hulp aan of zorg voor jeugdigen en hun ouders gericht op het verminderen, stabiliseren, behandelen en opheffen, of omgaan met gevolgen van psychische problemen en stoornissen, psychosociale problemen, gedragsproblemen of een verstandelijke beperking van de jeugdige, opvoedingsproblemen van de ouders en adoptiegerelateerde problemen;
Hoofdstuk 4: Proceswaarborgen voor jeugdige en/of zijn ouders
Hoofdstuk 5: Toegang via huisarts, medisch specialist of jeugdarts
Hoofdstuk 7: Persoonsgebonden budget
Verstrekking van een PGB vindt plaats op basis van een door de jeugdige of diens ouders/verzorgers opgesteld en door het College geaccordeerd budgetplan. In het plan staat hoe de budgethouder zijn hulp wil organiseren, wie deze hulp gaat leveren en op welke manier de kwaliteit van de hulp en de veiligheid van de jeugdige en/of diens ouders/verzorgers zijn geborgd. Het plan bevat alle informatie ten aanzien van:
Uit het plan dient te kunnen worden afgeleid of en in hoeverre:
de jeugdige en/of zijn ouders naar het oordeel van het College op eigen kracht voldoende in staat zijn tot een redelijke waardering van de belangen ten aanzien van de hulpvraag dan wel met hulp uit hun sociale netwerk dan wel van een curator, bewindvoerder, mentor, gemachtigde of gecertificeerde instelling in staat zijn om de aan een persoonsgebonden budget verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren en
De hoogte van een PGB voor een voorziening wordt bepaald:
Afhankelijk van de ondersteuningsvorm en onverminderd het bepaalde in sub 1 van dit lid, hanteren we voor dienstverlening een tarief per uur (individuele dienstverlening), per dagdeel (groepsbegeleiding) en/of per etmaal (verblijf), gespecificeerd naar informele en formele hulp. Een overzicht van de toepasselijke tarieven is opgenomen in bijlage 1.
De PGB tarieven voor de dienstverlening en informele hulp in het kader van de Jeugdwet worden jaarlijks, met ingang van 1 januari, geïndexeerd conform het CPI indexcijfer, alle huishoudens (reeks 2018 = 100). De aanpassing zal worden berekend op basis van de jaarmutatie van de maand juli en wordt afgerond op één decimaal. Indien deze bedragen wijzigen draagt het College zorg voor de kenbaarheid van de laatstelijk in de plaats gestelde bedragen.
Artikel 14A. Voorwaarden voor een persoonsgebonden budget
In de beoordeling van het PGB-plan betrekt het College in ieder geval de volgende aspecten:
Artikel 14C. Uitbetaling en controle van het persoonsgebonden budget
Indien, met de in dit artikel genoemde bescheiden niet of niet volledig de adequate besteding van het PGB aangetoond kan worden, of bij gebleken misbruik dan wel aanwending van het PGB ten behoeve van andere zaken dan waartoe dit is toegekend, kan het College bij gebleken misbruik (fraude) het al verstrekte PGB geheel of ten dele intrekken en terugvorderen. In de overige gevallen kan het College het PGB geheel of ten dele intrekken.
Hoofdstuk 9: Kwaliteit en toezicht
Artikel 17. Kwaliteitseisen jeugdhulp
Het College kan bij nadere regels, in overeenkomsten en bij subsidieverlening aanvullende eisen stellen aan de kwaliteit van voorzieningen, eisen met betrekking tot de deskundigheid van beroepskrachten en verleners van hulp en ondersteuning op basis van een informeel PGB goed werkgeverschap, de klachtregeling en medezeggenschapseisen daaronder begrepen.
Het College ziet toe op de naleving van de eisen die voortvloeien uit lid 1 tot en met 4, in ieder geval door periodieke overleggen met de aanbieders, een jaarlijks cliëntervaringsonderzoek, en het zo nodig in overleg met de jeugdige en/of zijn ouders ter plaatse controleren van de geleverde voorzieningen.
Artikel 20. Controle recht- en doelmatig gebruik individuele voorziening en bestedingen PGB
Indien, met de in dit artikel genoemde bescheiden niet of niet volledig adequate besteding van het persoonsgebonden budget aangetoond kan worden of bij gebleken misbruik dan wel aanwending van het persoonsgebonden budget ten behoeve van andere zaken dan waartoe dit is toegekend, kan het College het al verstrekte persoonsgebonden budget geheel of ten dele intrekken en terugvorderen.
Ingeval van een persoonsgebonden budget voor een eenmalige aanschaf vooraf wordt uitbetaald, controleert het College de besteding hiervan achteraf. Cliënt dient binnen 3 maanden na verstrekking van het persoonsgebonden budget desgevraagd een originele nota te kunnen overleggen. Het vastgestelde persoonsgebonden budget betreft een maximum vergoeding. Indien de ingediende nota lager is dan het toegekende PGB, zal het PGB worden gelijkgesteld met het bedrag vermeld in de nota.
Hoofdstuk 10: Herziening, intrekking en terugvordering, voorkoming en bestrijding ten onrechte ontvangen individuele voorzieningen en PGB’s en misbruik en oneigenlijk gebruik van de Jeugdwet.
Artikel 21. voorkoming en bestrijding ten onrechte ontvangen individuele voorzieningen en PGB’s en misbruik en oneigenlijk gebruik van de Jeugdwet.
Onverminderd artikel 8.1.2 van de wet doen een jeugdige of zijn ouders op verzoek of onverwijld uit eigen beweging aan het College mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hun redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing aangaande een individuele voorziening.
Als het College een beslissing op grond van het tweede lid, onder a. heeft ingetrokken en de verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens door de jeugdige en/of zijn ouders opzettelijk heeft plaatsgevonden, kan het College van de jeugdige en/of zijn ouders en degene die daaraan opzettelijk zijn medewerking heeft verleend, geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten individuele voorziening of het ten onrechte genoten PGB.
Het College kan de Sociale verzekeringsbank gemotiveerd verzoeken te beslissen tot een gehele of gedeeltelijke opschorting van betalingen uit het PGB voor ten hoogste 13 weken als er ten aanzien van een jeugdige en/of zijn ouders een ernstig vermoeden is gerezen dat sprake is van een omstandigheid als bedoeld in artikel 8.1.4 eerste lid onder a, d of e van de Wet.
Hoofdstuk 11: Medezeggenschap en inspraak
Artikel 22. Betrekken van ingezetene bij het beleid
Het College stelt cliënten en vertegenwoordigers van cliëntgroepen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende jeugdhulp te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over Verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende jeugdhulp, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
Hoofdstuk 12: Afstemmen met andere voorzieningen
Artikel 23. Afstemming met Gezondheidszorg
Het College maakt afspraken met de zorgverzekeraars hoe de continuïteit van de persoonlijke verzorging, geestelijke gezondheidszorg en gehandicaptenzorg te garanderen, voor jeugdigen die in behandeling zijn en de leeftijd van achttien jaar bereiken en daarmee onder de Zorgverzekeringswet of Wet langdurige zorg komen te vallen.
Artikel 25. Afstemming met Justitiedomein
Het College zorgt voor de inzet van jeugdhulp op basis van het besluit van de rechter, het openbaar ministerie, de selectiefunctionaris, de inrichtingsarts of de directeur van de justitiële jeugdinrichting bij de uitvoering van een strafrechtelijke beslissing conform 2.4 tweede lid onder b van de wet.
Het College draagt zorg voor een goede afstemming van voorzieningen op grond van deze Verordening en voorzieningen voor volwassenen op grond van de Wet maatschappelijk ondersteuning.
Hoofdstuk 13: Overige bepalingen
Artikel 30. Verhouding prijs en kwaliteit aanbieders jeugdhulp en uitvoerders kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering
Het door het gemeentebestuur gevoerde beleid wordt eenmaal per jaar geëvalueerd. Het College zendt hiertoe jaarlijks aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de Verordening in de praktijk
Vastgesteld door de gemeenteraad van Gulpen-Wittem in zijn vergadering van 20 december 2018.
De raad van de gemeente Gulpen-Wittem,
de wnd. griffier,
drs. W.H.M. Voorter
de voorzitter,
Ing. N.H.C. Ramaekers-Rutjens
Bijlage 2 Richtlijn bestedingsmogelijkheden persoonsgebonden budget